Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 526]
[p. 526]

5. De Aep met haer Ionghen.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Alsoo ist Antigono ende Alexandro den Sonen des Conings Hircani gegaen. Want 2 Hircanus had Antigonum zeer lief, en deed hem veel goeds, meynde hem oock het 3 Koninckrijck te erven: maer Alexandrum hatede hy; ende of schoon Alexander 4 Antigonum in stoutmoedicheyt ende verstant verre te boven gingh, soo en dorst hy 5 nochtans Hircano niet wel onder d'oogen comen. Doch eyndlijck storf Antigonus, 6 ende Alexander bleef te lijf, ende quam tot grooter eeren.

IOSEPHVS.

[pagina 527]
[p. 527]
V
 
Der Bavianen Nicht vol cluchtighe pracktijcken,Ga naar voetnoot1
 
Die baerden t'eender dracht twee kind'ren haers gelijcken,
 
Die welck zy ongelijck heeft 'tsamen opghequeeckt:Ga naar voetnoot3
 
'Teen zy met liefde omhelsde en lieflijck heeft gesmeeckt;Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Het ander zy verwerp en liet het in groot lijen,Ga naar voetnoot5
 
Als of het waer gheweest onecht van bastaerdijen:
 
Daer't nochtans wetlijck als het ander dalen quam
 
Van't Baviaensche bloed den rechten Apen-stam.Ga naar voetnoot8
 
Het ander dertel dier zwom vast in duysent weelden,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Het buytelden op't hooft, het dansten en het speelden,
 
Tot dat bij ongheval, o droevigh Apen-wee!
 
Het zijnen lincker poot zeer deerlijck brack in twee:
 
De moeder Simme was begaen om 'tkind te sussen,Ga naar voetnoot13
 
Maer laes! ten holp al niet, t'en vraeghden nae geen kussen.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Zy druckten't aen de borst, het was te zonderlingh!Ga naar voetnoot15
 
Zoo langhe tot de ziel het arme wicht ontgingh.
 
De moeder was bedroeft. zy huylden en zy schreyden,
 
Maer trechte wit-broots kind, dat was en bleef verscheyden.
 
‘Ghy ouders die u vrucht met zotte liefde aenkleeft,
20[regelnummer]
‘Neemt hier een spiegel aen, en ziet wat loon 'tu geeft:
 
‘Als ghy u kind opqueeckt, wilt, dertel, onghebonden,
 
‘Groeyt in zijn ydelheyd en lacht in zijne zonden.Ga naar voetnoot22
voetnoot*
Onderschrift:
Regel 1 Hircani: (Lat. 2e n.v.) Hyrcánus; Johannes Hyrcánus I, van 't geslacht der Makkabeeën, hogepriester in Israël, 136-105 vóór Kristus, had z'n derde zoon Alexander van af diens geboorte verstoten, omdat hij in 'n droomgezicht van God vernomen had, dat die hem zou opvolgen. Na de dood van Hyrcanus' oudste zoon Aristobúlus is Alexander koning geworden. Antígonus, de twede zoon van Hyrcanus, was vroeger door z'n vijanden vermoord. Hyrcanus had de tietel van koning niet; deze tietel nam Aristobúlus weer voor 't eerst na de Babiloniese gevangenschap aan. - r. 2 Antígonum: Lat. 4e n.v. - r. 3 te erven: na te laten (erven: doen erven, nalaten). - r. 6 te lijf: in 't leven; Iosephus: Flavius Josephus, de bekende Joodse geschiedschrijver (37-95 na Kristus); z'n voornaamste werk is Antiquitatum iudaicarum libri XX (in de 17 d'eeuw dikwels vertaald als Joodsche historiën), waarin bovenstaande vermeld wordt. Vooral de boeken (XII-XX) zijn zeer belangrijk als bijna de enige bron voor de geschiedenis der Joden in de laatste 2 eeuwen vóór Kristus. Vondel gebruikt dit werk meermalen (zie Hierusalem Verwoest, slot van Het inhoud).
voetnoot1
Der Bavianen Nicht: 'n nicht van de bavianen, 'n aap.
voetnoot3
Die welck: (dewelke), die.
voetnoot4
gesmeeckt: gevleid, getroeteld (zoals in 't middeleeuws).
voetnoot5
verwerp: ouwere vorm van verwierp.
voetnoot8
rechten: echte.
voetnoot9
vast: steeds.
voetnoot13
Simme: apin; was begaen: was in de weer, was vol zorg.
voetnoot14
laes: helaas (laes vroegere kortere vorm); ten holp al niet: 't hielp allemaal niets (holp ouwere vorm voor hielp).
voetnoot15
te zonderlingh: heel biezonder, heel erg.
voetnoot22
Groeyt... lacht: samengesmolten uit: groeyt 't... lacht 't.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken