Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 578]
[p. 578]

31. De Papegay en den Vos.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Sulcke vossen zijn gheweest de hovelingen des eergierigen Keysers Antonini Cara- 2 callae. Want so haest den Keyser geldt of fraey goedt ter handen quam, soo hebben 3 sy hem als eenen die in mildigheyt ende in 't weghschencken allen Koninghen ende 4 Keyseren ver te boven gingh, geroemt: welcken roem den Keyser also behaegde, dat 5 hy sulcke pluymstrijckers zijn beste inkomen schanck ende vereerde.

DION.

[pagina 579]
[p. 579]
XXXI
 
Den klapper Papegay opt opperste' eender eycken
 
Met vette roof gelaen, kon Reynaert niet bereyken,Ga naar voetnoot1-2
 
Dies hongrigh nae de kaes die zy genepen hadGa naar voetnoot3
 
Met haren krommen beck, bedrieghlijck tot haer trad.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Gheluck (riep hy) gheluck! o wiens ghemaelde veerenGa naar voetnoot5
 
Al d'andre voglen wijt in zuyverheyd passeren,Ga naar voetnoot6
 
Indien u schoonheyd met t'wel-klinckende gheluyd
 
Van singhen waer ghepaert, ghy waert de braefste bruyt,Ga naar voetnoot8
 
Van al dat licht-ghewieckt met uyt-ghebreyde schachtenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
De dunne locht door-snijd en 't aerdrijck gaet verachten.Ga naar voetnoot10
 
De Papegay door't lof beweeght in hare zielGa naar voetnoot11
 
Stack op een heesche keel, dies haer de kaes ontviel;Ga naar voetnoot12
 
Die't slimme Reyntien nam; en leerden d'hooghgezetenGa naar voetnoot13
 
Bedroghen vogel zoo wel zinghen voor zijn eten.
15[regelnummer]
‘Zulcx is der vleyers kunst, die van de wijste man
 
‘Als hy haer 'toore leent, 'tghehoor betoovren kan:Ga naar voetnoot16
 
‘Schoon woorden geven zy, waer doorze hem achterhalenGa naar voetnoot17
 
‘Wanneer hy die op't dierste int reeck'nen moet betalen.Ga naar voetnoot18
voetnoot*
Regel 1 eergierigen: eerzuchtige; Antonini Caracallae: (Lat. 2e n.v. van) Antonínus Caracalla, Romeins keizer (l88-217). - r. 5 schanck: oorspronkelike vorm van schonk; Dion: Dionysius van Halikarnassus (zie blz. 502 op r. 16).
voetnoot1-2
Reynaert is onderwerp van kon niet bereyken; Den klapper Papegay: de babbelaar, de praatachtige papegaai in de top van 'n eik; eender eycken: van een eik (eender = ener; eycken: verbogen vorm van eike, vroeger meestal vrouwelik).
voetnoot3
die zy genepen had: die ze vasthield; zy en haer hoewel in vs. 1 den klapper, vergelijk blz. 467 op vs. 73.
voetnoot4
bedrieghlijck: met valse bedoelingen.
voetnoot5
Gheluck....: heil u (ik wens u geluk); ghemaelde: (geschilderde) kleurrijke.
voetnoot6
wijt.... passeren: ver te boven gaan.
voetnoot8
waer: zou zijn, was; de braefste bruyt: de sierlikste bruid.
voetnoot9
Van al dat: van al wat; met uyt-ghebreyde schachten: met uitgespreide vleugels.
voetnoot10
locht: lucht; en 't aerdrijck gaet verachten: zich verwijdert van de aarde.
voetnoot11
door't lof: door de lof prijzing bewogen, getroffen; ('t lof, zie blz. 501 op vs. 9); beweeght: bewogen (zie blz. 563 op vs. 11).
voetnoot12
Stack op een heesche keel: begon met hese keel te schreeuwen ('n keel op te zetten); dies: (daardoor) waardoor.
voetnoot13
Reyntien: spreek uit reintie(n) (verkleinwoorden op tie waren in Holland heel gewoon, nu nog in Zuid-Holland, vergelijk Reyntgen blz. 531 op vs. 4); leerden: leerde, de zin is: zo leerde hij de papegaai voor z'n lekkere kaas (eten) mooi zingen (wel: goed).
voetnoot16
haer: hun; oore: ouwere vorm van oor.
voetnoot17
Schoon woorden....: mooie woorden (schoon bijvoegel. n.w. zonder uitgang, zoals in 't middeleeuws; vergelijk b.v. blz. 462 vs. 44); achterhalen: vangen, beetnemen.
voetnoot18
op't dierste: op 't duurst', heel duur (met Vlaamse ie); int reeck'nen: bij 't afrekenen, bij 't sluiten van de rekening.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken