Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 730]
[p. 730]

107. De Beyr en de Bijen.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Alsoo ist den dief afgheloopen, die Rampsinito den Koning in AEgypten zijn schat 2 stelen wilde. Desen Koning had een zeer groote schat, om den welcken te sekerder 3 te behouden, hij een bijsonder vast ghetimmer liet bouwen, ende daar binnen ront- 4 omme stricken, ende netten uyt spannen. 'tgebeurde nu datter een vermeten Dief 5 door een gat in dat getimmer kroop, ende verhing ende verwerde hem terstont alsoo 6 inde stricken, dat hij noch voorwaers noch achterwaers komen konde. Doen hij nu 7 lang gearbeyt had, ende hem daer niet uyt redden konde, seyde hij: Had ick niet 8 willen stelen, soo waer ick in dese stricken niet vervallen.

HERODOTVS.

[pagina 731]
[p. 731]
CVII
 
Hoe jeuckt mij mijne maege', hoe kittelen mijn zinnen,Ga naar voetnoot1
 
Om erghens eenen buyt of leck'ren beet te vinnen,Ga naar voetnoot2
 
Sprack d'onbesuyste Beyr: ick zien hier aen dees zij,Ga naar voetnoot3
 
En val de korven aen, ghelaen met leckernij.
5[regelnummer]
Gans doodt! hoe prickelt ghij mijn dus, ontelbre Swarmen?Ga naar voetnoot5
 
En angelt mij ter doodt; hebt over mijn erbarmen.Ga naar voetnoot6
 
Den Beyr (om snoepen dol) bespiede' een nieuwe kans:Ga naar voetnoot7
 
De Bijkens (op haer hoed) verleeren hem al t'hansGa naar voetnoot8
 
Het snoepen beter af: zij priemen hem zijn ooghen,
10[regelnummer]
Zijn ooren en zijn muyl: en sonder mededooghen
 
Doorbooren hem zijn vel, met vlimmen in zijn huyd,Ga naar voetnoot11
 
Dat hij verbolghen tiert, en krijscht gants overluyd:
 
Ick heb te laet met schae mijn domheyd ondervonden,
 
Ick worde recht ghepijnt om mijn bedreven sonden:Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Was ick niet eerst gheleert, dat ick nu andermaelGa naar voetnoot15
 
Moet klaghen mijn verdriet, en lijden dese quael?Ga naar voetnoot16
 
‘Wiens herte brandt en blaeckt zijn naesten te beschaden,
 
‘Moet straffe, schande' en smaet op zijnen halse laden.
 
‘Wie tijdelijcken keert, en hout zulcx voor ghewis,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
‘Dat dit een lesse tot zijn onderwijzinghe is,
 
‘Sal naemaels zijn gherust, en niemant meer bedroeven,Ga naar voetnoot21
 
‘Ghenoeghen met het zijn, en s'anders niet behoeven.Ga naar voetnoot22
voetnoot*
Regel 1 Rampsinito (Lat. buigingsvorm): aan Rampsinitos, zie onder prent 51. - r. 2 om den welcken: en om deze (Lat. ad quem). - r. 3 vast ghetimmer: stevig gebouw. - r. 5 verhing ende verwerde hem: zich vastknoopte en verwarde. - r. 8 vervallen: gevallen; Heródotus: zie onder prent 19.
voetnoot1
maege', hoe: lees: maag'oe; kittelen: jeuken, prikkelen.
voetnoot2
vinnen: vinden.
voetnoot3
onbesuyste: onbehouwen; onbesuyste met t de oudste vorm, middeleeuws onbesuuste; ick zien hier....: ik zie hier wat aan deze kant; ick zien: voor ik zie heel gewoon zoals in 't middeleeuws, ook: ick gaen, staen enz.
voetnoot5
Gans doodt: voor de drommel (opzettelike vervorming van Gods dood); mijn: mij; Swarmen: bijenzwermen (swarmen de oorspr. vorm).
voetnoot6
angelt.... ter doodt: steekt mij dood (met de angel).
voetnoot7
om snoepen dol: dolbegerig om te snoepen.
voetnoot8
op haer hoed: op hun hoede; al t'hans: heel gauw, onmiddelik (thans: terstond; met al: heel gauw).
voetnoot11
met vlimmen: met scherpe angels (vlim: scherp mes).
voetnoot14
Ick worde recht ghepijnt: ik word met recht gepijnigd.
voetnoot15
Was ick niet eerst gheleert: was ik de eerste keer niet gewaarschuwd, was de eerste les voor mij niet voldoende.
voetnoot16
quael: kwelling, pijn.
voetnoot19
tijdelijcken: op tijd.
voetnoot21
gherust: rustig, vredig.
voetnoot22
Ghenoeghen: tevreden zijn: s'anders niet: niets van 'n (de) ander.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken