Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 734]
[p. 734]

109. De Leeuwe, Koe, en 't Schaep.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Ghelijck de Leeuw met zijn jacht-ghesellen, alsoo heeft de Keyser Caius Caligula 2 ghehandelt met de Roomsche Burgers. Want als hij door haer hulp het Keyserdom 3 vercregen had, waer voor hijse danckbaerlijck behoorde vergolden te hebben, soo 4 is hij soo uytghevaren, dat hij teghen alle billicheyt hen hare goederen heeft afge- 5 drongen, ende teghen alle recht de sake soo verre ghebracht, dat een ijder Burger 6 ende Boer, die sonder kinderen storf, hem tot een erfghenaem aller zijner goeden 7 maken moeste. En die kinderen had, moesten hem oock een Soons deel in't erfgoedt 8 bespreken. Dwong haer mede, dat zij bij levenden gesonden lijve haer Testamenten 9 maken moesten: de welcke hij dan, op dat hij't erff te eerder krijgen mochte, met 10 venijn liet ombrengen, seggende, dat het niet recht en was, dat die alreede alle zijne 11 goeden bij Testamente wech ghemaect had, nae de makinge langher leven soude: 12 Schraepte alsoo alles na hem, ende niemand dorfde hem wederspreken.

[pagina 735]
[p. 735]
CIX
 
Een Leeuwe, Koe, en Schaep, die togen op der jacht,
 
En hebben door haer vanghst een Hert daer van gebracht:Ga naar voetnoot2
 
'tWelck van de stoute Leeu verscheurt zijnde' in vier deelen,Ga naar voetnoot3
 
Heeft daer mee nae ziin lust dus weten om te speelen.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Het eerste komt mij toe, alsoo ick Koninck ben;Ga naar voetnoot5
 
En 'tander, nu ick mij in't jaghen Meester ken;Ga naar voetnoot6
 
En't Derde voor de moeyte en arbeyd van het scheyden;Ga naar voetnoot7
 
Wie't Vierde deel begeert, die moet soo langhe beyden,Ga naar voetnoot8
 
Dat hij't uyt mijne vuyst, en kluyven mij onttreck,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Of plockhayr teghens mij, en snoere' hier nae den beck.Ga naar voetnoot10
 
‘Let hier op reedlijck volck, met Leeuwen of met BeerenGa naar voetnoot11
 
‘In geenen bondt te treen, of wreede Over-Heeren:
 
‘Zij scheyden nae haer zin. De arme wort verdruckt,Ga naar voetnoot13
 
‘'tGae oock met haer soo't wil, der fellen doen gheluckt.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘O woekenaers ghij speelt oock even dese perten:Ga naar voetnoot15
 
‘Ghij rooft der armen goedt, en maeckt haer droef van herten,
 
‘Neemt pandt en hooge rent, drij dobbel interest,Ga naar voetnoot17
 
‘En toont noch slechten schijn, al waer't ghij van de best.Ga naar voetnoot18
 
‘D'onnoosle wacht zijn deel, en vint hem heel bedrogen;Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
‘Vast ist den Woekenaer in zijne kaeck ghevloghen.Ga naar voetnoot20
 
‘De Leeuw rooft met gewelt, de Wolf door valsche schijn;Ga naar voetnoot21
 
‘Zoo toont het quaet ghespuys, dat zij baet-soeckers zijn.Ga naar voetnoot22
voetnoot*
Onderschrift:
Regel 1 Caius Caligula: Romeins keizer in de 1e eeuw na Kr.; regeerde de eerste 8 maanden als 'n rechtvaardig vorst, begon daarna toen hij de staatsgelden opgemaakt had, heilig en onheilig te plunderen en door verbeurdverklaringen en terechtstellingen geld te bemachtigen. Hij werd in 41 na Kr. vermoord. - r. 2 Roomsche: Romeinse; Keyserdom: keizerschap. - r. 4-5 uytghevaren: (in ruwheid) losgebroken; afgedrongen: afgeperst; een ijder: ieder (zie blz. 503 op vs. 22). - r. 6 storf: ouwere vorm van stierf; goeden: goederen. - r. 7 die: alwie; moesten: moest, moeste (ouwere vorm) met de bekende n-toevoeging in de verleden tijd enkelv. (zie blz. 465 op vs. 25). - r. 8 bespreken: vermaken; haer mede: hun ook; bij levenden gesonden lijve: in gezonde levenstoestand (bij levend gezond lichaam). - r. 10 venijn: vergif; het niet recht en was: 't niet behoorlik was. - r. 11 wech ghemaect: vermaakt; makinge: beschikking bij uiterste wil. - r. 12 na: naar; dorfde: durfde.
voetnoot2
door haer vanghst: door hun vangst, doordat ze wat gevangen hadden; gebracht: meegebracht.
voetnoot3
Toen dat door de stoutmoedige leeuw verscheurd was..., heeft hij (Latijnse deelwoordzin).
voetnoot4
dus weten om te speelen: aldus mee weten om te springen.
voetnoot5
alsoo: omdat.
voetnoot6
Meester ken: de baas weet.
voetnoot7
scheyden: verdelen.
voetnoot8
beyden: wachten.
voetnoot9
kluyven: klauwen.
voetnoot10
plockhayr: zal vechten; snoere'...: hierna m'n muil dichtsnoert (hier ‘de mond snoeren’ nog in de letterl. betekenis).
voetnoot11
reedlijck volck: verstandige mensen.
voetnoot13
Zij verdelen naar hun zin.
voetnoot14
't Mag met hun gaan zo 't wil, wat de wrede heersers willen doen gelukt toch ('t doen der wreedaards: der fellen doen).
voetnoot15
woekenaers: ook in 't middeleeuws de gewone vorm (uit oorspronkelik woekeraar, zoals tovenaar uit toveraar); even: evenzo; perten: gemene streken (perten met oorspr. e naast parten).
voetnoot17
drij dobbel: drie dubbele.
voetnoot18
slechten schijn: eenvoudig, onschuldig gezicht; al waer't ghij van de best: alsof jullie van de braafste waren (waer't: waret ouwe vorm: zoudt zijn; de best voor de beste(n), in 't meervoud heel zelden).
voetnoot19
D'onnoosle: de onschuldige; wacht zijn deel: wacht z'n part, z'n lot af; vint hem: bevindt zich.
voetnoot20
Vast....: Zeker is 't in de muil van de woekeraar verdwenen.
voetnoot21
door valsche schijn: door 'n vals voorkomen, door vermomming.
voetnoot22
baet-soeckers: eigenbaat-zoekers.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken