Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.39 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

emblematiek
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes
tragedie/treurspel
tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620

(1927)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 736]
[p. 736]

110. Den barenden Bergh.Ga naar voetnoot*



illustratie

1 Sulck een saeck heeft Agesilaus Koningh in Grieckenland onderstaen. Want hij 2 maecte een bovenmaten grooten allarm, als of hij een ontelbaer heyrcracht te veld 3 wilde brenghen, en met een onghehoorde menighte land ende lieden bekrijgen: liet 4 oock alom de trommel slaen om volck aen te nemen. Als nu de roep groot was, ende 5 verre luyde, soo heeft den Koning Tachus uyt verwondering hem opgemaeckt, en is 6 in Griecken-land getogen, om dat groote volck te zien. Maer als hij daer quam, soo 7 is Agesilaus met een cleyn veracht krijgshoopken opgetrocken: 'twelck Tachus ziende, 8 seyde hij: Den Bergh was swanger, en heeft een Muysken ghebaert.

ATHENAEVS.

[pagina 737]
[p. 737]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

CX
 
Een steygerende Bergh, wiens kruyn de locht dorst tergen,Ga naar voetnoot1
 
Vytmunte door haer steylt' de Pireneesche Bergen,Ga naar voetnoot2
 
Vermat haer stout en koen, dat ijder hoorde' en zagh,Ga naar voetnoot3
 
Hoe zij een nieuwen Bergh sou brengen voor den dagh:
5[regelnummer]
Dus swanger barst zij uyt of 't fellijck had' ghedondert:
 
Dus liep de wereld toe, en ijder was verwondert,Ga naar voetnoot6
 
Verwachtende wat vreemdts: door't krakende gedruysGa naar voetnoot7
 
Baertse uyt haer swanghre lijf de lachelijcke Muys.Ga naar voetnoot8
 
Is dit, riep elcken een de vrucht van't hooge roemen?Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Het snorcken is maer windt, u krijten wij verdoemen.Ga naar voetnoot10
 
‘Vergeefs en ijdel is die stoft van groote konst,Ga naar voetnoot11
 
‘Van macht, van heerlijckheyt, alst blasen is om sonst.Ga naar voetnoot12
 
‘Poffhanssen zijnt te recht, want ijghelijck kan't mercken:Ga naar voetnoot13
 
‘Gekrijts genoegh, geen woll, seyd' Nicker, en schoor 'tvercken.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
‘Den eenen van zijn haeff snorckt, d'ander van zijn boecken:Ga naar voetnoot15
 
‘Hier is heer Calis t'huys, den Doctor moetmen soeckenGa naar voetnoot16
 
‘In zijne camer daer de Doctors staen te pronck:Ga naar voetnoot17
 
‘Dees is een man in't velt, en d'ander bij den dronck.Ga naar voetnoot18
 
‘O onbevaren volck, wilt op dees baken letten,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
‘En leeren op't kleyn schip geen groote seylen setten:
 
‘Vlaghvoerders striickt de fock, en haelt de wimpels in:Ga naar voetnoot21
 
‘Veel vlaggen (seght Maetroos) 'tschip heeft geen botter in.Ga naar voetnoot22
voetnoot*
Regel 1 Agesilaus: Spartaanse koning; leefde van 444-360 v. Kr.; 'n groot veldheer; na z'n nederlaag tegen de Thebanen vroeg hij wapenstilstand, en trok om geldmiddelen naar Egipte, waar hij o.a. gelukkig oorlog voerde tegen Tachos. De geest van dit onderschrift is in strijd met de degelikheid van Agesiláüs; onderstaen: onder-nomen. - r. 2 ontelbaer: zonder uitgangs-e, zoals meermalen in alle geslachten (zie blz. 434 op vs. 162). - r. 4 Als: toen. - r. 5 verre luyde: ver klonk, overal weerklonk; heeft.... hem opgemaeckt: heeft zich op weg begeven. - r. 6 volck: krijgsvolk, leger. - r. 8 Athenaeus: zie onder prent 68.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 2 Pireneesche, de oude uitgave heeft Piceneesche.
voetnoot1
Een steygerende: 'n hoog oprijzende; locht: hemel; tergen: uitdagen.
voetnoot2
Vytmunte: overtrof.
voetnoot3
Vermat haer: vermat zich; (berg wordt hier overal vrouwelik genomen, blijkbaar door de persoonsverbeelding van de barende berg; daarentegen in gewone zin in vs. 4 manlik; wiens in de eerste regel ook voor 't vrouwelik, zie blz. 144 op vs. 60); dat ijder: zodat ieder (ijder met ei-uitspraak, zie blz. 503 op vs. 22).
voetnoot6
de wereld: de mensen.
voetnoot7
wat vreemdts: wat biezonders; door: gedurende, bij.
voetnoot8
lachelijcke: belachelike.
voetnoot9
elcken een: elkeen, iedereen (elcken een: elk en een, ook elk end' een, letterlik: ieder en een afzonderlik, ieder afzonderlik).
voetnoot10
snorcken: snoeven; u krijten....: uw schreeuwen achten we vloekwaardig.
voetnoot11
van groote konst: van groot kunnen, van veel te kunnen.
voetnoot12
alst blasen is om sonst: als 't wind maken is om niets (om sonst: onder invloed van 't Duits of Oost-Nederl. uit om zus).
voetnoot13
Poffhanssen: pochhanzen (hanssen nog met s-uitspraak; poff van poffen, blazen, ons puffen); ijghelijck: ieder (zie blz. 503 op vs. 22).
voetnoot14
seyd' Nicker: zei de duivel.
voetnoot15
zijn haeff: z'n haven, z'n hebben, z'n bezittingen.
voetnoot16
heer Calis: meneer Schraalhans (Calis: aan de zigeunertaai ontleend woord (zwarte, zigeuner), bij ons: zwerver, en met bijgedachte aan kaal, ‘arme drommel’).
voetnoot17
Waar ie bluft met de pronkende boeken van veel andre dokters, geleerden?
voetnoot18
een man in't velt: 'n oorlogsheid; bij den dronck: ('n held) in 't drinken.
voetnoot19
O onbevaren volck: o mensen, ongeoefend in 't varen; dees baken: meervoud: deze bakens, waarschuwingen (van baak of bake, omdat baken als meervoud gevoeld werd).
voetnoot21
Vlaghvoerders....: zee-oversten (admiraals) strijkt 't zeil (fock).
voetnoot22
'tschip heeft geen botter in: 't schip heeft geen boter aan boord; botter: bijvorm van boter; 't spreekwoord is: veel vlaggen, luttel botters (hoe meer gepronk, hoe slechter kost).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken