Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 318]
[p. 318]

Abel.



illustratie
HEB. 11.Ga naar voetnoot*


Door het geloove offerde Abel Gode een beter offerhande als Cain, door de welcke hy betuygtGa naar voetnootRegel 1 is rechtveerdigh te zijn, dewyle God over zyne gaven getuyghenisse gegheven heeft: ende door dit zelve spreeckt hy noch hoewel hy ghestorven is.Ga naar voetnootr. 3
[pagina 319]
[p. 319]

De eerste martelaer.Ga naar voetnoot*

 
Onnoozel was myn hert, dies greetigh ick beschuddeGa naar voetnootVs. 1
 
Voor 's bytwolfs achterkies myn macke onnos'le kudde,
 
Terwyle Kaïnbroer omwroete met den ploegh
 
Zyn acker, die hem noyt betaelde pachts genoegh.Ga naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
En wetende dat ick verplicht was lof te geven
 
Hem die myn vliezen 't gras dede aen de ribben kleven:Ga naar voetnootvs. 6
 
Ick Kaïn voorhiel of, als ick myn lamm'ren dracht,Ga naar voetnootvs. 7
 
Hy d'eerst'lingen zyns oegsts oock t'off'ren was bedacht.
 
Ick had gehoor. wy twee eenmoedigh ons verspraecken,Ga naar voetnootvs. 9
10[regelnummer]
En de'en ons giften op een tweeling heuvel blaecken.Ga naar voetnootvs. 10
 
Myn vuyr golfde hemelwaert, zo dede oock 's offers smoock,Ga naar voetnootvs. 11
 
Maer hem bedeckte een wolck van ne'ergeslagen roock,Ga naar voetnootvs. 12
 
Waerom van gramschaps brand in 't aengezicht ontsteken,Ga naar voetnootvs. 13
 
Hy met een stuurs gelaet schiet van my zonder spreken.Ga naar voetnootvs. 14
15[regelnummer]
Ick zuchte, ick was begaen, en van veel weenens nat,Ga naar voetnootvs. 15
 
Om dat ick 's Broeders haet op my geladen had.
 
Ick bracht hem een geschenck van lamm'ren zonder smetten,
 
Op hope om zynen wrock, en pieck wat te verzetten.Ga naar voetnootvs. 18
 
Dan ach! 't was al vergeefs. een wyle tyds gele'en
20[regelnummer]
Hy my gemoete op 't veld, geliet hem wel te vre'en,Ga naar voetnootvs. 20
 
Hy brachtme, ick volghde hem op een onbetre'en passagie,Ga naar voetnootvs. 21
 
Benoorden sloegen wy in 't droefst' van een bosschagieGa naar voetnootvs. 22
 
Die vande vog'len noyt gegroet was noch bekent,Ga naar voetnootvs. 23
 
En daer tot noch toe oyt quam mensch noch vee ontrent:Ga naar voetnootvs. 24
25[regelnummer]
Hy op zyn luym, als hy zyn tanden had doen knerssen,Ga naar voetnootvs. 25
 
Een groote keysteen greep, en blixemde myn herssenGa naar voetnootvs. 26
 
Met zeen'wen uytgereckt: ick sneuvelde, en ick viel,Ga naar voetnootvs. 27
 
En zoo ick my noch repte, hy met zyn slincker hielGa naar voetnootvs. 28
 
Den krop my worghde toe. daer lagh ick zonder spraecke,
30[regelnummer]
Het bloed ten monde uyt vlood, dat d'Hemel liet de wraeckeGa naar voetnootvs. 30-31
 
Van d'eerste Broedermoord bevolen. mynen geest
 
Ontschaeckelt van het lyf, was d'eerste die ter feestGa naar voetnootvs. 32
 
In 't koor der zielen quam, en daer in grooter weerdenGa naar voetnootvs. 33
 
Den Broedermoorder hier liet ballingh op der eerden.
voetnoot*
Heb. 11: brief van de Apostel Paulus aan de Hebreeuwen, hfst. 11 (vs. 4).
voetnootRegel 1
door de welcke hy betuygt is: (door welke offerande) en door deze offerande kreeg hij 't getuigenis.
voetnootr. 3
door dit zelve: (door dit) hierdoor: door dit geloof.
voetnoot*
Voor de inhoud: Schepping 4:1-16.
voetnootVs. 1
Onnoozel: onschuldig, zacht; dies greetigh ick beschudde: derhalve beschermde ik graag (beschudden 'n ander woord als beschutten).
voetnootvs. 4
die hem noyt betaelde pachts genoegh: die hem nooit genoeg vruchten opleverde.
voetnootvs. 6
vliezen: schapen (oorspr. schapevacht); 't gras: 't vet van 't gras.
voetnootvs. 7
als ick...: evenals ik er op bedacht was mijn lammeren te offeren, hij ook....; lamm'ren dracht is 'n samenstelling: lammerevrucht, de drachten of vruchten die lammeren zijn, lammeren.
voetnootvs. 9
eenmoedigh ons verspraecken: spraken eensgezind met elkaar af.
voetnootvs. 10
tweeling heuvel: 'n heuvel met twee toppen; blaecken: branden.
voetnootvs. 11
smoock: rook.
voetnootvs. 12
hem: d.i. Kaïn.
voetnootvs. 13
Waerom: en hierom ('n Latinisme); ontsteken: ontstoken.
voetnootvs. 14
schiet: scheidde (ouwere vorm).
voetnootvs. 15
begaen: bedroefd.
voetnootvs. 18
pieck: stille haat, wrok (onder invloed van piek ontstond: de pik op [tegen] iemand hebben).
voetnootvs. 20
gemoete: ontmoette; geliet hem: hield zich.
voetnootvs. 21
volghde hem: lees volgd'em; passagie: weg (spreek uit passaadzje).
voetnootvs. 22
in 't droefst: in 't donkerst.
voetnootvs. 23
vande: door de; bekent: gekend.
voetnootvs. 24
oyt quam... ontrent: ooit in de buurt kwam.
voetnootvs. 25
op zyn luym: op de loer, loerend (op 'n gunstige gelegenheid)(zie Dl. 1, blz. 649 aant. op vs. 8).
voetnootvs. 26
blixemde: trof bliksemsnel.
voetnootvs. 27
Met zeen'wen uytgereckt: met gespannen spieren, met alle kracht.
voetnootvs. 28
zoo: toen; my noch repte: mij nog bewoog.
voetnootvs. 30-31
Het bloed... dat...: 't bloed dat aan de Hemel de straf overliet (liet bevolen).
voetnootvs. 32
Ontschaeckelt van het lyf: ontbonden van 't lichaam.
voetnootvs. 33
In 't koor der zielen: in 't (gezelschap) verblijf van de afgestorvenen; in grooter weerden: in grote eer (terwijl ik daar in grote eer was).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken