Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 332]
[p. 332]

Isaac.



illustratie
HEB. 11.Ga naar voetnoot*


Door het gheloove van dinghen die komen zouden,Ga naar voetnootRegel 1 zegende Isaac zijn zonen Jacob en Esau.
[pagina 333]
[p. 333]

De beloofde.

 
Zoo drae ick quam in 't licht de Vroevrouw zal 't ghetuygen,
 
En 't vrouwenbuyrschap, hoe men zagh mijn moeder juygen:
 
O, riepze, geeft dat schaep te kussen aen zijn vaer,
 
Dat langh verwachte loth, mijn blyschap, is 't eens daer?Ga naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
O reyckt dat popken hier. maer hadze in haerder zielenGa naar voetnootVs. 2-5Ga naar voetnootvs. 5
 
Geheymplaetze eens gedroomt, dat ick voor 't mes zou knielenGa naar voetnootvs. 6
 
Dat in mijns vaders schee' wierd vande roest gheknaeghd,Ga naar voetnootvs. 7
 
Die inval had terstond haer vrolyckheyd verjaeghd.Ga naar voetnootvs. 8
 
Hoewel den Hemel liet de zaeck zo wyd niet komen
10[regelnummer]
Dat my van 't lichaem wierd het jeughdigh hooft ghenomen:
 
Rebecca was myn loth die God zo heerlijck schiep,Ga naar voetnootvs. 11
 
En naemaels zo gherust in Isacx ermen sliep,Ga naar voetnootvs. 12
 
Tot dat gheluckigh wy uyt haeren schoot ontfinghen
 
Een zegheninge van twee tweelingh-jongelinghen.Ga naar voetnootvs. 14
15[regelnummer]
Ons blydschap waer volmaeckt gheweest in eender dracht,Ga naar voetnootvs. 15
 
Had Ezau Iacob in goedaerdigheyd gheslacht.Ga naar voetnootvs. 16
 
O ruygen Esau! die om 't moes u recht verquiste,Ga naar voetnootvs. 17
 
En dan uyt rouwkoop weer met uwen broeder twiste.Ga naar voetnootvs. 18
 
't Was wel besteed aen u, dat Iacob henen ginghGa naar voetnootvs. 19
20[regelnummer]
En eyghende, door list, van 's vaders zegheninghGa naar voetnootvs. 20
 
't Mergh en de vette room. wat nepen ons al zorghen,Ga naar voetnootvs. 21
 
Dat in uw gramschap ghy uw broeder mocht verworghen,
 
Zo ghy ghezworen had. Was 't niet een herd gheschilGa naar voetnootvs. 23
 
Dat Iacob ballingh wierd alleen om uwent wil?
25[regelnummer]
Wat wrochty hertenleet in 't herte van uwe ouwd'ren!Ga naar voetnootvs. 25
 
Wat pack van droefheyd ghy niet lade op hare schouwd'ren!
 
Doen ghy verslinghert aen de dochters hinght van Heth,Ga naar voetnootvs. 27
 
Die 't hooft uw bliezen vol wanneer ghy waert te bed.Ga naar voetnootvs. 28
 
Doch lof zy Zebaoth, die binnen onzen levenGa naar voetnootvs. 29
30[regelnummer]
Ons Iacob tot een troost hadde inde schoot ghegeven:Ga naar voetnootvs. 30
 
In wie ick Isacx zaed zo vruchtbaer zie ghesteld,Ga naar voetnootvs. 31
 
Dat wie de voncken aen 't ghesternde welfzel telt,Ga naar voetnootvs. 32
 
Die met ghezwinde keer ons over 't hooft gaen gloeyen:Ga naar voetnootvs. 33
 
De zonen telt die uyt de stronck van Abram bloeyen.
voetnoot*
Heb. 11: Paulus' brief aan de Hebreeuwen hfst. 11 (vs. 20).
voetnootRegel 1
van dinghen: aan de dingen; hij geloofde vast in de voorspellingen (van God hem ingegeven) die in zijn zegen besloten lagen.
voetnootvs. 4
eens: eindelik.
voetnootVs. 2-5
is 'n uitwerking van Schepping 21:6.
voetnootvs. 5
popken: schatje; haerder zielen geheymplaetze: in 't diepste van haar hart (haerder zielen ouwe 2e n.v. vr. enk.; haerder = harer).
voetnootvs. 6
't mes: 't zwaard.
voetnootvs. 7
vande roest gheknaeghd: door de roest aangevreten.
voetnootvs. 8
inval: plotselinge gedachte.
voetnootvs. 11
Rebecca: Izaak's vrouw.
voetnootvs. 12
naemaels: later.
voetnootvs. 14
Ezau en Jakob waren tweelingen.
voetnootvs. 15
in eender dracht: in die ene dracht die ons twee zonen schonk (dracht: 't dragen van de moeder).
voetnootvs. 16
Zo Ezau in goedheid op Jakob zou geleken hebben.
voetnootvs. 17
ruygen: Ezau was van z'n geboorte af sterk behaard, z'n naam betekent dat ook; u recht: uw eerstgeboorterecht (zie Schepping 25:29-34 en hfst. 27).
voetnootvs. 18
rouwkoop: berouw over de gesloten koop.
voetnootvs. 19
't Was wel besteed aen u: gij hebt 't wel verdiend.
voetnootvs. 20
eyghende: zich toeeigende, in bezit nam.
voetnootvs. 21
't Mergh en de vette room: de rijkste zegen die alleen voor de eerstgeborene bestemd was, en ook met zinspeling op de woorden in de zegen zelf: ‘en God geve u.... van de vettigheden der aarde’ enz. (Schepping 27:1-40).
voetnootvs. 23
Zo: zoals; een herd gheschil: 'n harde zielestrijd (voor ons).
voetnootvs. 25
wrochty (wrochte gij) bewerkte gij (wrocht oorspr. verl. tijd van werken); over vs. 25-28, zie Schepping 26:34, 35.
voetnootvs. 27
de dochters van Heth: Ezau huwde twee vrouwen uit de landstreek Heth in Kanaän.
voetnootvs. 28
Die in 't huwelik u 't hoofd hebben vol geblazen met heidense begrippen en zeden.
voetnootvs. 29
Zebaoth of Sabaoth: de Heer (eigenlik is Zebaoth: heerscharen; de volle uitdr.: Jehova Zebaoth: heer der heerscharen); binnen: in; onzen ouwe 3e n.v.
voetnootvs. 30
inde schoot: in ons bezit.
voetnootvs. 31
ik Izaak's nakomelingen zo talrijk aanwezig zie.
voetnootvs. 32
voncken: lichten, sterren, met toespeling op de bekende belofte van God aan Abraham (Schepping 22:17).
voetnootvs. 33
keer: draai, wenteling; over: boven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken