Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 342]
[p. 342]

Phineas.



illustratie
ECCLES. 45.Ga naar voetnoot*


Phineas de zone van Eleasar, was de derde in zulcke eere: die yverde inde vreeze Gods:Ga naar voetnootRegel 1 ende doen het volck afviel, stond hy trouwelijck vast en koen, en verzoende Israel.
[pagina 343]
[p. 343]

De priesterlijcke heldt.

 
Dat Gods Pest-enghel gingh in Israel vernielen,Ga naar voetnootVs. 1
 
En aers'linge oversmeet zo menigh duyzend zielen,Ga naar voetnootvs. 2
 
Die met een geyle vlam ontsteken waren knap,Ga naar voetnootvs. 3
 
Doen 't puyckjen op haer loeg van Moabs Ionckvrouschap,
5[regelnummer]
Dat haer ghekluystert hiel met minne als eyghen slaven,Ga naar voetnootvs. 5
 
Zoo datze haer boelschap 't lyf, haer ziel den afgod gaven:Ga naar voetnootvs. 6
 
Van 't huys van Simeon niet schricken dee' de Vorst,Ga naar voetnootvs. 7
 
Wien knaegde onkuyscheyds worm als kancker inde borst.
 
Wat doet d'onkuysche, die ghewaerschouwt, blyft veel steger?Ga naar voetnootvs. 9
10[regelnummer]
Met Casbi gaet hy tre'en door't twalefstammigh leger,
 
In spyt van Moyses, en de stammen die bedut,
 
Uytgoten tranen voor de deur van 's Heeren hut,Ga naar voetnootvs. 11-12
 
En vind de tente wiens verhemelt men uytspandeGa naar voetnootvs. 13
 
Om veyligher te zijn in 't pleghen van die schande.
15[regelnummer]
Ick zagh 't, en al vol vuyrs, en razende bykans
 
Nae 't hoerekuf ick schoot, ghewapent met een lans,Ga naar voetnootvs. 16
 
En spitte pol en snol, door lever, longe en darmen,Ga naar voetnootvs. 17
 
Datze hartsteeck bleven dood met haer gevlochten ermen.Ga naar voetnootvs. 18
 
Zoo storf met haer de plage: en onzer vad'ren GodGa naar voetnootvs. 19
20[regelnummer]
Myn yver trooste met het heerlijck Priesterloth,
 
Dat namaels onghefeylt zou d'Hemel voor my loten.Ga naar voetnootvs. 20-21
 
Zo haest nu was den tocht op Midian besloten,Ga naar voetnootvs. 22-vlgg.
 
Ick Veldheer 't heyr aenvoerde, en onverziens op 't lyf
 
Den vyand viel, en motste haer Vorsten alle vyf.Ga naar voetnootvs. 24
25[regelnummer]
Daer gingh het plond'ren aen: elck paste wat te raken:Ga naar voetnootvs. 25
 
En ste'en, en sloten wy tot molm, en puyn afbraken,Ga naar voetnootvs. 26
 
En veeghden stad en land van menschen, en van vee,Ga naar voetnootvs. 27
 
Dat heuvel, bergh, en dal te bersten scheen van 't wee:
 
Als wy met roof verla'en, gewrongen vanden bloedeGa naar voetnootvs. 29
30[regelnummer]
We'erkeerden, en bedaert, noch wraeck met koelen moedeGa naar voetnootvs. 30
 
Afeyschten 't overschot, den maeghden uytgezeyd,Ga naar voetnootvs. 31
 
Wien noyt gerept was haer gewyde zuyverheyd.Ga naar voetnootvs. 32
 
Zo vind de gramschap Gods haer die nae's herten wenschenGa naar voetnootvs. 33
 
Met afgoon boelen, en met overgeven menschen.Ga naar voetnootvs. 34
voetnoot*
Eccles. 45: uit 't boek Ecclesiasticus hfst. 45 (vs. 28, 29).
voetnootRegel 1
de derde in zulcke eere: de derde in dit ereambt (van hogepriester). - Phineas' geschiedenis in Getallen (d.i. 't 4e boek van Mozes) hfst. 25.
voetnootVs. 1
God liet 'n pest woeden onder de Israëlieten om hun zonden met de dochters van Moab en Madian (Getallen 25:8, 9).
voetnootvs. 2
aers'linge oversmeet: achterover smeet, neervelde; zielen: levens (volgens 't boek der Getallen 24000).
voetnootvs. 3
knap: hevig.
voetnootvs. 5
haer: hun; eyghen slaven: onderworpen, volkomen slaven.
voetnootvs. 6
Zo dat ze aan hun boelen hun lichamen en aan de afgod (Beëlphegor) in zijn ontuchtige dienst hun zielen overgaven, aan wie ze zich toewijdden.
voetnootvs. 7
Dit alles ('t bovengenoemde) schrikte niet af'n vorst uit de stam Simeon, Zambri genaamd, die tot ergernis van heel 't Israelietiese volk ontucht ging plegen met de Madianietiese vorstedochter Cozbi (Casbi), Getallen 25:6 en 14, 15.
voetnootvs. 9
ghewaerschouwt: gewaarschuwd (door't doodvonnis over de ontuchtigaards uitgesproken; Get. 25:5); steger: halsstarriger.
voetnootvs. 11-12
Hoewel Mozes en vele Israëlieten ontsteld (bedut) over die pestramp, voor 't tabernakel weenden om Gods erbarming.
voetnootvs. 13
de tent die men had uitgespannen.
voetnootvs. 16
't hoerekuf: 't bordeel (zoals ook de Bijbel geeft).
voetnootvs. 17
spitte: stak aan de lans ('t spit); pol: ontuchtige man.
voetnootvs. 18
hartsteeck: hartstikke; oorspr. door 't hart gestoken; met haer gevlochten ermen: in hun omarming.
voetnootvs. 19
Toen hield de pest plotseling op (Get. 25:8); storf: stierf.
voetnootvs. 20-21
Tot beloning voor zijn daad beloofde God 't hogepriesterschap aan Phineas en z'n nakomelingen; voor my loten: mij ten deel laten vallen.
voetnootvs. 22-vlgg.
Op Gods bevel trokken zij onder Phineas op tegen de Madianieten (Getallen 31); op Midian: tegen Madian.
voetnootvs. 24
motste: doodde.
voetnootvs. 25
elck paste wat te raken: ieder zorgde wat te krijgen.
voetnootvs. 26
ste'en, en sloten: steden en burchten.
voetnootvs. 27
veeghden: plunderden.... leeg
voetnootvs. 29
Als: toen; verla'en: overladen; gewrongen vanden bloede: stijf van 't bloed.
voetnootvs. 30
met koelen moede: met koel gemoed, koelbloedig.
voetnootvs. 31
Afeyschten....: straf eisten van de overgeblevenen; de vrouwen nml. hadden ze niet gedood; omdat zij juist de zwaarste schuld van de ontucht droegen, werden ook zij gedood op bevel van Mozes, behalve die maagd gebleven waren.
voetnootvs. 32
gerept: aangeraakt; gewyde: heilige.
voetnootvs. 33
haer: hun.
voetnootvs. 34
afgoon: dit slaat op Beëlphegor's dienst; overgeven: aan 't kwaad overgegeven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken