Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 344]
[p. 344]

Caleb.



illustratie
ECCLE. 46.Ga naar voetnoot*


De Heere behield Caleb by lyfs krachten, tot in zijn ouderdom, dat hy optoogh op hetGa naar voetnootRegel 1 geberghte in het land, ende zijn zaed bezat het erve.Ga naar voetnootr. 2
[pagina 345]
[p. 345]

De standvastige.Ga naar voetnoot*

 
Wie wil de vettigheyd van Iacobs erfpacht vatenGa naar voetnootVs. 1
 
D'insoete vygen koor, de dronckene granaten,Ga naar voetnootvs. 2
 
En bezien die ryp schier bersten uyt haer vel,Ga naar voetnootvs. 3
 
Terwyl die keyzertros, die zwang're muschadelGa naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
Den palmen handboom buyght, die dus lange onderwegenGa naar voetnootvs. 5
 
De schouwd'ren druckte van twee mannen half verlegen:Ga naar voetnootvs. 5-6
 
Zoo riep ick tot het volck, als wy 't beloofde land
 
Doorsnuffeld hadden heel van d'een aen d'ander kant.Ga naar voetnootvs. 8
 
Maer och! wat holpet? als thien van myn medemackers
10[regelnummer]
We'erblaften: dwaesheyd is 't, vergaept u aen geen ackers,Ga naar voetnootvs. 10
 
Aen hof noch wynbergh daer u Caleb me verdooftGa naar voetnootvs. 11
 
En Iosua, dien 't breyn los rammelt in het hoofd.
 
Onwinbaer is dat land: zyn vestingen uytmunten:
 
De sterren draeijen op der toornen stompe punten:Ga naar voetnootvs. 14
15[regelnummer]
Dat niemand nae zyn room, noch honigh ommezie:
 
Dat volck van Enack draeght de schinckels inde knie:Ga naar voetnootvs. 16
 
Zyn eygen Burg'ren gaet dat ys'ren ryck vernielen.Ga naar voetnootvs. 17
 
O God wat reesser een tempeest in Isacx zielenGa naar voetnootvs. 18
 
Door dit gerucht: gevaer van schipbreuck 't leger liep:Ga naar voetnootvs. 19
20[regelnummer]
Ons leydslie zweken schier: myn kleed ick scheurde, en riep:Ga naar voetnootvs. 20
 
Wat mannen zyt getroost, God zal een uytkomst' vinden,
 
Wy willen haer, als brood, op staende voet verslinden:Ga naar voetnootvs. 22
 
Iehova stryd voor ons, zy vechten sonder helm.Ga naar voetnootvs. 23
 
Neen kreten zy: slae dood! slae dood die looze schelm!
25[regelnummer]
Op stervens oever ick gewislyck waer gekomenGa naar voetnootvs. 25-vlgg.
 
Had 's Heeren heerlyckheyd die uyr niet waergenomen,
 
Die vlammende in zyn toorne, en yver zwoer oprecht
 
Dat niemand 't heyl zou zien als Caleb zynen knecht:
 
Die 't naemaels zagh, als hem te lote is toegevallenGa naar voetnootvs. 29
30[regelnummer]
Het land dat Hebron vryd in 't ronde met zyn wallen:Ga naar voetnootvs. 30
 
Als zynen ouderdom in kracht was als zyn ieughd,Ga naar voetnootvs. 31
 
En aen zyn zaed hy zagh zyns herten weelde en vreughd.Ga naar voetnootvs. 32
voetnoot*
Eccle. 46: uit 't boek Ecclesiasticus hfst. 46 (vs. 11).
voetnootRegel 1
behield Caleb by lyfs krachten: liet Caleb z'n lichaamskracht behouden; dat: zodat.
voetnootr. 2
het land nml. Kanaän; ende zijn zaed bezat het erve: en zijn afstammelingen bezaten dat erfdeel (dat bergland) (zie Jozuë, 14:12).
voetnoot*
De standvastige: Caleb die met anderen Kanaän verkend had, was niet bevreesd voor de macht der inwoners, zoals zijn medeverkenners (behalve Jozuë), maar vertrouwde standvastig op God (Getallen 13:31, 14:6-8).
voetnootVs. 1
Caleb begint te spreken; vaten: vatten, grijpen (vaten oorspr. vorm).
voetnootvs. 2
koor: keur; dronckene granaten: saprijke granaatappels.
voetnootvs. 3
bezien: druiven.
voetnootvs. 4
keyzertros: reuzetros; zwang're muschadel: gezwollen muskaatdruif.
voetnootvs. 5
Den palmen handboom: de draagstok van palmhout; dus: zo.
voetnootvs. 5-6
De verspieders hadden 'n druivetros afgesneden die door twee mannen aan 'n draagstok werd gedragen (Getallen 13:24); verlegen: uitgeput.
voetnootvs. 8
heel: helemaal; aen: tot.
voetnootvs. 10
We'erblaften: tegenkrijsten; vergaept u aen geen: staat niet met open mond naar.
voetnootvs. 11
daer u Caleb....: waarmee Caleb u bedwelmt, 't hoofd op hol brengt.
voetnootvs. 14
De stompe torens (van de vestingen) staan met hun toppen in de rondwentelende sterren.
voetnootvs. 16
Die reuzen (Enakskinderen) dragen stevige schenkels in hun knie, staan stevig op hun benen.
voetnootvs. 17
Slaat op Getallen 13:33: ‘Het land dat wij doorreisd hebben verslindt zijn bewoners’; dat ys'ren ryck: dat rijk met ijzere wapenmacht.
voetnootvs. 18
een tempeest: 'n storm van schrik en ontevredenheid.
voetnootvs. 19
van schipbreuck: van om te komen (ze wilden andere leiders).
voetnootvs. 20
zweken: bezweken; 't volk wilde hun stenigen, volgens Fl. Josephus' Joodse Geschiedenissen 3:13; scheurde 'n gewoon teken van droefheid bij de Joden.
voetnootvs. 22
haer: hun (de Kanaänieten).
voetnootvs. 23
sonder helm: zonder bescherming van God (de helm als onderdeel van de wapenrusting Gods, vergelijk Isaias 59:17).
voetnootvs. 25-vlgg.
Toen 't volk hem wilde stenigen, verscheen de heerlikheid des Heren boven de verbondskist (Getallen 14:10).
voetnootvs. 29
te lote is toegevallen: is ten deel gevallen.
voetnootvs. 30
dat Hebron vryd...: dat door 't Hebrongebergte beschermd wordt.
voetnootvs. 31
Als: toen; zynen ouderdom: zie de tekst onder de prent.
voetnootvs. 32
zagh: zag toebedeeld (de weelde van z'n hart, nml. 't land van Kanaän).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken