Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.89 MB)

ebook (6.82 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Vredewensch aen Constantyn Huigens.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
O Ridder, die den noit verwonnen heldGa naar voetnootvs. 1
 
Gestadigh volght, in 't bloedigh oorlooghsveld,
 
En saeght hem korts, in 't oude worstelperckGa naar voetnoot3
 
Versengen myn' geboortstroom voor Rynberck:
5[regelnummer]
Wat portghe my dat ick den leeuw ophits,
 
Die al te heet op 't sorgelycke spitsGa naar voetnoot6
 
Sich selven waeght in veldslagh en voor vest,
 
En sleept den roof in syn doorluchtigh nest?
 
Hy spiegel sich veel eer aen Cazimir,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Die onlangs werd getroffen van dit vier.
 
Hy spiegel sich aen d'eer van Swedenryck,Ga naar voetnoot11
 
Wiens weduw treurt op het gebalssemt lyck.
 
Het oorlooghslot verschoont nu den soldaet,
[pagina 393]
[p. 393]
 
En lacht, wanneer het opperhoofden slaet.
15[regelnummer]
De koegel snort d'onedelsten voorby,Ga naar voetnoot15
 
En blindling treft de grooten op een ry.
 
't Is veilighst dat ghy den Nassauwer stuit,
 
Op synen toght: dies stel uw gulde luit,
 
En streel den held, dat het gemoed bedaer,
20[regelnummer]
En vre verkies voor oorloogh en gevaer.
 
De vreê, een schat by veelen onbekent,
 
Die overtreft triomfen sonder end.
 
D'olyf behaeght my boven den laurier.
 
Wat is de krygh een woest verslindend dier!
25[regelnummer]
Dat weet het volck 't welck op de grensen sucht,
 
En eeuwigh kermt in een benaude lucht.
 
Wat heeft het schier een eeuwe niet besuurt.
 
Elck vecht om vre, maer Neerlands oorloogh duurt.
 
Het uitheemsch schuim d'inlandsche vruchten maeit.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
De zee en 't veld met lycken syn besait.
 
De nagebuur die schent ons jaerlyx aen,Ga naar voetnoot31
 
Uit eige baet, en juicht soo wy vergaen.
 
Vervloeckte krygh, is 't noodlot, dat dit land
 
Tot's andren rust heel Spanjen hou aen band.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Soo moeten wy het draegen met gedult,
 
En achten ons rampsaligh buiten schuld.
 
 
Juste.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 9 en 11, spiegel: de oude uitgave heeft spigel.

voetnoot*
Van 1632. Afgedrukt volgens de tekst van het bewaarde handschrift (zie Unger: Bibliographie blz. 218 nr. 6-7-8).
Dit gedicht is een terugslag op een gedichtje van Huygens aan Tesselscha (29 Julie 1633), dat aan Vondel meegedeeld werd (ed. Worp II, 254). Daarin vroeg Huygens: ‘Slaet Vondelen nog vijer, en vatt sijn vonk noch vonck, | En stelt hij noch wat vlams ter eeuwicheit te pronck, | En voert hy noch wat lichts ontrent Oranjes wagen, | Nu topswaer van Laurier?’
voetnootvs. 1
Ridder: Huygens was in Engeland ridder geworden; den noit verwonnen held: Frederik Hendrik.
voetnoot3
korts: kort geleden. Rynberk was in Junie ingenomen.
voetnoot6
heet: vurig; op 't sorgelycke spits: in de gevaarlike voorhoede.
voetnoot9
Cazimir: zie hiervóór Vondel's lijkklacht voor Ernst Casimir.
voetnoot11
d'eer van Swedenryck: Gustaaf Adolf († 16 Nov. 1632).
voetnoot15
koegel: met oe-klank, uit het Duits.
voetnoot29
schuim: gepeupel, nl. de huursoldaten.
voetnoot31
schent ons aen: slaat de hand aan ons, valt ons aan.
voetnoot34
Spanje bezig moet houden, om andere volken rust te gunnen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • C.G.N. de Vooys

  • J.F.M. Sterck

  • H.W.E. Moller

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • Leo Simons


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Constantijn Huygens