Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Aen de BEVRS van Amsterdam.aant.Ga naar voetnoot*

 
O vruchtbare acker, gront van steen,Ga naar voetnootvs. 1
 
Die zich, ten oorbaar van 't gemeen,Ga naar voetnoot2
 
Laat alle middagen bezaeien
 
Met koopzaat, eêl en milt van aart,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Dat goude en zilvere oesten baart,Ga naar voetnoot5
 
Daar duisenden genot van maeien;Ga naar voetnoot6
 
Het gansche jaer is uw saizoen:
 
En of geen licht verwelckend groenGa naar voetnoot8
 
Vw heiningen en pylers kleede,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Noch teelen die, in d'Amstellucht,
 
Een overkostelijcker vrucht
 
Dan Atlas boomgaart eertijts dede:Ga naar voetnoot12
 
Want ghy hebt weêr en wint te vrient,
[pagina 550]
[p. 550]
 


illustratie

[pagina 551]
[p. 551]
 
En zon en dauw, en wat u dient.
15[regelnummer]
Jupijn daalt met een gulden regen
 
In uwen schoot van boven neêr:Ga naar voetnoot15-16
 
En ieder zegen smaackt naar meer.
 
Wat ghy omhelst gedijt tot zegen.
 
De schellen van uw appels zijn
20[regelnummer]
Van gout, de korlen klaar robijn,
 
Het loof saphier en esmerouden.Ga naar voetnoot21
 
Hier rieckt men wat het hart verfraait,Ga naar voetnoot22
 
En van vier winden overwaaitGa naar voetnoot23
 
Door 't water, dat uw stuurmans bouwden.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Der Mooren opperste gezagh
 
Strijckt voor uw vloten en uw vlagh.Ga naar voetnoot26
 
De watergoden duicken onder,
 
Als ghy, van d'een aan d'ander reê,
 
Het oorlooghsonweêr voert op zee,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En volght den blixem, en den donder.
 
Vw veder, op 't pappier gewent,Ga naar voetnoot31
 
Vlieght van het een en 't ander endt
 
Des aartboôms, en beschaduwt d'assen
 
Des hemelkloots van wederzy.Ga naar voetnoot33-34
35[regelnummer]
Zy vlieght de weerelt zelf voorby,Ga naar voetnoot35
 
En ziet den dagh vergaan, en wassen.
 
O achtste weereltswonderstuck!Ga naar voetnoot37
 
Kan slechts uw voet zijn aartsgeluckGa naar voetnoot38
 
En weelde gelijckmoedigh dragen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Zulck een onwanckelbaar gemoedt
 
Gaat boven al het weereltsch goet:
 
Want deught kan steên en muren schragen.

voetnoot*
Van 1643. Afgedrukt volgens de tekst in Vondels Verscheide Gedichten, 1644, blz. 218.
voetnootvs. 1
gront van steen: vernuftspel: een bodem van stenen, en toch zoo vruchtbaar.
voetnoot2
ten oorbaar van 't gemeen: ten algemenen nutte.
voetnoot4
koopzaat: de op de Beurs gedreven handel wordt vergeleken met uitgestrooid zaad; dat als oogst klinkende munt oplevert.
voetnoot5
oesten: oogsten (in Vondel's taal zonder g en met oe-klank).
voetnoot6
genot van maeien: voordeel van trekken.
voetnoot8
of: ofschoon.
voetnoot9
heiningen: omheining, muur.
voetnoot12
Atlas boomgaart: waar de Hesperiden gouden appels bewaakten.
voetnoot15-16
Zinspeling op de gouden regen, die Jupiter (Zeus) deed neerdalen in de schoot van Danaë om haar te bevruchten. De vergelijking wordt voortgezet in omhelst (vs. 18).
voetnoot21
saphier: een hemelsblauwe edelsteen; esmerouden: smaragd, groen.
voetnoot22
verfraait: vervrolikt, verheugt.
voetnoot23
van vier winden: uit alle windstreken.
voetnoot24
bouwden: bevoeren (vgl. zee bouwen).
voetnoot26
Strijckt: moet bukken (beeld ontleend aan het strijken, d.i. neerhalen, van de vlag).
voetnoot29
oorlooghsonweêr: de donder van het geschut.
voetnoot31
op 't pappier gewent: het papier beschrijvend, d.w.z. de van u uitgaande schriftelike bevelen.
voetnoot33-34
beschaduwt d'assen des hemelkloots: dringen door tot de beide polen.
voetnoot35
de weerelt: nl. de bewoonde wereld, door in de poolstreken door te dringen, waar de poolnacht het daglicht doet vergaan (vs. 36) en dan weer ongewoon verlengt.
voetnoot37
achtste weereltswonderstuck: aan de zeven wereldwonderen die de Oudheid kende, heeft Amsterdam een achtste toegevoegd.
voetnoot38
uw voet: de basis waarop gij rust. Zinspeling op het spreekwoord: 't zijn sterke benen die de weelde dragen; aartsgeluck: buitengewone voorspoed.
voetnoot39
gelijckmoedigh: met onverstoorde gemoedsrust.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • over Amsterdam