Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 552]
[p. 552]

Rey van Bacchanten.aant.Ga naar voetnoot*

Stemme: Als 't begint.

 
1
 
Toen Bacchus lag en sliep, en sliep,Ga naar voetnootvs. 1
 
In Ariadnes armen, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot2
 
Al 't leger zong en riep.
 
 
2
 
De zee en 't Eyland klonk, en klonk,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van Bommen en Cymbalen, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot5
 
Wat voeten had dat sprongh.Ga naar voetnoot6
 
 
3
 
De Saters dansten voor, en voor,
 
Op 't schrewen der Menaden, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot8
 
Neptuin lagh op zijn oor.
 
 
4
10[regelnummer]
De spiessen groen van blaen, van blaen,Ga naar voetnoot10
 
Vast drilden heen en weder, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot11
 
Geen boxvoet recht kon staen.
 
 
5
 
Wie hand sloeg aan den Thirs, den Thirs,
 
Moest magtig zijn te vegen, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Den beker met een snirs.Ga naar voetnoot15
 
 
6
 
Sileen het volle vat, le vatGa naar voetnoot16
 
Verzopen op zijn Ezel, Evoe, Evoe,
 
En wist niet waar hy zat.
 
 
7
 
Zijn Ezel hiel den trant, den trant,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Gods schild-knaep zat en ronkte, Evoe, Evoe,
 
Het dier had meer verstand.
 
 
8
 
Sileen reed averechts, verrechts,
 
En als hy was aan 't vallen, Evoe, Evoe,
 
Zoo stutten hem zijn knechts.
 
 
9
25[regelnummer]
De Nymphen moeder-naakt, der naakt
[pagina 553]
[p. 553]
 
Met ongesnoerde vlechten, Evoe, Evoe,
 
Van Bromius geraakt,
 
 
10
 
Die hadden met haar kleed, haar kleed,
 
De schaamt oock uytgetogen, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Wat Sater was dat leet?Ga naar voetnoot30
 
 
11
 
Soo sleten zy dien nacht, dien nacht,
 
En als de dag quam rijzen, Evoe, Evoe,
 
Lach Liber warm en zacht.Ga naar voetnoot33
 
 
12
 
Zijn Bruyd sloeg d'oogen op, gen op,
35[regelnummer]
Daar quam de zon uit stralen, Evoe, Evoe,
 
Wie zagh oyt schoner pop?Ga naar voetnoot36
 
 
13
 
De Bruygom loeg haar toe, haar toe,Ga naar voetnoot37
 
En kuste mond en wanghen, Evoe, Evoe,
 
De Bruyd nam 't al in 't goe.Ga naar voetnoot39
 
 
14
40[regelnummer]
Nu dochtse om Theseus niet, seus niet,
 
Dien trouwelozen vryer, Evoe, Evoe,
 
Die haar op strand verliet.
 
 
15
 
z'Omhelsde een beter lot, ter lot,
 
In haren schoot gevallen, Evoe, Evoe,
45[regelnummer]
Den vriendelijksten God.
 
 
16
 
De wijngaart wies om 't bed, om 't bed,
 
En hing van trossen zwanger, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot47
 
Het mager strand werd vet.Ga naar voetnoot48
 
 
17
 
De myrt besloeg den grond, den grond,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Een luchje blies violen, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot50
 
En rozen uyt haar mont.
 
 
18
 
Maer endlijck afgeslooft, geslooft,Ga naar voetnoot52
 
Van kussen en omhelzen, Evoe, Evoe,
 
Nam hy haar kroon van 't hooft;
 
 
19
55[regelnummer]
Hy wierpze naar zijn troon, zijn troon,Ga naar voetnoot55
 
De stenen wierden starren, Evoe, Evoe,Ga naar voetnoot56
 
Hoe heerlick blinkt haar kroon.
 
 
20
 
Daar staatze noch te pronk, te pronk,
 
Tot een gedachtenisse, Evoe, Evoe,
60[regelnummer]
Van d'eer die hy haar schonk.
 
 
I.V. Vondel.
voetnoot*
Van 1643. Afgedrukt volgens de tekst op blz. 158 van Het Eerste Deel | Van | d'Amsteldamsche | Minne-zuchjens, | Op verscheyde nieuwe wijsjes | Door | Lievende Gheesten uyt ghestroyt. | t'Amstelredam, | Ghedruckt voor Aeltie Verwou, Weduwe | van Balthaser van Dorsten, op de Middel-Dam | in 't Schult-Boeck, Anno, 1643. blz. 158. Het gedicht heeft daar geen titel. Rey van Bacchanten is de titel in Verscheide Gedichten van 1644, blz. 361; eigenlik is de spelling daar Bachanten en Bachus.
voetnootvs. 1
lag en sliep: gewoon 17de-eeuws voor: lag te slapen.
voetnoot2
Ariadne: dochter van koning Midas van Kreta, was door Theseus op het eiland Naxos achtergelaten, waar Bacchus haar vond en tot gemalin koos; Evoe: uitroep van het Bacchantenleger.
voetnoot4
't Eyland: Naxos.
voetnoot5
Bommen: trommels; Cymbalen: bekkens.
voetnoot6
sprongh: als rijmwoord te lezen: spronk.
voetnoot8
Menaden: synoniem van Bacchanten.
voetnoot10
spiessen: de met klimop omrankte staven, later Thirs genoemd (13).
voetnoot11
Vast drilden: trilden, zwaaiden voortdurend.
voetnoot14
magtig; in staat.
voetnoot15
Den beker vegen: tot op de bodem ledigen vgl. Wdb. op Bredero); met een snirs: deze uitdrukking, mij van elders niet bekend, zal betekenen: met gemak; snirs komt nog in de Zaanse volkstaal voor, met de betekenis: nietigheid (vgl. Boekenoogen i.v.).
voetnoot16
Sileen: de metgezel van Bacchus, een dikke dronken (verzopen, vs. 17) naakte grijsaard, met wijngaardranken bekranst, die achterste voren (averechts, vs. 22) op een ezel reed; le is de herhaalde laatste lettergreep van volle (vgl. vs. 22, 25, 34 enz.).
voetnoot19
hiel den trant: stapte rustig voort.
voetnoot29
uytgetogen: uitgetrokken.
voetnoot30
leet (adj.): onaangenaam.
voetnoot33
Liber: andere naam voor Bacchus.
voetnoot36
pop: beeldschone vrouw.
voetnoot37
loeg (oude sterke vorm): lachte.
voetnoot39
nam 't in 't goe: nam het goed op.
voetnoot47
zwanger: zwaar beladen.
voetnoot48
vet: vruchtbaar.
voetnoot49
besloeg: bedekte geheel.
voetnoot50
Een luchje: de zoele wind verpersoonlikt, als voortbrengster van de bloemen.
voetnoot52
afgeslooft: afgemat.
voetnoot55
zijn troon: de hemel.
voetnoot56
stenen: de edelstenen in de kroon; starren: nl. het gesternte dat naar Ariadne genoemd is.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank