Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 571]
[p. 571]

Klaghte over de weerspannelingen in Groot Britanje.
aen de zelve.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
O Plaegh van 't edelste EilantGa naar voetnootvs. 1
 
Der eilanden, ten roem van 's weerelts Heilant,
 
Gewasschen, in de vont,
 
Met bloet van 't Kruis, daer Godt aen hing gewont;Ga naar voetnoot3-4
5[regelnummer]
En dat, zoo vroegh ontslagen
 
Van 't Heidensch juck, wel waerdigh was te dragen
 
Der Englen naem, zijn' roem;Ga naar voetnoot7
 
En met de kroon te decken zijne Bloem;Ga naar voetnoot8
 
En, midden in de baren,
10[regelnummer]
Gelijck een baeck, verlichte al die bevaren
 
Den Noortschen Oceaen,
 
Beschaduwt van uw Koninglijcke vaen:
 
Wie geeft u stof tot twisten?
 
Ghy halve Ioôn, verstockte Sabbatisten,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Die met een dolle vuist
 
Uw Koningen en Godts gezalfden kruist?Ga naar voetnoot16
 
Wat raeskalt ghy, eilaci!
 
Van bedt op bedt, om noch een reformaci?Ga naar voetnoot18
 
Vernoeght Elizabeth
20[regelnummer]
Noch Eduaert uw woestheit, zonder wet?Ga naar voetnoot20
[pagina 572]
[p. 572]
 
Uw Herder weit geen lammers,
 
Maer 't wolvenest, het broeinest van veel jammers.Ga naar voetnoot22
 
Uw zeestrant, wit van krijt,
 
Wort root van moort en burgerstrijt op strijt.
25[regelnummer]
Was 't niet genoegh, dat KAREL
 
Aen zijne kroon most missen zulck een parel
 
Als Straffort, Yrlants stijl,Ga naar voetnoot27
 
Om veer gehackt met uw verwoede bijl?
 
De bijl, zijn deughts belooning,
30[regelnummer]
Die Londen dreef in 't hart van zijnen Koning,Ga naar voetnoot30
 
Door Wentworts trouwen neck.
 
Noch zee noch Teems kan zuivren zulck een vleck.
 
Vertrapt ghy 'shemels zegen?
 
En mickt met bus en spiets en dolck en degenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Na uwe vaders borst?
 
Naer 't oprecht hart van uw gekroonden Vorst?Ga naar voetnoot36
 
En wroet ghy met uw handen
 
In 's Konings ziel, en heilighste ingewanden?
 
Vervolght nu Esaus haet
40[regelnummer]
Het doode lijck van IAKOB, in zijn zaet?Ga naar voetnoot39-40
 
Die, als een vreedzaem vader,
 
Twee Rijcken bont met eenen naem te gader:Ga naar voetnoot42
 
Die 's moeders ongelijckGa naar voetnoot43
 
Vergeten kon, in 't moederslaghtigh Rijck:Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
En, als een oorlooghstemmer,Ga naar voetnoot45
 
Noit slaghzwaert trock, noch bloet zagh aen zijn lemmer,
 
Der nageburen vrient:
 
Heeft zulck een Helt dien vloeck aen u verdient?
 
Zoo rieckt geen geur van Roozen,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
In 't Engelsch Rijck. Bezete zinneloozen,Ga naar voetnoot50
 
Wat 's d'oirzaeck van dit quaet?
 
Of spruit uw roede uit een verborgen zaet?Ga naar voetnoot52
 
Uit bloet, dat lang most rotten,Ga naar voetnoot53
 
En droop van 't hooft, gewijt by Vranck, en Schotten?Ga naar voetnoot54
[pagina 573]
[p. 573]
55[regelnummer]
'T godtvruchtigh hooft van haer,
 
Die 't aertsche Rijck versmade om 't Kristaltaer?Ga naar voetnoot56
 
Vergeefs wilt ghy verdelgen
 
Het bloeiend puick der zegenrijckste telgen,
 
Gesproten uit haer' stam,
60[regelnummer]
Die afgeknot tot zulck een' wasdom quam,
 
En spande twee paer kroonen:Ga naar voetnoot61
 
Zoo hanthaeft Godt den staf van STUARTS zonen,
 
Den haet en nijt ten trots.
 
Ghy breeckt vergeefs uw buldren op een rots.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
De hemelsche Behoeder
 
[Die IAKOB vrijde, in 't lichaem zijner moeder,Ga naar voetnoot66
 
Voor 't goddeloos gewelt,
 
En 't zinckroer, op haer zwangre borst gestelt]Ga naar voetnoot68
 
Belacht de dreigementenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Van 't slim gedroght der vinnige serpenten,Ga naar voetnoot70
 
Dat met zijn' bitsen tantGa naar voetnoot71
 
Om aemtoght bijt door 's moeders ingewant.Ga naar voetnoot72
 
Dit Huis zal u verduren,Ga naar voetnoot73
 
En Londen eer zien treuren, zonder muren,
75[regelnummer]
Den stroom met puin gevult,
 
Dan ghy 't gezagh van KAREL kneuzen zult.
voetnoot*
Van 1644. Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano (Unger: Bibliographie, nr. 399).
Op 12 Mei 1641 was Thomas Wentworth, graaf van Strafford, minister van Karel I, onthoofd wegens - niet bewezen - hoogverraad (vgl. hiervóór blz. 215). Elf jaar had hij de koninklike macht uitgebreid en zonder het Parlement geregeerd. Toen in 1640 het Parlement, wegens de opstand der Schotten, samengeroepen moest worden, werd daar besloten Strafford te doen arresteren. De koning werd genoodzaakt, het doodvonnis te ondertekenen. Vondel beschouwde Strafford als slachtoffer van de gehate Puriteinen en richtte, als koningsgezinde, zijn verontwaardiging niet tegen de trouweloze vorst, maar tegen de oproerige onderdanen.
voetnootvs. 1
plaegh: slaat terug op de weerspannelingen in het opschrift.
voetnoot3-4
Reeds vroeg tot het Christendom bekeerd: gedoopt en door Christus' bloed verlost.
voetnoot7
Der Englen naem: woordspeling met Engeland.
voetnoot8
zijne Bloem: de roos, als zinnebeeld van Engeland, ontleend aan het wapen van de Engelse koningshuizen van York en Lancaster.
voetnoot14
halve Ioôn: wegens hun strenge viering van de Zondag, de Sabbat; vandaar ook de spotnaam Sabbatisten.
voetnoot16
kruist: martelt. Herinnering aan de terechtstelling van Maria Stuart en de vervolging der Katholieken (vgl. vs. 19-20).
voetnoot18
Van bedt op bedt: van geslacht tot geslacht; noch een reformacie: nl. na de overgang tot de Anglikaanse belijdenis, nu tot de Puriteinen.
voetnoot20
Eduaert: Eduard VI, die de bisschoppen gevangen zette, die de Anglikaanse belijdenis niet wilden volgen; zonder wet: die tegen de wet indruiste.
voetnoot22
jammers: genitief, afhangende van veel: veel ellende.
voetnoot27
stijl: stut, steunpilaar. Hij was nl. stadhouder van Ierland.
voetnoot30
Waarmee Londen zijn koning zoo smartelik trof, toen die bijl Strafford onthoofde.
voetnoot34
bus: geweer (oorspr. geschut, dan elk draagbaar vuurwapen).
voetnoot36
oprecht: rechtschapen.
voetnoot39-40
Vervolgen nu de geestverwanten van Elisabeth nog de zoon (het zaet) van de gestorven Jacob I?
voetnoot42
Twee Rijcken: Engeland en Schotland.
voetnoot43
's moeders ongelijck: het onrecht, zijn moeder (Maria Stuart) aangedaan.
voetnoot44
moederslaghtigh: moedermoordend. De wettige vorstin is de moeder van het volk.
voetnoot45
oorlooghstemmer: die de (burger)oorlog temt, beteugelt.
voetnoot49
rieckt: geurt; Roozen: zinspeling op het Engelse koningswapen (vgl. vs. 8)
voetnoot50
In Engelsch schuilt weer dezelfde woordspeling.
voetnoot52
roede: gesel; in verband met het volgende zaet: (fig. oorsprong) een woordspeling met rijs, twijg.
voetnoot53
most rotten: reeds vergaan is.
voetnoot54
by Vranck en Schotten: door Fransen en Schotten. Maria Stuart was in beide landen als koningin gekroond.
voetnoot56
om 't Kristaltaer: om haar geloof trouw te blijven.
voetnoot61
spande twee paer kroonen: zette vier kronen op 't hoofd, nl. ook die van Engeland en Ierland (de kroon spannen is oorspr. de kroon (krans) ombinden).
voetnoot64
op een rots: gelijk de onstuimige golven.
voetnoot66
vrijde: beveiligde, redde. Dit slaat op het komplot van edellieden, die Maria's gunsteling Rizzio in haar tegenwoordigheid doodden en haar, terwijl zij zwanger was, dreigden.
voetnoot68
zinckroer: pistool (roer, oorspr. buis, wordt tot: vuurwapen).
voetnoot69
Belacht: spot met.
voetnoot70
slim: kwaadaardig; gedroght is hier kollektief op te vatten: gespuis (Ned. Wdb. IV, 631; Vondel's Salomon, vs. 91: gedroght van adderen en pesten).
voetnoot71
bitsen: bijtende, scherpe.
voetnoot72
Om aemtoght: om lucht te krijgen, om zich te kunnen ontwikkelen.
voetnoot73
u verduren: uw aanval overleven (eig. langer bestaan dan gij).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys