Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 574]
[p. 574]

Morgenwecker der Sabbatisten.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
O Sabbatisten, Oproers rotten,Ga naar voetnootvs. 1
 
Ghy haelt het Troische paert der SchottenGa naar voetnoot2
 
Met pijp en trommel in het Rijck:Ga naar voetnoot3
 
Ghy treckt die laegh der Griecken binnen,
5[regelnummer]
En zult dit stuck te spa bezinnen.Ga naar voetnoot5
 
Hoe trapt ghy zelfs uw Roos in 't slijck!Ga naar voetnoot6
 
Ghy offert Edenburgh uw' zegen:
 
Ghy brenght het bly de sleutels tegen,Ga naar voetnoot8
 
Onthaelt dien schralen nagebuur;Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Gelijck de Slang den scherpen Egel,Ga naar voetnoot10
 
Verstijft van koude en ys en kegel;Ga naar voetnoot11
 
Maer dat onthael bequam haer zuur:
 
Want d'Egel, zonder deught te kennen,Ga naar voetnoot13
 
Begon te pricklen met zijn pennen
15[regelnummer]
Het Slangevel, gemack gewent;Ga naar voetnoot15
 
En wees zijn huiswaerdin met vloecken
 
Naer buiten, om gemack te zoecken.
 
O dwaze wijsheit van't Serpent!
 
Dit bulderen, dit ParlementenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Verslint de hooftsom, met de renten,
 
Van al uw erf en have en schat.
 
Hoe wort uw gout in roock verblazen!Ga naar voetnoot22
 
Hoe laet ghy u met dampen azen!Ga naar voetnoot23
 
Hoe draeit ghy, u ten val, dit radt!
25[regelnummer]
Met Gravekoppen af te houwen,Ga naar voetnoot25
[pagina 575]
[p. 575]
 
Een gruwelstuck u onberouwen,Ga naar voetnoot26
 
Wort meer geterght, en min gesmoortGa naar voetnoot27
 
Dees Hydre van 't inwendigh woeden:Ga naar voetnoot28
 
Dees diepe wonde is eerst aen 't bloeden.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Ghy stoockte 't vier: nu slaet het voort.Ga naar voetnoot30
 
Uw yver schry in 't endt vry verder,Ga naar voetnoot31
 
Verworgh de stem van uwen herder,Ga naar voetnoot32
 
En stop die Engelsche trompet:Ga naar voetnoot33
 
Akteon zit toch, binnen Londen,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Gebeten van zijn zwarte honden;Ga naar voetnoot35
 
Gelijck een hart, in 't bosch bezet.Ga naar voetnoot36
 
Ghy, lang gewoon uw dertle dagen,Ga naar voetnoot37
 
Vielt zwack om weelde en rust te dragen:Ga naar voetnoot38
 
Uw onervarentheit was blint
40[regelnummer]
In krijgh en vrede t'onderscheien,
 
En hoe dit lachen gaet voor 't schreien,Ga naar voetnoot41
 
Dat uit uw vesten eerst begint.Ga naar voetnoot42
 
Met 's Konings out gezagh te knacken
 
Geraeckt uw welvaert aen het zacken,
45[regelnummer]
En aen 't verdorren, als een boom,
 
Van zynen wortel afgesneden.
 
Men ziet, van boven tot beneden,
 
Een treurigheit op uwen stroom.
 
Ghy volght Ierusalem, in 't wryten;Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Daer die Zeloters d'EdomytenGa naar voetnoot50
 
Met schreeuwen kruiden in de stadt;Ga naar voetnoot51
 
Beschoten hof, en huis, en drempel;
 
Ontheilighden den zuivren tempel;
 
Misbruickt gelijck een storremkat.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Uw predickstoelen zelfs gedijenGa naar voetnoot55
 
U tot zo vele baterijen,
 
Waer uit men vier geeft op den Vorst,Ga naar voetnoot57
[pagina 576]
[p. 576]
 
En 't heiligh Recht der Majesteiten.
 
Helaes! dit valt een kostlijck pleiten.Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Ghy wont hem door uw eige borst.Ga naar voetnoot60
 
Uw scepterstormen, geen hervormen,Ga naar voetnoot61
 
Volght Lucifers banier in 't stormen,Ga naar voetnoot62
 
Die naer zijn Scheppers scepter stont;
 
En, flus noch goddelijck verengelt,Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Zagh zijn gestalt terstont gemengelt
 
Van yslijckheên, geploft te gront.Ga naar voetnoot65-66
 
Ghy waert gewijt tot 's Konings zetel,
 
En bloem: nu steeckt ghy, als een netel,
 
En krielt van onkruit, wilt en woest.
70[regelnummer]
Uw ackers, die eerst airen droegen,
 
Vergeten met gemack hun ploegen:
 
Uw degen blinckt: de ploegh verroest
 
Apostolijcke Orakels leerenGa naar voetnoot73
 
Godt vreezen, en den Koningk eeren:
75[regelnummer]
Zoo klinckt dit nimmer faelbaer woort,
 
Het welck u opeischt en gevangen:Ga naar voetnoot76
 
Ghy gaet nochtans zoo schelmsche gangen,
 
En opent uw bederf de poort.Ga naar voetnoot78
 
Om rijcksverraders te verrijcken,
80[regelnummer]
Die schatten uit uw schatting strijcken,Ga naar voetnoot80
 
Zoo rabraeckt ghy uw' welstant doodt.Ga naar voetnoot81
 
Nu broeders, yvert stout, als leeuwen,Ga naar voetnoot82
 
En erft die winst aen zoo veel weeuwenGa naar voetnoot83
 
En weezen, als ghy laet in noot.
85[regelnummer]
Ghy handelt braef geweer en wapen,Ga naar voetnoot85
 
En scheert het zwijn; de Schot uw Schapen:Ga naar voetnoot86
 
Zoo zeilt de lakenhandel voort.Ga naar voetnoot87
 
't Is fijn berockt, maer grof gesponnen,Ga naar voetnoot88
 
En Iorck, en Nieukasteel miswonnen:Ga naar voetnoot89
[pagina 577]
[p. 577]
90[regelnummer]
Ghy leght den Amirael aen boort:Ga naar voetnoot90
 
Ghy spaert geen kruit om hem te dwingen:
 
Maer wacht uw kiel: zy dreight te springen:Ga naar voetnoot92
 
Ghy geeft geen vonck dan met gevaer
 
Van u, en alle uw uitgepuurden,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Die 't schip van 't Rijck naer Scylle stuurden.Ga naar voetnoot95
 
Viel 's Konings vlagh uw' mast te zwaer?
 
 
1. Pet. 2. Eert den Koningk.
voetnoot*
Van 1644. Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano (Unger: Bibliographie, nr. 402).
In 't opschrift: Morgenwecker: wekker uit de slaap (voor de mettendienst) is een titel die bij pamfletten in Vondels dagen meer voorkwam.
voetnootvs. 1
Sabbatisten: zie het vorige gedicht, vs. 14; rotten: benden.
voetnoot2
het Troische paert der Schotten: de Schotten voegden zich bij het leger van het Parlement en legerden zich in York en Newcastle. Daarmee was als 't ware het paard van Troie binnengehaald, waarin zich de Griekse soldaten als in een hinderlaag verscholen hadden; vandaar: die laegh der Griecken in vs. 4.
voetnoot3
pijp: fluit.
voetnoot5
dit stuck te spa bezinnen: het schandelike van deze daad te laat beseffen.
voetnoot6
uw Roos: als het nationale symbool (vgl. het vorige gedicht, vs. 8 en 49).
voetnoot8
brenght tegen: draagt tegemoet.
voetnoot9
Onthaelt: haalt binnen; schralen: armoedige.
voetnoot10
Deze fabel verhaalt Vondel in zijn Warande der Dieren LXI (Dl. 1, blz. 638).
voetnoot11
ys en kegel: ijskegels.
voetnoot13
deught te kennen: weldaden (dankbaar) te erkennen.
voetnoot15
gemack gewent: niet gewend aan zo'n ruwe aanraking.
voetnoot19
Parlementen: Parlementsvergaderingen houden; woordspeling met parlementen: druk redeneren.
voetnoot22
verblazen: weggeblazen.
voetnoot23
azen: voeden.
voetnoot25
Gravekoppen: zinspeling op de onthoofding van Strafford.
voetnoot26
u onberouwen: door u niet berouwd.
voetnoot27
geterght: geprikkeld.
voetnoot28
Hydre: de Hydra, het bekende veelkoppige monster.
voetnoot29
eerst: pas, onlangs.
voetnoot30
slaet het voort: verbreidt het zich snel.
voetnoot31
yver: hier in ongunstige zin: fanatisme.
voetnoot32
Verworgh uwen herder: Willem Laud, aartsbisschop van Canterbury.
voetnoot33
die Engelsche trompet: zijn krachtig, nationaal protest. Misschien weer de bekende woordspeling in Engelsch.
voetnoot34
Akteon: de bekende jager, door Artemis in een hert veranderd en door zijn eigen honden omsingeld en verscheurd. Hier is bisschop Laud bedoeld, die in de Tower gevangen gezet was door zijn mede-Protestanten.
voetnoot35
zwarte: wegens de zwarte kleding van de Puriteinen.
voetnoot36
bezet: omsingeld.
voetnoot37
dertle dagen: tijd van losbandigheid en voorspoed.
voetnoot38
Vielt zwack: waart zwak.
voetnoot41
gaet voor: voorafgaat aan.
voetnoot42
eerst: pas.
voetnoot49
wryten: twisten.
voetnoot50
Tijdens het beleg van Titus waren de Joden onderling verdeeld. De Zeloten (of ijveraars) haalden toen de Edomyten (bewoners van Edom), vroeger de aartsvijanden der Joden, in de stad, die ze met roverij en geweld vervulden.
voetnoot51
kruiden: binnenhaalden (kruien is oorspronkelik duwen, stoten).
voetnoot54
storremkat: belegeringswerktuig (oorspr. beweegbaar schutdak waarop de blijde (steenwerptuig) stond).
voetnoot55
gedijen: worden.
voetnoot57
vier geeft op: schiet op, bestookt.
voetnoot59
dit valt een kostlijck pleiten: die strijd komt u duur te staan; kostlijck: kostbaar, duur.
voetnoot60
Voordat gij hem wondt, doorboort ge uw eigen borst.
voetnoot61
scepterstormen: uw aanval op het wettig gezag.
voetnoot62
Lucifer is sinds Vondels vroegste periode het prototype van de opstandeling.
voetnoot64
flus: kort te voren.
voetnoot65-66
gemengelt van yslijckheên: met gruwelike diervormen vermengd (vgl. Lucifer, vs. 1974-77: ‘helsche gruwzaemheên’); te gront: in de hel.
voetnoot73
Apostolijcke Orakels: onfeilbare uitspraken van de Apostelen. Dit slaat op de onder het gedicht aangehaalde tekst uit I Petrus 2, vs. 17: Vreest God, eert den Koning.
voetnoot76
en gevangen: en wel als gevangene.
voetnoot78
uw bederf: voor uw verderf.
voetnoot80
Die veel geld opstrijken van de door u opgelegde belastingen.
voetnoot81
rabraeckt (uit radebraakt: radbraakt) doodt: vernietigt; welstant: welvaart.
voetnoot82
yvert: vgl. yver in vs. 31.
voetnoot83
erft: laat na als erfenis (Ned. Wdb. III, 4218); die winst (ironies): die berooide toestand.
voetnoot85
handelt: hanteert; braef: dapper.
voetnoot86
scheert het zwijn: waarvan dus niets te halen is.
voetnoot87
zeilt voort: verplaatst zich naar andere kusten.
voetnoot88
berockt: op de rokken gezet (beeld aan 't spinnewiel ontleend): het plan is slim opgezet maar loopt mis.
voetnoot89
miswonnen (ontbreekt in het Ned. Wdb.): op een verkeerde manier gewonnen, nl. doordat de Schotten York en Newcastle in handen kregen.
voetnoot90
leght aen boort: klampt aan, entert; den Amirael: het admiraalschip, fig. voor de koninklike macht.
voetnoot92
wacht: pas op.
voetnoot94
uitgepuurden: spottend voor: Puriteinen.
voetnoot95
Scylle: de Scylla was een voor de schepen gevaarlike rotspunt in het Zuiden van Italië.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys