Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Aen de Joffers Katharyne en Anna Hinlopenaant.

In het Goy.Ga naar voetnoot*

 
Myn geest, tot lantvermaeck geneight,
 
Had uwen Eickhof hardt gedreight,Ga naar voetnootvs. 2
 
Daer eick by eick zoo vrolijck groeit,
 
Het velt vol zoete boeckweit bloeit,
5[regelnummer]
En levert aen de honighby
 
Een levendige schildery,Ga naar voetnoot6
 
Die 't oogh misleit door groeizaem kleur,Ga naar voetnoot7
[pagina 161]
[p. 161]
 
En noodt den reuck op verschen geur;Ga naar voetnoot8
 
Maer och de damp van eene koorts,
10[regelnummer]
Die 't naeste bloet, gelijck een toorts,Ga naar voetnoot10
 
Zoo vierigh blaeckt, benyde myGa naar voetnoot11
 
Dat schoon gezicht en zomerty:
 
Waer door het weimans hart ontluickt;Ga naar voetnoot13
 
Wanneer 't in koele schaduw duickt,
15[regelnummer]
In 't groene gras, en 't piepend kruit,Ga naar voetnoot15
 
En Titer volght met keel en fluit;Ga naar voetnoot16
 
Of vlieght en jaeght, door 't ParadijsGa naar voetnoot17
 
Van 't lachend Goy, naer eêl Patrijs,
 
En haes, en vos, met valck en hont,
20[regelnummer]
In 't kriecken van den morgenstont.
 
Noch schel ick u die vreught niet quijt,Ga naar voetnoot21
 
Maer spaerze op een' gelegen tijt,
 
Die Goeilants herderinnen stichtGa naar voetnoot23
 
In Duitsch met Maroos herdersdicht,
25[regelnummer]
Alreede in 't rijmeloos vertaelt;
 
Waer door mijn geest wat adems haelt,Ga naar voetnoot26
 
Terwijl een anders koortsverdrietGa naar voetnoot27
 
My uwe hoef en 't velt verbiet.Ga naar voetnoot28
voetnoot*
Van omtrent 1646. Afgedrukt volgens de tekst in J.v. Vondels Poëzy, 1650, blz. 270. De datering berust op de herinnering aan Vondels Vergilius-vertaling in vs. 24-25.
Katharyne en Anna waren dochters van Jacob Jacobsz. Hinlopen en Sara de Wael. In 1618 had Vondel hun huwelik bezongen (Deel 1, 781); in 1644 schreef hij het gedichtje Op den lager van Eickhof (Deel 4, 602). Blijkens het bovenstaande gedicht was Vondel op deze buitenplaats een welkome gast.
voetnootvs. 2
hardt gedreight: nl. met een bezoek.
voetnoot6
levendige: levende.
voetnoot7
groeizaem: groeikracht hebbende, vruchten belovende; kleur is hier onzijdig, gelijk meermalen in Vondels taal.
voetnoot8
verschen: frisse.
voetnoot10
't naeste bloet: de naaste verwant, waarschijnlik dus zijn dochter Anna.
voetnoot11
vierigh blaeckt: koortsachtig doet gloeien.
voetnoot13
weiman: jager.
voetnoot15
piepend: bij Vondel een gewoon epitheton bij kruid en gras, volgens het Ned. Wdb. (XII, 1543) onder invloed van de uitdrukking ‘groeien dat het piept’.
voetnoot16
Titer: Arcadiese herdersnaam bij Vergilius.
voetnoot17
vlieght: jaagt met jachtvogels (Mnd. Wdb. IX, 617), dus met de valck (vs. 19). Deze verzen zijn dus een zinspeling op de jachtliefhebberij van de eigenaar van Eickhof (vgl. het bovengenoemde gedichtje).
voetnoot21
schel: scheld.
voetnoot23
Goeilants herderinnen: de beide joffers, in de stijl van Vergilius' herderszangen tot herderinnen gemaakt. De dichter wil hun dus de onlangs voltooide proza-vertaling voorlezen of aanbieden.
voetnoot26
wat adems haelt: verademd, op dreef geraakt.
voetnoot27
een anders: nl. van zijn naeste bloet (vs. 10).
voetnoot28
hoef: buitenplaats.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • 'tGoy