Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 162]
[p. 162]

Maria Stuartaant.aant.

VAN 1646. AFGEDRUKT NAAR DE TEKST VAN DE eerste uitgave (te Kevlen in d'oude druckerye [lees: Amsterdam voor Abraham de Wees] 1646), waarvan het titelblad hiernaast typografies is nagevolgd. Unger: Bibliographie, nr. 431.

Op de plaats van het putje met devies ‘Elck zyn bevrt’ ziet men het portret van Maria Stuart, naar een verdwenen schilderij, met onderschrift ‘Myn hartekenner zit om hoogh’. In de linkerbovenhoek de roos van Engeland, de lelie van Frankrijk en de distel van Ierland, samengevat in de doornenkroon; rechts de palmtak, laurier en korenaar, verbonden door de rijkskroon. Een beschouwing over Vondel's bronnen vindt men achter in dit deel bij de Aantekeningen.

[pagina 163]
[p. 163]

Maria Stuart of Gemartelde Majesteit.

Te Kevlen

In d'oude druckerye.

MDCXLVI.



illustratie

[pagina 164]
[p. 164]

Den doorluchtighsten Vorst en Heere Eduart
door Godts genade Palts-Grave by den Ryn, Hertoge van Bajere.Ga naar voetnoot*

1 Ick brenge, ô doorluchtighste Vorst, uwe Grootmoeder, waerlijck eenGa naar voetnootr. 1 2 groote Moeder, Dochter, Gemalin, Moeder en Weduwe der Koningen,Ga naar voetnoot2 3 en, dat het allergrootste is, een Koningklijcke Kruisheldin en gekroondeGa naar voetnoot3 4 Martelares op ons Nederduitsch Toneel; niet gelijckze in Schotlant gezalft, 5 nochte te Parijs getrout, gekroont, en op den troon gezet, maer in Engelant,Ga naar voetnoot5 6 haer grootvaders en naer Rechte haer eigen erfrijck, op een schavot, na eenGa naar voetnoot6 7 langdurige gevangenis, van de naeste bloetvriendinne gemartelt wert, alleenGa naar voetnoot7 8 om haere erfwettigheit tot de zelve kroon, en stantvastigheit in het KatholijckGa naar voetnoot8 9 Geloof, heur waerdiger dan vier scepters en kroonen, ja haer eigen leven.Ga naar voetnoot9 10 Weinigen streecken hier die kroon van (Gode en zijn eere ten dienst) eenGa naar voetnoot10 11 zichtbare kroon en dit leven te versmaden. In de heilige boecken wort Moses 12 en Kristus alleen die lof toegeschreven. Moses weigerde, geloofs halve, een 13 zoon van Faroos dochter genoemt te worden (en zoo Iosephus getuigt, deGa naar voetnoot13 14 kroon zoo vroegh van zijn hooft ruckende, tradtze met voeten) en schatte 15 Kristus rijckdom en zijn volcks versmaetheit hooger dan de schatten vanGa naar voetnoot15 16 Egypten. Kristus, het eenige voorbeelt der volkomenheit, versmade beydeGa naar voetnoot16

[pagina 165]
[p. 165]

17 de kroon en dit leven, om Godt, zijnen vader, met de doornekroon te eeren. 18 In d'oude Martelschriften vint men de Koningen en Koninginnen, om denGa naar voetnoot18 19 godtsdienst gemartelt, dun gezait, gelijck trouwen gekroonde hoofden zelfsGa naar voetnoot19 20 dun gezaeit zijn. In deze leste, zoo veel koeler in yver dan d'eerste, tijden,Ga naar voetnoot20 21 komt een eenige MARIA STUART op, als een nieuwe star. Zy versmaet 22 haren grijzen stam, het edelste geslacht van geheel Kristenrijck. Zy vergeetGa naar voetnoot22 23 over de hondert voorzaten en voorvaders, alle Monarchen van haren bloede, 24 wiens oirsprong het einde van Alexander de Grootes tijt bereickt. Zy buightGa naar voetnoot24 25 haer vrye schouders gewilligh, geduldigh onder het kruis, ten spiegel vanGa naar voetnoot25 26 alle Kriste Vorsten. Hierom blincktze nu met recht onder de zalige Martel-Ga naar voetnoot26 27 starren in Godts hemelsche klaerheit, aen de voeten van Maria, wiens naem 28 zy zoo waerdigh gedragen heeft, als zy haer, onder het twintighjarige kruis, 29 en met zoo vele zwaerden van wederwaerdigheit doorregen, nader dan zooGa naar voetnoot29 30 vele Koninginnen stont. De tooneelwetten lijden by Aristoteles naulicks,Ga naar voetnoot30 31 datmen een personaedje, in alle deelen zoo onnozel, zoo volmaeckt, de 32 treurrol laet spelen; maer liever zulck eene, die, tusschen deughdelijck enGa naar voetnoot32 33 gebreckelijck, den middelwegh houde, en met eenige schuit en gebrekenGa naar voetnoot33 34 behangen, of door een hevigen hartstogt tot iet gruwzaems vervoert wert:Ga naar voetnoot34 35 waerom wy, om dit mangel te boeten, Stuarts onnozelheit en de recht-Ga naar voetnoot35 36 vaerdigheit van haere zaeck met den mist der opspraecke en lasteringe enGa naar voetnoot36 37 boosheit van dien tijdt benevelden, op dat haer Kristelijcke en Koningklijcke 38 deugden, hier en daer wat verdonckert, te schooner moghten uitschijnen.Ga naar voetnoot38 39 Zoo steeckt gouden en purperen glans op nevels en wolcken, en licht op 40 bruine schaduwen af. Het docht my al t'onbillick, dat de NederduitschenGa naar voetnoot40 41 hier in andere volcken en tongen, die haer tooneelen met dit kostelijckeGa naar voetnoot41 42 bloet purperden iet zouden toegeven: en het lagh al eenige jaren geledenGa naar voetnoot42-43 43 by my, als een belofte, haere Majesteits godtvruchtige faem, die zoo hoogh 44 gestegen, mijne nochte iemants pen behoeft, van verre in haer schaduweGa naar voetnoot44 45 naer te streven; en noch te vieriger, dewijl ick, des onwaerdigh, mijn ge- 46 boortejaer by Mariaes moortjaer (marteljaer most men zeggen) of lieverGa naar voetnoot46-47 47 geboortejaer gedencke. De Heilige Kerck is van outs gewoon de geboorte 48 der Martelaren naer de geboorte der ziele, en niet naer de lichamelijcke, 49 te vieren; aengezien de ziel ten marteldage, van den lichame ontbonden,

[pagina 166]
[p. 166]

50 in den hemel, en het licht der onsterflijckheit, ten eeuwigen leven geborenGa naar voetnoot50 51 wort. Ick nam de vrymoedigheit dit treurspel uwe Vorstelijcke Doorluchtig- 52 heit op te dragen, die d'eerste van uwe Grootmoeders nakomelingen haerGa naar voetnoot52 53 heilige asschen en geest verquickt met den Katholijcken Roomschen Godts- 54 dienst t'omhelzen, en haer godtvruchtige voetstappen na te volgen; eenGa naar voetnoot54 55 zaeck, die zy in het uiterste haren eenigen zoon Iakob, uwen Grootvader,Ga naar voetnoot55 56 namaels Monarch van Groot Britanje, zoo hartelijck beval, als zy die groot-Ga naar voetnoot56-57 57 hartigh met haer Kristelijck bloet bezegelde: en zeker boven uw Groot- 58 moeders voorbeelt vermaent u daer toe u eigen naem, zoo loflijck by deGa naar voetnoot58 59 Katholijcke Koningen van Engelant, uwe voorvaders, gedragen, en waer 60 onder men twee Eduarden telt, eenen met den tijtel van Martelaer, denGa naar voetnoot60 61 anderen met dien van Heiligh gekroont. Oock ontbrack het van outs den 62 Hertogen van Bajere, waer uit uw Keizerlijck en Keurvorstelijck stamhuis 63 zijnen oirsprong nam, noit aen voorbeelden van Heiligheit en godtvruch-Ga naar voetnoot63 64 tigheit, die u nu op deze hemelsche heirbaen welkomen, zegenen, en metGa naar voetnoot64 65 hun voorbede stercken, terwijl ick het gewijde tooneel openzet, daer uwe 66 Grootmoeder weder te voorschijn komende, den aenschouweren te gelijck 67 schrick aenjaeght, en tranen van medoogen ten oogen uitperst.Ga naar voetnoot67

[pagina 167]
[p. 167]

Inhout.

1 Koningin MARIA STUART, eenige erfdochter van Jakob den vijfden, 2 Koning van Schotlant, en nicht van Henrick den zevenden, Koning van Enge-Ga naar voetnootr. 2 3 lant, wert om hare stantvastigheit in den Katholijcken Godtsdienst, na het 4 uitstaen van valsche lasteringen, gewelt, lagen en gevangenis, genootzaecktGa naar voetnoot4 5 ten rijcke uit te vlughten, voor de wreetheit van den staetzuchtigen tyranGa naar voetnoot5 6 Mouray, haren bastertbroeder, en de godtvergetenheit en meineedigheitGa naar voetnoot6 7 der Puriteinsche Schotten, aengeschonden door hare nicht Elizabeth, dieGa naar voetnoot7 8 deze onnozele en oprechte ziel onverzoenelijck haette, dewijlze noch jongGa naar voetnoot8 9 in Vranckrijck aen den Dolfijn getrouwt, niet uit eige staetzucht, maerGa naar voetnoot9 10 ontijdige drift van Guize en Lothringen, haere oomen, en Koning Henrick,Ga naar voetnoot10 11 den tweeden, haren schoonvader, en Francois den tweeden, haren gemael, 12 voor Koningin van Engelant en Yrlant uitgeroepen wiert; waer van men, 13 hoewel zy in der daet wettiger dan Elizabeth was, nochtans vredes halve,Ga naar voetnoot13 14 eerlang afstont, behoudende evenwel het erfrecht van de naeste na Eliza-Ga naar voetnoot14 15 beth, indien deze zonder oir overleedt, tot de kroon gewettight te zijn.Ga naar voetnoot15 16 De vervolghde Koningin nam dan in noot haren toevlught in Engelant,Ga naar voetnoot16 17 listigh derwaert getroont van Elizabeth, die op woort nochte beloftenGa naar voetnoot17 18 passende, en het heiligh gastrecht schendende, de vervolghde en in haerGa naar voetnoot18 19 recht verdruckte bloetvriendin, in plaetse van Kristelijck en KoningklijckGa naar voetnoot19 20 onthael, en beloofde noothulp, over de achtien jaren zoo vast gekerckertGa naar voetnoot20 21 hielt, dat vriendelijcke bede nochte verzoeck, nochte tusschenspraeck,Ga naar voetnoot21 22 nochte aengewende middelen, of aenslagen de gevange niet alleen aen 23 geenen vrydom holpen, maer heur ellende t'elckenmale meer bezwaerden,Ga naar voetnoot23 24 tot dat men endelijck, (aengezien zy noit om eenige beloften den Room- 25 schen Godtsdienst wou verloochenen) haer, op een daer toe met voordachtGa naar voetnoot25 26 gesmede wet, en onder schijn, datze Elizabeth naer het hart en de kroon 27 gesteecken had, valschelijck en gruwelijck, tegens alle goddelijck en men-Ga naar voetnoot27 28 schelijck Recht, ter bijle verwees. Het tooneel vertoont het kasteel van 29 Fodringaye. De Rey bestaet uit Staetjofferen der Koninginne.Ga naar voetnoot29

[pagina 168]
[p. 168]

Personaedjen.Ga naar voetnoot*

BIECHTVADER.

MELVIN. Hofmeester.

BURGON. Lijfarts.

REY van STAETJOFFEREN.

MARIA STUART. Monarche van Groot Britanje.

KENEDE'. Kamenier.

DE GRAVEN. Halsrechters.

PAULET. Slotvooght.

Incomparabilis Heroïnae Anagramma.
Maria Stuarta erat Matura arista.

EPITAPHIUM.

Vivificante Fide MATURA resurget ARISTA.

Secta odio, JESU lecta, STUARTA, manu.

Byschrift Op d'afbeeldinge van Koningin Maria Stuart.aant.Ga naar voetnoot*

 
Zoo bloeide STUARTs jeught, eer haet heur hooft zagh rollen;
 
Eerze, op 't verwoet schavot, van hartewee gezwollen,Ga naar voetnootvs. 2
 
Onnozel storf, onthalst naer die gesmede Wet.Ga naar voetnoot3
 
Zoo wert MARIE omhelst van nicht ELIZABETH.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Twee punten hebben haer de bijl door 't vleesch gedreven,
 
Haer erfrecht tot de Kroon, en haer Katholisch leven.Ga naar voetnoot6
voetnoot*
Eduart: de vijfde zoon van Keurvorst Frederik, de verdreven Koning van Bohemen en Elizabeth van Engeland. Hij was 5 Oktober 1625 in Den Haag geboren, huwde op twintigjarige leeftijd Anna de Gonzaga, en ging tot de Katholieke godsdienst over. Als de enige achterkleinzoon van Maria Stuart die Katholiek was, werd hem dit drama opgedragen.
voetnootr. 1
Grootmoeder: eigenlik dus: overgrootmoeder.
voetnoot2
Dochter: van Jacob V van Schotland; Gemalin: van Frans II van Frankrijk; Moeder: van Jacob I (als koning van Schotland Jacob VI); Weduwe: van Frans II.
voetnoot3
Kruisheldin: heldin, lijdende voor haar geloof.
voetnoot5
getrout in 1558; gekroont in 1559 als koningin van Frankrijk.
voetnoot6
Aan het huwelik van Margareta Tudor, dochter van Hendrik VII van Engeland, met Jacob IV van Schotland, ontleende het huis Stuart zijn aanspraken op de Engelse troon.
voetnoot7
gevangenis: gevangenschap; van: door.
voetnoot8
erfwettigheit tot: wettige aanspraken op.
voetnoot9
vier: nl. van Frankrijk, Schotland, Engeland en Ierland.
voetnoot10
streecken hier die kroon van: hebben deze eer behaald.
voetnoot13
Iosephus: Flavius Josephus: Antiquitas iudaica (boek II, cap. VI) verhaalt dat Pharao aan Mozes, als teken dat hij hem tot zoon aannam, de kroon opzette, maar deze wierp de kroon op de grond en trapte er op. Dit scheen een slecht voorteken en een heilig schrijver ried Pharao het kind te doden.
voetnoot15
versmaetheit: vernedering.
voetnoot16
eenige: door niemand overtroffen (vgl. r. 21).
voetnoot18
Martelschriften: levensbeschrijvingen der martelaren.
voetnoot19
trouwen: trouwens; zelfs: zelf.
voetnoot20
yver: geloofsijver.
voetnoot22
grijzen: overoude.
voetnoot24
wiens: bij Vondel ook na het meerv. en na vrouwelike woorden (zie r. 27).
voetnoot25
geduldigh: lijdzaam.
voetnoot26
Kriste: meerv. vorm naast Kristen.
voetnoot29
wederwaerdigheit: tegenspoed, lijden.
voetnoot30
lijden: dulden.
voetnoot32
deughdelijck: deugdzaam.
voetnoot33
gebreckelijck: slecht van aard.
voetnoot34
vervoert: meegesleept.
voetnoot35
dit mangel te boeten: deze tekortkoming te herstellen; onnozelheit: onschuld.
voetnoot36
opspraecke: afkeuring, blaam.
voetnoot38
hier en daer wat verdonckert: de bedoeling is: ‘tegen die donkere achtergrond’. Vondel tracht vergeefs te vergoeliken, wat in de hoofdpersoon van zijn drama inderdaad in strijd met Aristoteles' opvatting is: zij blijft immers de ‘vermoorde onnozelheit‘.
voetnoot40
bruine: donkere.
voetnoot41
andere volcken en tongen: Antoine de Montchrestien dichtte een drama: L'Ecossaise, ou Marie Stuart (1601) en Frederigo della Valle: La Reina di Scotia (1628).
voetnoot42-43
het lagh by my: ik had het voornemen.
voetnoot44
haer: nl. van die buitenlandse voorgangers.
voetnoot46-47
of liever geboortejaer: de volgende zin geeft de verklaring.
voetnoot50
ten: voor het.
voetnoot52
d'eerste: als eerste.
voetnoot54
Die overgang was juist in het jaar 1645 geschied.
voetnoot55
in het uiterste: op het laatst van haar leven.
voetnoot56-57
zoo hartelijck beval, als: even nadrukkelik aanbeval (waar zij even sterk op aandrong) als; groothartigh: dapper.
voetnoot58
by: door.
voetnoot60
twee Eduarden: Eduard de Martelaar (963-78) en Eduard de Belijder (± 1002-66).
voetnoot63
voorbeelden: Willem V, de Vrome (1579-97) van Beieren, stond geheel onder invloed van de Jezuïeten, trok zich in een klooster terug en liet de regering over aan zijn zoon Maximiliaan I (1597-1651) die, door de Jezuïeten opgevoed, in Duitsland aan de spits van de Tegenhervorming stond.
voetnoot64
welkomen: verwelkomen.
voetnoot67
Het teweegbrengen van schrick en medoogen bij de toeschouwer was de eis, die de Grieken, volgens Aristoteles, aan de tragedie stelden. Ook hiermee wil Vondel dus te kennen geven dat hij de klassieke regels in het oog gehouden had.
voetnootr. 2
nicht: afstammeling, nl. de achterkleindochter.
voetnoot4
uitstaen van: blootstaan aan; lagen: aanslagen (oorspr. hinderlagen).
voetnoot5
staetzuchtigen: heerszuchtige.
voetnoot6
Mouray: Murray (zie de aant. bij vs. 120).
voetnoot7
aengeschonden: opgezet (eig. opgejaagd).
voetnoot8
onnozele en oprechte: onschuldige en rechtschapen.
voetnoot9
Dolfijn: dauphin, kroonprins; staetzucht: zie bij r. 5.
voetnoot10
drift: het doordrijven; Guize en Lothringen: Frans van Lotharingen, hertog van Guise en Karel van Guise, Kardinaal van Lotharingen, broeders van Maria de Guise, Maria Stuart's moeder.
voetnoot13
wettiger was: meer wettige aanspraken had.
voetnoot14
afstont: afstand deed; de naeste: het naast.
voetnoot15
oir: erfgenaam.
voetnoot16
nam haren toevlught: vluchtte om hulp te zoeken.
voetnoot17
van: door.
voetnoot18
passende op: zich bekommerende om.
voetnoot19
bloetvriendin: bloedverwante.
voetnoot20
onthael: ontvangst; noothulp: hulp in nood.
voetnoot21
tusschenspraeck: bemiddeling, voorspraak.
voetnoot23
vrydom: vrijheid; holpen: oudere vorm dan hielpen.
voetnoot25
met voordacht: met voorbedachten rade, opzettelik.
voetnoot27
gesteecken: oudere vorm dan gestoken.
voetnoot29
Fodringaye: het kasteel Fotheringay, in het graafschap Northampton, waar Maria Stuart onthoofd is.
voetnoot*
Biechtvader: zie bij vs. 1; Melvin: Sir Andrew Melville, Maria's intendant, ondanks zijn Protestants geloof, aan zijn meesteres gehecht; Burgon: eigenlik Bourgoing; Kenede': de statiedame Jane Kennedy; de Graven: zie bij vs. 485; Paulet: zie bij vs. 5.
De vertaling van het Latijn luidt: De letteromzetting van de onvergelijkelike Heldin Maria Stuart was Matura arista (d.i. rijpe korenaar). - Grafschrift: Door het levendmakend geloof zal Stuart, een rijpe korenaar, door de haat afgesneden, door Jezus' hand geplukt, herrijzen.

voetnoot*
Van 1646. Afgedrukt volgens de tekst in de eerste druk van Maria Stuart (1646) Unger's Bibliographie, nr. 431.
voetnootvs. 2
't verwoet schavot: 't schavot, door haar verwoede vijandin opgericht; gezwollen: zinspeling op de kwaal, in het drama (vs. 199-vlg.) beschreven.
voetnoot3
Onnozel storf: onschuldig stierf; gesmede: voor dat doel gemaakte.
voetnoot4
Vgl. de parallel in de Rei van het eerste bedrijf.
voetnoot6
Katholisch: met een aan het Duits ontleend suffix.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Maria Stuart of Gemartelde majesteit