Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 361]
[p. 361]

Lyckzang over den Heer Kasper van Baerle,
Professor t'Amsterdam.aant.Ga naar voetnoot*

MUSA VETAT MORI.

 
Nu daelt de gansche HelikonGa naar voetnootvs. 1
 
In rouwe, en schreit een Hengstebron
 
Van tranen op Apolloos zoon.Ga naar voetnoot2-3
 
Apollo treet zijn lauwerkroon
5[regelnummer]
Met voeten, en verteert, en smilt
 
Tot water. Och, wie paeit, wie stiltGa naar voetnoot6
 
Den vader, die zoo root beschreit,Ga naar voetnoot7
 
Zijn goude stralen nederleit
 
Om dien herboren Klaudiaen.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Een Godt stort nimmermeer een traen,
 
't En zy om iemant van zijn bloet,Ga naar voetnoot11
 
Op Pindus toppen opgevoedt.
 
Nu zwijght de honighzoete tong
 
Des nachtegaels, die eeuwigh zong,
15[regelnummer]
En quinckeleerde 't heele jaer;
 
Die harp, teorb, en cimbelsnaer,Ga naar voetnoot16
 
En orgels mengde met zijn keel.
 
Dees Koopstadt, die een lustprieel,Ga naar voetnoot18
 
Een Tempe scheen, vol zangk en klanck,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Begint te quijnen, en leit kranck
 
Voor over op dien kouden zerck.
[pagina 362]
[p. 362]
 
Een zantkuil, een bekrompen perckGa naar voetnoot22
 
Begrijpt dat groote lijck, wiens faemGa naar voetnoot23
 
De werelt valt te kleen, en aêm
25[regelnummer]
En leven schept uit 's Dichters stof;
 
Waer eenigh Rijck of Vorstenhof
 
Hem eert voor zijne heldenmaet;Ga naar voetnoot27
 
Zoo lang hy luit of trommel slaet.
 
Ons Hollandt mist zijn Zanggodes,
30[regelnummer]
En Aristotels wijze les,Ga naar voetnoot30
 
En Hippokraet, en CiceroGa naar voetnoot31
 
In 't eene lijck. Helaes, hoe noo
 
Verliest een kenner zijn juweel!Ga naar voetnoot33
 
Zoo valt oock 't eelste een graf ten deel.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Men houwe 'r, in een' lauwerkrans,
 
Dees letters op, ten roem des mans:
 
Hier sluimert BAERLE neffens HOOFT.Ga naar voetnoot37
 
Geen zerck hun glans noch vrientschap dooft.Ga naar voetnoot38
 
 
JUSTE.
voetnoot*
Van 1648. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger: Bibliographie, nr. 456).
Kasper van Baerle (1584-14 Januarie 1648), professor aan het Athenaeum Illustre, beroemd als Latijns dichter en bevriend met Hooft (vgl. Dl. 3, blz. 398). Musa vetat mori: de Muze verbiedt (hem) te sterven, d.w.z. zijn kunst maakt hem onsterfelik.
voetnootvs. 1
de gansche Helikon: Apollo met de Muzen, die de Helicon bewonen.
voetnoot2-3
een Hengstebron van tranen: de Hippokrene, de bekende bron bij de Helicon. Deze hyperbool is ingegeven door de retories-gezwollen beeldspraak van Van Baerle's Latijnse poëzie. Vgl. evenwel: 'Schrey Cederbeken en Jordanen' in Salomon, vs 1673.
voetnoot6
paeit: brengt tot kalmte, troost.
voetnoot7
Den vader: Apollo, die als zonnegod goude stralen (vs. 8) heeft.
voetnoot9
herboren Klaudiaen: Van Baerle, in wie de geest herleeft van de Latijnse dichter Claudianus (vgl. hiervóór, blz. 245).
voetnoot11
't En zy: tenzij; bloet: verwantschap, familie.
voetnoot16
teorb: de theorbe, een grote luit; cimbel: een driehoekig snaarspeeltuig (Ned. Wdb. III, 2039). Van Lennep meent dat met deze vier instrumenten achtereenvolgens de Hebreeuwse, Griekse, Latijnse en Nederlandse melodieën bedoeld zijn, als aanduiding dat hij in al die talen dichtte.
voetnoot18
lustprieel: lusthof.
voetnoot19
Tempe: het bekende liefelike dal in Thessalië.
voetnoot22
bekrompen perck: klein bestek, kleine oppervlakte.
voetnoot23
Begrijpt: bevat; wiens faem: voor welks roem.
voetnoot27
heldenmaet: grootse, verheven poëzie.
voetnoot30
Aristotels wijze les: de onderrichting van deze grote wijsgeer.
voetnoot31
Hippokraet: beroemd Grieks medicus. Van Baerle wordt zo genoemd, omdat hij na zijn afzetting als Remonstrants predikant ook in de medicijnen gestudeerd had en te Caen de doctorstitel verwierf; Cicero: wegens zijn Latijnse welsprekendheid.
voetnoot33
juweel: kostbaarheid.
voetnoot34
't eelste: aan het edelste.
voetnoot37
neffens Hooft: Hooft was het vorige jaar in dezelfde Nieuwe Kerk begraven.
voetnoot38
Hun gezamenlike roem en hun vriendschap worden door de dood niet vernietigd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over C. Barlaeus