Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.15 MB)

ebook (6.98 MB)

XML (3.07 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragikomedie
pastorale


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

(1931)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 827]
[p. 827]

Gethsemani of Engeletroost.aant.Ga naar voetnoot*

 
De Godtheit trock, in 't lichaem van MARYE,
 
Het lichaem aen, op datze lijden zou,
 
Tot 's menschdoms heil, wat wet en profecyeGa naar voetnootvs. 3
 
Had afgebeelt, en voorgespelt zoo trou.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Dees uur ghenaeckte, als JESUS, met verlangen
 
Naer 't heilzaem Kruis, zijn lichaem en zijn bloet
 
Had uitgereickt, daer danckbaer met gezangenGa naar voetnoot6-7
 
Het twaleftal Godt looft voor 't hemelsch goet.Ga naar voetnoot8
 
De leerling had den meester, hier in 't middenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ter Paeschfeeste, al op snooden prijs geschat:Ga naar voetnoot10
 
Nu gingenze uit met Godt, om Godt t'aenbidden.
 
De bidplaets was d'Olijfbergh, by de Stadt.
 
Messias scheit zich af van alle d'anderen,
 
Op dat hy zigh nu wapen' met gebeên.
15[regelnummer]
Het treurtooneel zal draeien, en veranderen:Ga naar voetnoot15
 
De bende komt, en Judas treet voorheen.Ga naar voetnoot16
 
d'Aenstaende schimp en smaet, de smert van 't lijden
 
Ontvouwen zigh voor zijn alwetende oogh:
 
En schoon de Zoon dit flus zagh met verblijden,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Niet minder dan de Vader zelf om hoogh;
 
De kranckheit der nature is niet gescheienGa naar voetnoot21
 
Van 't lichaem, daer de geest den strijt gevoelt,
 
En duizent ween, noit uitgebeelt met schreien;Ga naar voetnoot23
 
Een' gloet van pijn, door tranen noit verkoelt.
25[regelnummer]
Hy voelt alree de koorden, d'ysre vuisten,
 
En 't lastigh kruis. Hy hoort den smaet, en schimp.Ga naar voetnoot26
 
Hy kent alree wat vyanden hem kruisten,
[pagina 828]
[p. 828]
 
Met schijn van schrift, en Farizeeuschen glimp.Ga naar voetnoot28
 
Het bloetgelt ziet hy zijn' scholier ontfangen,
30[regelnummer]
En tegens Godt den Ouderling gekant;Ga naar voetnoot30
 
Het purpren kleet om zijne schouders hangen,
 
Den rieten staf hem steecken in de handt.
 
Hy voelt de smart der doornekroone en roeden
 
En nagelen. hy proeft, gesmacht van dorst,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
De gal en eeck der tygersche gemoeden.Ga naar voetnoot35
 
Hy voelt de speer, den moortsteeck in zijn borst.
 
Hy worpt zich neêr wel driemael, schijnt te zinckenGa naar voetnoot37
 
In 't graf des doots, en bidt in dit geschil:Ga naar voetnoot38
 
O Vader, laet my dezen kelck niet drincken;
40[regelnummer]
Doch Vaders wil sta boven mijnen wil.
 
Hy worstelt met de doodt, in zijn gebeden.
 
Het dootzweet breeckt hem uit, zoo root als bloet.
 
Het bloet, uit angst, komt vloeien, langs zijn leden
 
Op d'aerde, daer hy neêrstort, flaeu van moedt.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Den Vader komt dit moortgeschrey ter ooren,Ga naar voetnoot45
 
En zent ten troost, uit 's hemels hoogsten troon,
 
Een' Engel neêr aen zijnen eerstgeboren
 
En eenigen en troosteloozen Zoon.
 
Hoewel de naem des troosters wort gezwegen,
50[regelnummer]
Het was misschien d'Aertsengel Gabriel,
 
Die voortijts broght de bootschap van Godts zegen
 
Aen Iosefs bruit, in d'onbesmette cel.
 
Hy vint hem op zijn aenschijn neêrgevallen
 
In stof en bloet, dat van dit aenschijn droop,
55[regelnummer]
Daer Cherubijns om wenschen met hun allen.
 
Hy heft hem op, en heldert JESUS hoop.Ga naar voetnoot56
 
Hy stut den hals en 't hooft, en streelt de kaecken
 
Met zijne hant, noch zachter dan fluweel.
 
Hy kust Godts mont, en schijnt hem aen te blaeckenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
En sterckt het hart, met geur uit Godts prieel.Ga naar voetnoot60
 
Hy spreeckt ten leste: O eenige uitgekoren.
 
O erfgenaem van Godt en 't hemelsch Rijck!
 
Wat is uw hooft en kroon om hoogh beschooren!
 
Wat is die kroon uw schimpkroon ongelijck!Ga naar voetnoot64
[pagina 829]
[p. 829]
65[regelnummer]
Hoe wil uw naem en tittel alle naemenGa naar voetnoot65
 
Verdooven, als de hemel aerde en hel,Ga naar voetnoot66
 
Voor u geknielt, in JESUS Naem, te zamen
 
Zich buigen voor uw' troon, en voetschabel!Ga naar voetnoot68
 
De heemlen en alle Engelen verlangen
70[regelnummer]
Naer uwe komste, en blijde hemelvaert.
 
Ons Paradijs luickt op, van groot verlangen.Ga naar voetnoot71
 
Alle oogen zien, vol hoops, benedenwaert.
 
Al wortghe in 't aertsch Jeruzalem verschoven,Ga naar voetnoot73
 
Ter poorte uit naer den Kruisbergh toe geleit;
75[regelnummer]
Een schooner stadt, Jeruzalem daer boven,
 
Ontsluit voor u haer' glans en heerlijckheit.
 
De mantel, uw triomfkleet, wort geschapen,
 
Vol zonnen en vol starren rijck gezaeit,
 
Vol fenixen. het Kruys, uw heerlijck wapen,
80[regelnummer]
Zal glinstren, waer de zon haer oogen draeit.
 
Hoe kan 't geloey der Schriftgeleerde stieren,Ga naar voetnoot81
 
Dat vloecken, dat verlastren uwe FaemGa naar voetnoot82
 
Verdooven! geen gebulck van tempelierenGa naar voetnoot83
 
Verdooft de loftrompet van JESUS Naem.
85[regelnummer]
Dees druppels bloets verkeeren in robijnen,
 
In perlesnoer de tranen, hier gestort.
 
De zon en maen zich schamen meer te schijnen,
 
Als ghy uw kleet met diamant omgort.
 
Dat tittelschrift, ten schimpschrift van de waerheit,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Aen 't Kruis gehecht, eerlange der Hebreen
 
Schijnheiligheit, met goddelijcke klaerheit,
 
Verwijten zal dien hoon, by u geleên;Ga naar voetnoot92
 
Wanneerge heerscht door nimmer eindende eeuwen,
 
In 't onbepaelt en eeuwigh erfgebiet,Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Als Godts Gezalfde en Koningh der Hebreeuwen
 
En Onhebreen, waer 't licht zijn stralen schiet.Ga naar voetnoot96
 
Verbergh uw' glans en Godtheit noch drie dagen,
 
Een oogenblick by d'aenstaende eeuwigheit;Ga naar voetnoot98
 
Zoo ras de zon dan 's morgens stijght te wagen,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Zal 't licht u zien geweckt met majesteit.
 
Dan zullen Doot noch graf u langer houden;
[pagina 830]
[p. 830]
 
Uw grafwacht, al verbaest op dat gerucht,Ga naar voetnoot102
 
Zoo menige als op zichtbre maght betrouden,Ga naar voetnoot103
 
Uit schaemte en angst, zich geven op de vlught.Ga naar voetnoot104
105[regelnummer]
Ten spiegel van de quaên, ten troost der vrome,Ga naar voetnoot105
 
Zal Godt uw bloet hereischen van hun hant;Ga naar voetnoot106
 
Wanneer de wraeck en roode Roe van RomeGa naar voetnoot107
 
Haer' standert hier op 's tempels puinhoop plant.
 
De Rechter, met de Wetgeleerde Vloecken,Ga naar voetnoot109
110[regelnummer]
Gedaghvaert voor uw' strengen rechterstoel,
 
Zal schaduwen in moortspeloncken zoecken,Ga naar voetnoot111
 
Op hoop of eens uw grimmigheit verkoel'.
 
Terwijlwe noch dat hooghste Recht verbeien,
 
En ghy alleen de wijnpers treden moet,Ga naar voetnoot114
115[regelnummer]
Betrou dat wy uw smeecken en uw schreien
 
Den Vader biên, en voeren te gemoet.
 
Ghy kent zijn hart en gloeiendige liefde.Ga naar voetnoot117
 
Heeft hy van zelf het menschdom zoo bemint,Ga naar voetnoot118
 
Dat zijnen Zoon, zijn hart, zoo bitter griefde;
120[regelnummer]
Wat liefde draeght hy zijn gehoorzaem kint!
 
Gezegent hooft der Serafijnsche Geesten,
 
Getroost u dan dit worstlen voor Godts eer.
 
Om Godt, om uw triomfen en uw feesten,
 
Aenvaert dien kelk, een' kruiskelk, dan geen' meer.Ga naar voetnoot124
125[regelnummer]
d'Aertsengel wascht het aenschijn met zijn slippen.Ga naar voetnoot125
 
En JESUS niet zoo dra dien kelck ontfong,Ga naar voetnoot126
 
Met eenen kus van troost voor mont en lippen,
 
Of mist hem, als een blixem, op een sprong.Ga naar voetnoot128
 
 
J.V. VONDEL.
voetnoot*
Van 1654. Afgedrukt volgens de tekst in Klioos Kraam II, Leeuwarden 1657, blz. 108.
Ook dit gedicht maakt de indruk, oorspronkelik een bijschrift te zijn bij een schilderij of een prent. Daarop wijst m.i. vooral het laatste gedeelte: de engel die de beker aanbiedt en het gezicht met de slippen van zijn kleed bedekt.
voetnootvs. 3
wet: het Oude Testament; profecye: de profetiese boeken.
voetnoot4
afgebeelt: in prototypen van Christus; voorgespelt: voorspeld, nl. de komst van de Messias.
voetnoot6-7
Aan het laatste Avondmaal.
voetnoot8
het twaleftal: de apostelen.
voetnoot9
De leerling: Judas.
voetnoot10
op snooden prijs geschat: de schandelike prijs voor het verraad bepaald (vgl. vs. 29).
voetnoot15
Een nieuw bedrijf van het drama zal beginnen.
voetnoot16
voorheen: vooruit.
voetnoot19
flus: dadelik.
voetnoot21
kranckheit: zwakte.
voetnoot23
noit uitgebeelt met schreien: waaraan geen tranen voldoende uiting kunnen geven?
voetnoot26
lastigh: drukkend.
voetnoot28
schijn van schrift: schijn van (wettelik) recht; Farizieeuschen glimp: schijnheilige voorwendsels.
voetnoot30
den Ouderling: zie Matth. 27, 1, 12 en 20, waar de ‘ouderlingen’ naast de overpriesters genoemd worden.
voetnoot34
gesmacht: versmacht.
voetnoot35
eeck: edik, azijn; tygersche: dierlik-wrede; gemoeden (oud meerv.): gemoederen.
voetnoot37
worpt: werpt.
voetnoot38
geschil: zielestrijd.
voetnoot44
flaeu van moedt: ontmoedigd (flaeu: verslapt).
voetnoot45
moortgeschrey: jammerklachten.
voetnoot56
heldert: verlevendigt.
voetnoot59
aen te blaecken: met licht te bestralen.
voetnoot60
Godts prieel: het paradijs.
voetnoot64
schimpkroon: de doornenkroon, hem tot bespotting opgezet. Welk een geheel andere kroon staat u te wachten!
voetnoot65
wil: zal; tittel: aanspraken. Zinspeling op Filippensen, II, 10.
voetnoot66
Verdooven: overstralen.
voetnoot68
voetschabel: bijbels woord voor: voetbank.
voetnoot71
luickt op: opent zich.
voetnoot73
verschoven: verworpen.
voetnoot81
stieren: bedoeld als scheldwoord (vgl. gebulck in vs. 83).
voetnoot82
verlastren: belasteren.
voetnoot83
verdooven: dof doen worden, doen verbleken; tempelieren: Joodsche priesters.
voetnoot89
tittelschrift: het opschrift boven het kruis: ‘koning der Joden’ (vgl. vs. 95).
voetnoot92
by: door.
voetnoot94
onbepaelt: onbegrensd.
voetnoot96
Onhebreen: alle andere volken.
voetnoot98
by: vergeleken bij.
voetnoot99
stijght te wagen: klassieke herinnering aan Apollo's zonnewagen.
voetnoot102
verbaest: ontsteld.
voetnoot103
Zoo menige als: allen die.
voetnoot104
zich geven: zich begeven, gaan.
voetnoot105
Ten spiegel: als afschrikkend voorbeeld voor.
voetnoot106
hereischen: terugvorderen.
voetnoot107
roode Roe: beul; in dit verband: de voltrekker van het recht.
voetnoot109
Vloecken: misdadigers.
voetnoot111
schaduwen in moortspeloncken zoecken: zal wegvluchten in een duister gruwelhol (gelijk Lucifer deed na zijn val; zie Luc. vs. 2031-32, en Adam in Ballingschap, vs. 13-14).
voetnoot114
En gij alleen moet lijden. Herinnering aan Jesaia 63, 3: ‘Ik heb de pers alléén getreden’ (vgl. Openb. 14, 19-20 en 19, 15).
voetnoot117
gloeiendige (Brab. vorm): gloeiend (vgl. Eeuwgetij Fr. X. vs. 88; hiervóór blz. 558).
voetnoot118
van zelf: uit vrije wil.
voetnoot124
kruiskelk: lijdensbeker. Accent op een; een enkele, en dan ook de laatste.
voetnoot125
slippen: (nl. van zijn kleed).
voetnoot126
ontfong: ontving.
voetnoot128
Of mist hem.... op een sprong: of plotseling, bliksemsnel, verdwijnt hij (de engel) uit zijn gezicht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • A.A. Verdenius