Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

De XX. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Domine, in Virtute.

 
De Koning, die zoo krachtigh,
 
Door 's hemels maght en kracht,
 
Verdelghde al 's vyants maght,
 
Zal, aen Godts hulp gedachtigh,
5[regelnummer]
Zich zelf verheugen voor
 
Den Koning aller Heeren,
 
En vrolijck triomfeeren,
 
Nu hy, gezegent door
 
Godts bystant en behaegen,
10[regelnummer]
Den prijs heeft wechgedragen.
 
 
 
O vader aller menschen,
 
Gy gaeft uw' dienaer milt,
 
Nu 's vyants heirkracht smilt,Ga naar voetnoot13
 
Al wat zijn hart kon wenschen,
15[regelnummer]
Onthielt hem niet het goet,
 
Waerom zijn lippen baden.
 
Gy waert met uw genaden,
 
Waermede gy hem zoet
 
En milt en minzaem queeckte,
20[regelnummer]
Gereet, eer hy u smeeckte.
 
 
 
Gy kroonde hem met straelen
 
Van gout en diamant,
 
Zoo trots als iemant spant,
 
Om op zijn hooft te praelen
25[regelnummer]
Met zulck een rijxcieraet.
 
Hy badt: och, reck mijn dagen:
 
Gij liet u dit behaegen,
 
En reckte, zonder maet,
 
Zijn levens tijt en uuren,
30[regelnummer]
Die d'eeuwigheit verduuren.Ga naar voetnoot28-30
 
 
 
Gij gaeft hem eenen luister
 
Van eere en heerlijckheit
 
En glans en majesteit.
[pagina 268]
[p. 268]
 
Doorluchten schijnen duisterGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
By 't voeghelijcke lichtGa naar voetnoot35
 
Van zijne aenvalligheden,
 
En glanssen, die hem kleeden,
 
Waer voor de trotse zwicht.
 
Gij stelt hem aller wegen
40[regelnummer]
Ten voorbeelt van Godts zegen:
 
 
 
Geen zegen, die verslensbaer
 
En tijdlijck is, en kort,
 
Maer nimmermeer verdort,
 
En levert hem dus wenschbaer
45[regelnummer]
De vreught, die, noit bepaelt,Ga naar voetnoot44-45Ga naar voetnoot45
 
Daer boven in uw boogen,Ga naar voetnoot46
 
Van uw gezicht en oogen
 
En aenschijn nederstraelt;
 
Een vreught, die, gansch volkomen,
50[regelnummer]
Noit ende heeft genomen.
 
 
 
Dewijl de Koning stadigh
 
Zich aen den stercksten houdt,
 
En op dien pijler bouwt,Ga naar voetnoot53
 
Den Hooghsten, die genadigh
55[regelnummer]
Hem zegent, zal hij niet
 
Bezwijcken, nochte sneven,
 
Noch sidderen, noch beven,
 
Gelijck een wanckel riet,
 
Noch dobbren op en neder
60[regelnummer]
In 't bulderende weder.Ga naar voetnoot58-60
 
 
 
Uw rechte hant zal treffenGa naar voetnoot61
 
Uw vyanden in 't velt,
 
En al die met gewelt
 
Zich tegens u verheffen.
65[regelnummer]
Uw rechte hant zal strafGa naar voetnoot65
 
Uwe errefhaeters raecken,Ga naar voetnoot66
 
Die uwen naem verzaecken,
[pagina 269]
[p. 269]
 
En wannenze uit, als kaf,
 
Dat niemant in dit leven
70[regelnummer]
Zal weeten waerze bleven.Ga naar voetnoot61-70
 
 
 
Gy zult hen, als een oven,Ga naar voetnoot71
 
Vol gloets, het bosch en rijsGa naar voetnoot72
 
Verteert, gelijck zijn spijs,
 
Verslinden, als gij bovenGa naar voetnoot74
75[regelnummer]
Uw gramschap uit de lucht,Ga naar voetnoot75
 
Vol weêrlicht, en vol wolcken,
 
Ontdeckt, ten schrick der volcken,Ga naar voetnoot77
 
Met schrickelijck gerucht,
 
Wanneer de wraeck, ontsteeckenGa naar voetnoot79
80[regelnummer]
Als vier, uw' smaet zal wreecken.
 
 
 
Gy zult hunne erven t'zamen,
 
De telgen met den stam,
 
Verdelgen door uw vlam,
 
Van 't aerdtrijck, als hun naemen;Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Dewijl dees snoode rotGa naar voetnoot85
 
Met onbesnede handenGa naar voetnoot86
 
U schendigh aen dorst randen,
 
En menschen, zonder Godt,
 
In 't raetslaen t'zamen zwoeren,
90[regelnummer]
Dat niemant uit kon voeren.Ga naar voetnoot90
 
 
 
Gy zultze nederhouwen,
 
En hun gewonde rugh
 
Zal dienen tot een brugh
 
Voor die op u betrouwen.
95[regelnummer]
Zy zullen onder 't vliên
 
Het overschot der uwen,
 
Niet zonder angst en gruwen,
 
In volle glori zien
 
Verheerlijckt, en verheven
100[regelnummer]
In 't onvergangbre leven.Ga naar voetnoot91-100
[pagina 270]
[p. 270]
 
O eeuwige regeerder,
 
Die op-en-ondergangkGa naar voetnoot102
 
Betoomt, en houdt in dwangk,
 
Dat uwe maght vermeerder.Ga naar voetnoot104
105[regelnummer]
Wy zullen eeuwen langk
 
Uw' lof op harpen speelen
 
En met gespanne keelen,
 
En heerelijck gezangk
 
Verheffen uw vermogen,
110[regelnummer]
Zoo hoogh in top getoogen.
voetnoot*
Ps. 20.
voetnoot13
smilt: smelt, afneemt.
voetnoot28-30
V: Tribuisti ei longitudinem dierum in saeculum et in saeculum saeculi, vs. 5. Volgens de kath. exegeten doelt dit op het voortleven van Davids koningschap in zijn nakomelingschap en vooral in den Zoon van David Christus.
voetnoot34
Doorluchten: doorluchtigen, Hgd. Durchlaucht, versta: andere vorsten.
voetnoot35
voeghelycke: behagelijke.
voetnoot44-45
dus wenschbaer De vreught: waarsch.: de zoo wenschbare, wenschelijke vreugde.
voetnoot45
noit bepaelt: onbeperkt, oneindig.
voetnoot46
boogen: hemelsche sferen.
voetnoot53
pijler: beeldspraak van Vondel.
voetnoot58-60
beeldspraak van Vondel.
voetnoot61
rechte: rechter.
voetnoot65
straf: streng.
voetnoot66
errefhaeters: erfvijanden de Heidenen, bij wie de afkeer van Jehovah erfelijk was.
voetnoot61-70
V: Inveniatur manus tua omnibus inimicis tuis; dextera tua inveniat omnes qui oderunt te, vs. 9. Velt (62) en kaf (68) zijn van Vondel.
voetnoot71
als: zooals.
voetnoot72
bosch en rijs: 4de nvl.
voetnoot74
boven: van boven.
voetnoot75
uit de lucht: hoort (tautologisch) bij boven.
voetnoot77
ontdeckt: openbaart.
voetnoot79
ontsteecken: ontstoken.
voetnoot84
als: zoowel als.
voetnoot85
rot: bende, bij Vondel vr.
voetnoot86
Versta: met hun handen van onbesnedenen, heidensche.
voetnoot90
Versta: te volbrengen, wat niemand enz. V: Cogitaverunt consilia quae non potuerunt stabilire, vs. 12.
voetnoot91-100
De Vulg.: quoniam pones eos dorsum: in reliquiis tuis praeparabis vultum eorum, vs. 13, is onverstaanbaar; Vondel was, ook volgens B, vrij er een zin aan te geven en hij deed 't niet slecht.
voetnoot102
nl. van de menschen.
voetnoot104
vermeerder: steeds toeneme.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius