Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De XXXII. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Exultate, justi, in Domino.

 
Gy allen, die gedachten woort en zeden
 
Weeght in de schael van billijkheit en reden,
 
Verheught u, juicht voor 't hemelsch hof:
 
Oprechte herten past Godts lof.Ga naar voetnoot1-4
5[regelnummer]
Ontvouwt Godts eer: laet die ten hemel vaeren,
 
Op cyterklanck, op galm van vijf paer snaeren,
 
En zwaeit, noit spel noch zingen moe,
 
Den hooghste een' nieuwen lofzang toe:
 
Want Godts belofte en woorden gaen geregelt,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
En worden trouw in al zijn werck bezegelt,
 
Bevestight, en zijn heilverbont
 
Beschaemde noit dien zuivren mont.
 
Het lust hem met genade te bedouwenGa naar voetnoot13
 
Al die zijn woort omhelzen, en betrouwen:
15[regelnummer]
Het lust hem godelooze en vrient
 
Te loonen naer dat elck verdient.Ga naar voetnoot13-16
 
Al d'aerdtkloot is gepropt van Godts genade.Ga naar voetnoot17
[pagina 300]
[p. 300]
 
Hy schept behoedt en slaet zijn schepzel gade,
 
Vooral den mensch, begaeft met al
20[regelnummer]
Wat lijf en ziele dienen zal.Ga naar voetnoot18-20
 
Hy spant door kracht van 't Woort des hemels boogen,Ga naar voetnoot21
 
En houdt 't gewelf des hemels voor onze oogen
 
Door zijnen Geest en adem vastGa naar voetnoot23
 
Gegront op zijnen eigen last.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Hy houdt de zee, om 't aerdtrijck heen gegooten,
 
Als in den buick van eene flesch geslooten,Ga naar voetnoot26
 
En sluit den afgront, als een' schat,Ga naar voetnoot27
 
In zijne kolck, en watervat.
 
Laet d'aerde dan deze almagt, dit vermogen
30[regelnummer]
Met schrick ontzien, en met godtvruchtige oogen
 
Godt vreezen, die, om d'aerde heen,Ga naar voetnoot31
 
Den gront bewoonen, en betreên:
 
Want 's hemels kracht en almagt kan elk merkenGa naar voetnoot33
 
Uit 's hemels wil en uitspraeck, daer de wercken
35[regelnummer]
Op volgen. wat Godt wil, en zeit,
 
Dat staet' er, dat 's geschapenheit.Ga naar voetnoot36
 
Godts wijsheit kan zeer licht den raet der dwazen
 
En volcken, als het stof, als mist, verblazen.Ga naar voetnoot38
 
Hy stoot der menschen aenslagh om,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
En maeckt den raet der Vorsten stom:
 
Maer Godts besluit en raetslot zullen blijven
 
Eeu in, eeu uit. wat Godt met kracht wil drijven,
 
Dat voert hy sterck en rustigh uit,
 
Van stam tot stam, van spruit tot spruit.
45[regelnummer]
Geluckigh is het eigen volck des Heeren,
 
Dat Godt omhelst, en zijnen naem wil eeren,
 
Het volck dat eeuwigh en altoos
 
Hy voor zijn lot en erfdeel koos.
 
d'Alziende sloegh zijne oogen naer beneden,
50[regelnummer]
En zagh alom de menschen heenetreden:
 
Hy zagh uit zijn gespanne tent,Ga naar voetnoot51
[pagina 301]
[p. 301]
 
De menschen tot aen 's weerelts endt:
 
d'Alziende, die een ieders hart bootseerde,
 
En klaerlijck kende al wat om laegh verkeerde,
55[regelnummer]
En elx gedachten werck en wit,Ga naar voetnoot55
 
Van daer hy op zijn' zetel zit.
 
Hy kon om hoogh uit zijnen stoel aenschouwen
 
Hoe nimmermeer een Koning blijft behouwen
 
Door zijne heirkracht, en 't gewelt,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Dat hy gewapent brengt te velt:
 
Hoe sterckheit en gewelt van reuzenarmen
 
Den stercksten reus in 't vechtperk niet beschermen
 
Wanneer hy voorttreet, trots en sterck,
 
En vecht in 't bloedigh worstelperck.
65[regelnummer]
De ruiter noopt het paert vergeefs met spooren,
 
En briescht in 't heir, en schuimbekt heet van torenGa naar voetnoot65-66Ga naar voetnoot66
 
Zoo onder 't vechten, daer elck wijckt,
 
De kracht van 't sterckste paert bezwijckt.
 
De groote kracht en snelheit des betroudenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Kan zijnen Heer en meester niet behouden,
 
Noch 't leven bergen in den noot
 
Voor 't zwaert der onontvlughtbre doot:
 
Maer merk, Gods oog bewaekt en slaet hem gade
 
Al wie Godt vreest, en steunt op zijn genade,Ga naar voetnoot73-74
75[regelnummer]
Ontruckt hun zielen van de doot,
 
En voedtse in bittren hongersnoot.
 
't Godtvruchtigh hart met zijne medestanders
 
Rust hierom vast op Godt, en niemant anders,
 
Op Godt, die zeker en gewis
80[regelnummer]
Der vroomen hulp en schutsheer is.
 
Uit deze bron ontspringt in druck en smarten
 
De vreught, gelijck een beeck, in vroome harten.Ga naar voetnoot81-82
 
Op Godts gewijden naem, en Godt
 
Betrouwen wy ons hooghste lot.
85[regelnummer]
Och, zegen ons, o Heer, en uw geslachten,
 
Gelijckwe op uw genade en goetheit wachten,
 
Met uw gena, de rijcke vrucht
 
Van ons gebeên, van zucht op zucht.

voetnoot*
Ps. 32.
voetnoot1-4
V: Exsultate justi in Domino: rectos decet collaudatio, vs. 1; herten: harten.
voetnoot9
geregelt: wèl overlegd.
voetnoot13
bedouwen: bedauwen.
voetnoot13-16
V: Diligit misericordiam et justitiam. vs. 5. - godelooze, vgl. XXX Harpz. vs. 91.
voetnoot17
gepropt: vervuld.
voetnoot18-20
Bellarminus omschrijft Gods barmhartigheid, die alles schept, behoedt, beweegt, bijzonder den mensch, die ook geestelijk door God geholpen wordt.
voetnoot21
boogen: kringen, gewelven.
voetnoot23
zijnen Geest en adem: V: spiritu oris ejus, vs. 6.
voetnoot24
De bedoeling schijnt, dat het hemelgewelf door zijn eigen spanning in stand blijft.
voetnoot26
Als in den buick van eene flesch: V: sicut in utre, vs. 7; uter is een leeren waterzak.
voetnoot27
V: ponens in thesauris abyssos, vs. 7.
voetnoot31
die: zy, die, hoort bij Laet vs. 29.
voetnoot33
merken: tegen Vondels gewone spelling van dezen tijd in zonder c, evenals schuimbekt in vs. 66 en bewaekt in vs. 73 van dezen Harpzang.
voetnoot36
geschapenheit: geschapen wezen, vgl. Bespiegelingen van G. en G. III, 525.
voetnoot38
verblazen: wegblazen.
voetnoot39
stoot om, verijdelt; aenslagh: plan, onderneming; V: consilia, vs. 10.
voetnoot51
gespanne tent: de hemel. V: de caelo, vs. 13.
voetnoot55
wit: doelwit, bedoelingen.
voetnoot59
gewelt: legermacht.
voetnoot65-66
De ruiter noopt .... briescht .... schuimbekt: Vondels gedachte loopt van den man op het paard over; wellicht is voor En briescht te lezen En 't briescht; de Vulgaat heeft alleen: fallax equus ad salutem, vs. 17, maar Bellarminus spreekt ook van een ruiter.
voetnoot66
toren: toorn.
voetnoot69
des betrouden: van het paard waarop de ruiter zoozeer vertrouwde.
voetnoot73-74
Te lezen: hèm, alwie; vandaar in vs. 75 het meervoud hun.
voetnoot81-82
bron en beeck: toevoegsel.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius