Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De XLV. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Deus noster refugium.

 
Als 's vyants dreigementen
 
En 't woeste Heidendom,
 
Uit zijne legertenten,
 
Ons dreigen; als alom
5[regelnummer]
Ons zwaericheên omringen,
 
Is Godt ons toeverlaet,
 
De maght, die hen kan dwingen,
 
Ons helpen in dien staet
 
Van jammernisse en lijden.Ga naar voetnoot1-9
10[regelnummer]
Dus schricken wy gansch niet
 
In aengevochte tijden;Ga naar voetnoot11
 
Al wanckelde, als een riet,Ga naar voetnoot12
 
Het aerdtrijck, en al plompen
 
De bergen in de zee
15[regelnummer]
Ten afgront, met hun rompenGa naar voetnoot15
 
Gespreit in 't lang en 't bree:
 
Als Godt zijn kracht wil vergen,Ga naar voetnoot17
 
Dan bruisschen alle vloên,
 
Dan daveren de bergen,
20[regelnummer]
Gegeeselt van zijn roên.Ga naar voetnoot20
[pagina 337]
[p. 337]
 
In 't ruisschen, in dat klateren
 
Des afgronts zonder gront,Ga naar voetnoot22
 
In 't sterck gedruisch der wateren
 
En watervloeden stontGa naar voetnoot21-24
25[regelnummer]
Godts stadt al even veiligh,
 
En vrolijck, en gerust,Ga naar voetnoot25-26
 
Daer Godt zijn hut zoo heilighGa naar voetnoot27
 
Heeft ingewijdt met lust:
 
Want Godt, daer wy hem bidden
30[regelnummer]
En eeren naer zijn wet,
 
Staet onbeweeght in 't midden,Ga naar voetnoot31
 
En helpt ons in 't gebedt,Ga naar voetnoot32
 
Geoffert in den morgen
 
Godtvruchtighlijck aen hem.
35[regelnummer]
Laet andre volcken zorgen:Ga naar voetnoot35
 
Want op Godts donderstem
 
Zy van verbaestheit beven:
 
Dan storten Rijcken in,
 
Het hof wort neêrgedreven
40[regelnummer]
Met toren, trans, en tin.Ga naar voetnoot38-40
 
De Godt van onzen vader,
 
Van Jakob, houdt ons staen,
 
En handhaeft ons te gader,
 
Als andren snel vergaen.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Koomt herwaert, leert eens mercken
 
Godts daeden, wonder groot,
 
Godts maght en wonderwercken
 
Rondom den weereltkloot.
 
Hy jaeght alle oorelogen
50[regelnummer]
Ter weerelt uit, zoo wijt
 
De zon aen 's hemels boogen
 
Op haeren wagen rijdt.Ga naar voetnoot50-52
 
Hy knackt de taeje boogen.
 
Hy breeckt het wapentuigh,
55[regelnummer]
En brant den schilt voor d'oogenGa naar voetnoot49-51-53-55Ga naar voetnoot55
 
Des krijghsmans, woest en ruigh.Ga naar voetnoot55-56
 
Godt spreeckt om elck te leeren:Ga naar voetnoot57
[pagina 338]
[p. 338]
 
Koomt herrewaert, en zietGa naar voetnoot58
 
Hoe ick, de Heer der Heeren,
60[regelnummer]
In 't onbesneên gebietGa naar voetnoot60
 
Bekent ben, en verheven,
 
Van 't een in 't ander lant,
 
Door wonderdaên, bedreven
 
Met mijne stercke hant.
65[regelnummer]
De Godt van onzen vader,
 
Van Jakob, houdt ons staen,
 
En hanthaeft ons te gader,
 
Als andren snel vergaen.Ga naar voetnoot65-68

voetnoot*
Ps. 45.
voetnoot1-9
V: Deus refugium nostrum et virtus; adjutor in tribulationibus quae invenerunt nos nimis, vs. 1.
voetnoot11
toevoegsel.
voetnoot12
als een riet: toevoegsel.
voetnoot15
met hun rompen en 16: ook dit voegt Vondel erbij.
voetnoot17
toevoegsel; vergen: oproepen.
voetnoot20
V: in fortudine ejus, vs. 4, Bellarminus: in potentia et robore Dei.
voetnoot22
Des afgronts zonder gront: verdubbeling van de Barok.
voetnoot21-24
V: fluminis impetus, vs. 5.
voetnoot25-26
veiligh en vrolijck, en gerust: V: laetificat.
voetnoot27
hut: woontent, V: tabernaculum.
voetnoot31
onbeweeght: onbewogen, zonder wankelen.
voetnoot32
ons: in de V: duidt eam op de stad Gods; in 't gebedt en 33-34 V: mane diluculo, vs. 6.
voetnoot35
zorgen: bezorgd zijn.
voetnoot38-40
V: inclinata sunt regna, vs. 7.
voetnoot44
toevoegsel.
voetnoot50-52
V: usque ad finem terrae.
voetnoot49-51-53-55
Vier rijmklanken op -oogen, waaronder twee keer boogen.
voetnoot55
den schilt: het schild.
voetnoot55-56
V: Scuto comburet igni, vs. 10.
voetnoot57
toevoegsel, maar Bellarminus verklaart: inducit Deum ipsum loquentem et exhortantem.
voetnoot58
Vacate van de Vulg. vs. 11 is niet vertaald.
voetnoot60
't onbesneên gebiet: bij de heidenen, V: in gentibus, vs. 11.
voetnoot65-68
Deze herhaling van 41-44 steunt op die van de Vulg. in vs. 8 en 12.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius