Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De L. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Miserere mei, Deus, secundum.

 
Ontfarm u mijns, o Godt, in mijne elende,
 
Naer uw genade en goetheit, zonder maet:
 
Naer uw genade en goetheit zonder ende,Ga naar voetnoot2-3
 
Wisch t'effens uit mijn dootschult, al te quaet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Och, wasch mijn hart, zoo schuldigh aen uw' toren,Ga naar voetnoot5
[pagina 348]
[p. 348]
 
En zuiver my, die zoo bezoedelt ben;
 
Naerdien ick nu mijn misdaets schantvleck ken,Ga naar voetnoot7
 
En mijn misdrijf my t'elckens komt te voren.Ga naar voetnoot8
 
 
 
'K heb tegens u, voor u alleen misdreven,
10[regelnummer]
Op dat gy blijft rechtvaerdigh in uw woort,
 
En, heenegaende in 't recht het vonnis geven,
 
My overtuight, en stom maeckt, als 't behoort:Ga naar voetnoot9-12
 
Want merck ick ben in onrechts smette ontfangen.Ga naar voetnoot13
 
Mijn moeder was 't, die my in zonde ontfing.
15[regelnummer]
De waerheit was 't, die u ter harte ging,
 
En 't oprecht hart, uw opperste verlangen.Ga naar voetnoot16
 
 
 
Gy toonde my zooveel geheimenissen,
 
En raetsels van uw wijsheit, diep, en rijck.
 
Met hyzoop zult gy al mijn smet afwisschen,
20[regelnummer]
En wasschen my van zondigh slijm, en slijck.Ga naar voetnoot20
 
Dan zal ick sneeuw in zuiverheit verdooven:
 
Dan zal de vreught doorschateren mijn oor:
 
Dan is 't al vreught en blyschap wat ick hoor;Ga naar voetnoot23
 
En 't kranck gebeente, aen 't hupplen, zal u loven.
 
 
25[regelnummer]
Mijn Heer, och keer uw aenzicht van mijn zonden,Ga naar voetnoot25
 
En wisch toch al mijn lastervlacken uit.Ga naar voetnoot26
 
Herschep in my [zoo worde ick rein bevonden,]
 
En zuiver hart, daer enckel lof uit spruit.
 
Vernieuw mijn' geest, en wil, en lust van binnen.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Verstootme, o Heer, niet van uw aengezicht,
 
Onttreckme niet uw' Geest, die my verplicht
 
Uw heilighlijck van harte te beminnen.Ga naar voetnoot32
 
 
 
Geef my dees vreugt, die uit uw heil komt bortelenGa naar voetnoot33
 
Gelijck een bron, en lijf en ziel verquickt;
35[regelnummer]
En laet uw wet in mijnen boezem wortelen,
 
Door uwen geest, een kracht, die 't al beschickt:Ga naar voetnoot35-36
[pagina 349]
[p. 349]
 
Dan zal ick zelf de trouweloozen leeren
 
De rechte baen, waer langs men stijgt na Godt.Ga naar voetnoot38
 
De reuckelooze en godelooze rot
40[regelnummer]
Zal, schuw van 't quaet, zich naer den Schepper keeren.Ga naar voetnoot40
 
 
 
O God, dien ick met recht mijn heil magh noemen:
 
Ontslame van dees bloetschult, lang beschreit,Ga naar voetnoot42
 
Op dat mijn tong al juichende magh roemen
 
Van uw genade, en uw rechtvaerdigheit.
45[regelnummer]
Gy zult, o Heer, mijn lippen openbreecken,Ga naar voetnoot44-45
 
Op dat mijn mont uw' lof en eer trompett';
 
Want waert gy meer gedient met offervet,Ga naar voetnoot47
 
Gewis ick had uw offerhande ontsteecken:Ga naar voetnoot48
 
 
 
Maer gy zijt min gedient met offerdieren:
50[regelnummer]
Brandtoffer, dat uw majesteit behaeght,Ga naar voetnoot50
 
En gy verkiest, voor kalveren, en stieren,
 
Is 't needrigh hart, gebroken, en vertsaeght.
 
Dat uwe gunst, o Heer, tot Sions besteGa naar voetnoot53
 
Gedy', naer 't hart, het welck gy tot haer hadt.Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Zoo bloey', zoo groey' Jerusalem, uw stadt,
 
Ten hemel toe, met uitgeleide veste.Ga naar voetnoot56
 
 
 
Dan zal de smoock der offerhanden vaeren
 
Ten hemel, die verquickt wort door dees vlam.Ga naar voetnoot58
 
Dan zal men u opoffren koe, en ram,
60[regelnummer]
En kalf, en stier, op godtgewijde altaeren.Ga naar voetnoot59-60

voetnoot*
Ps. 50. - Vondels vertaling is met kleine varianten in vs. 4, 5, 13, 23, 25, 29, 32, 40, 52 en 58 gelijk aan die van 1642, Dl. IV, 527.
voetnoot2-3
Naer: volgens, V: secundum.
voetnoot4
mijn dootschult, al te quaet: vroeger: al myn bedreven quaet; t'effens: tegelijk.
voetnoot5
Och: vroeger: Ja; - zoo schuldigh aen uw toren: dat de oorzaak is van uw gramschap.
voetnoot7
ken: erken, beken, V: agnosco.
voetnoot8
te voren: voor den geest; Bellarminus verklaart contra me van de Vulg.: met: in conspectu meo positum.
voetnoot9-12
V: Tibi soli peccavi et malum coram te feci, ut justificeris in sermonibus tuis et vincas cum judicaris, vs. 6; Vondel volgt voor deze duistere psalmverzen meer de bedoeling dan de woorden van Bellarminus. Men versta: Ik heb mijn zonden als zonden erkend, opdat het daardoor blijke, hoe rechtvaardig Gij in uw vonnis (woort) blijft, en Gij, U gereed makend (heenegaende), om in Uw gerecht ('t recht) mijn vonnis te vellen, mij zóo overtuigt, dat ik er niets tegenin kan brengen.
voetnoot13
merck: vroeger: ziet; in onrechts smette: in zonde (erfzonde).
voetnoot16
toevoeging ter nadere verklaring van 15; oprecht: lees: òprecht.
voetnoot20
slijm: modder.
voetnoot23
vreught en: vroeger: galm van.
voetnoot25
Mijn Heer: vroeger: Och keer.
voetnoot26
lastervlacken: schandevlekken.
voetnoot29
en - en: vroeger: myn' - myn'.
voetnoot32
Uw heilighlijck: vroeger: U, zonder endt.
voetnoot33
bortlen: borrelen, opwellen.
voetnoot35-36
V: et spiritu principali confirma me, vs. 14.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: In de eerste ed. staat achter offerdieren van vs. 49 geen leesteeken; in de vertaling van 1641 een punt.
voetnoot38
na: naar.
voetnoot40
schuw: afkeerig; den: vroeger: zijn.
voetnoot42
dees bloetschult: David denkt aan zijn moord op Urias en zijn zonde met Betseba.
voetnoot44-45
roemen Van: roemen op of in.
voetnoot47
offervet: het beste van de offerdieren.
voetnoot48
uw offerhande ontsteecken: vroeger: U offer aengesteken, een offer ontstoken.
voetnoot50
Brantoffer: ‘Versta: 't nederig hart is het brandoffer, dat uw majesteit behaagt en dat gij verkiest...
voetnoot53
tot Sions beste: tot heil van Jerusalem.
voetnoot54
naer 't hart: overeenkomstig de genegenheid.
voetnoot56
met uitgeleide veste: met uitlegging van de stadswallen.
voetnoot58
verquickt door: vroeger: vermaeckt met.
voetnoot59-60
koe, en ram, En kalf, en stier: V: vitulos, vs. 21.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius