Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 350]
[p. 350]

De LI. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Quid gloriaris in malitia.

 
O Aertsverraeder, die dus zweltGa naar voetnoot1
 
Van hoovaerdye, en op uw maght,
 
Door moort, en wreetheit, en gewelt
 
Verworven, roemt, en elck belacht;
5[regelnummer]
Hoe stoft gy dus op uw beleit?
 
Uw tong gesleepen, als een vlim,Ga naar voetnoot6
 
Breit laegen, als de schaduw scheit,Ga naar voetnoot7
 
Tot dat de zon duickt op de kim.
 
Gy schept meer lust in ongenaGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dan in ontfermen. logenspraeck
 
Te spreecken lust u vroegh en spa,Ga naar voetnoot11
 
Veel meer dan waerheit, vry van wraeck.
 
O schalcke tong, die nimmer rust,Ga naar voetnoot13
 
En u op looze laegen scherpt,
15[regelnummer]
Gy velt onnozelen met lust,
 
Die gy met vreught ter aerde werpt.Ga naar voetnoot15-16
 
Hierom zal Godt ten leste u meGa naar voetnoot17
 
Verdelgen in den gront, en fel
 
Verjaegen uit uw hutte, en ste,
20[regelnummer]
In ballingschap, als een' rebel.Ga naar voetnoot20
 
Hy zal met tack en wortel u
 
Uitrojen uit het vaderlant,Ga naar voetnoot22
 
Daer gy uw' adem tot noch toeGa naar voetnoot21-23
 
Geschept hebt in gerusten stant.
25[regelnummer]
Oprechte harten zullen 't zien,
 
En schricken, en belachen hem,
 
Die elck wou trappen, en gebiên.Ga naar voetnoot27
 
Zy spreecken met een' mont en stem:Ga naar voetnoot28
 
Dit is de man, die Godt niet koos
30[regelnummer]
Tot zijn' beschermheer, als 't behoort,
 
Maer bouwde zijne hoop altoos
 
Op rijckdom, die den dwaes bekoort:
[pagina 351]
[p. 351]
 
Die, opgeblazen en vol wint,
 
Zich op zijne ydelheit verliet,
35[regelnummer]
En, onverzet en onbemint,Ga naar voetnoot35
 
Al wat hy overmoght verstiet:Ga naar voetnoot33-36
 
Maer ick, gelijck een vruchtbre olijf,
 
Sta weeldrigh in Godts hof geplant,
 
En houme aen Godts gena, die stijf,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
My eeuwigh hanthaeft met haer hant.Ga naar voetnoot40
 
Ick zal u loven t'aller tijt,
 
Die trotsen uitroit, vroomen loont.Ga naar voetnoot41-42
 
Ick hoop op u in noot en strijt,
 
Die 't heiligh volck met zegen kroont.Ga naar voetnoot43-44
voetnoot*
Ps. 51.
voetnoot1
Aertsverraeder: Bellarminus noemt Doëg, tegen wien de Ps. gericht is, een calumniator, lasteraar.
voetnoot6
vlim: scherp mes, vgl. vlijmscherp; V: novacula, scheermes.
voetnoot7
Breit: van breien, draden spannen; als de schaduw scheit: als de duisternis verdwijnt, dus van 's morgens af.
voetnoot9
Tot 's avonds. De Vulg. heeft niets van deze tijdsbepaling.
voetnoot11
vroegh en spa: toevoegsel.
voetnoot13
schalcke: bedriegelijke, dolosa.
voetnoot15-16
V: Dilexisti omnia verba praecipitationis, vs. 6, door Bellarminus verklaard met: dilexisti omnia verba quibus possent homines innocentes praecipitari in ruinam.
voetnoot17
u me: U mede, ook U.
voetnoot20
V: de terra viventium; Bellarminus: puniet te exilio.
voetnoot22
Uitrojen: uitroeien.
voetnoot21-23
u-toe: is dit merkwaardige rijm een aanwijzing, dat voor den Zuid-Nederlander Vondel de uitspraak van u als oe niet vreemd was?
voetnoot27
toevoegsel.
voetnoot28
klemtoon op een'.
voetnoot35
onverzet: onverzettelijk, onbewogen.
voetnoot33-36
V: praevaluit in vanitate sua, vs. 9.
voetnoot39
stijf: stevig.
voetnoot40
handhaeft met haer hant: een gebruikelijk en onbewust woordspel van Vondel.
voetnoot41-42
Dit is meer naar Bellarminus: Laudabo te semper quia fecisti judicium hoc, ut sperantem in divitiis destrueres, sperantem in te aedificares, dan naar de Vulg.: Confitebor tibi in saeculum quia fecisti, vs. 11.
voetnoot43-44
V: expectabo nomen tuum; Bellarminus: semper sperabo in te.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius