Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De LXXI. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Deus, judicium tuum regi.

 
Nu geef den Koning op den troonGa naar voetnootvs. 1
 
Uw oordeel, om partyen
 
Te scheiden: geef des Konings zoonGa naar voetnoot2-3
 
Uw' stijl van Recht, om t'allen tijenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Uw volleck, zonder gunst of haet,
 
O Godt, te rechten, klaghtige armen,Ga naar voetnoot6
 
In hunnen onderdruckten Staet,
 
En rechtszaeck, billijck te beschermen.
 
 
 
De vrede bloeje door uw Rijck,
10[regelnummer]
Waer menschen bergen decken.Ga naar voetnoot10
 
Het Recht beslechte alle ongelijck,
 
Zoo wijt en breet de heuvels strecken.
 
Hy handhaef 't Recht, waer d'armoe zit,
 
Behoe nootdruftige, en haer kinders,
15[regelnummer]
En toome, als met een montgebit,Ga naar voetnoot15
 
Den lastermont des eerverslinders.
[pagina 403]
[p. 403]
 
Dit Rijck zal langer duuren dan
 
De zon en maen haer rondenGa naar voetnoot17-18
 
Voltrecken, tekens zetten vanGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Het jaer, en maent, en dagh, en stonden,
 
Van stam tot stam, zijn KoningsdomGa naar voetnoot21
 
Verquickt elx hart. hy daelt, als regenGa naar voetnoot21-22
 
En dauw op velt en vacht, alomGa naar voetnoot22-23
 
Van hitte dorstigh, en verslegen.Ga naar voetnoot29
 
 
25[regelnummer]
Geduurende zijn heerschappy
 
Zal 't billijck Recht, aen 't bloejen,
 
En vrederijckheit, zoet en bly,
 
Met vollen zegen overvloejen,
 
Zoo lang de maen om d'aerde rent.
30[regelnummer]
Hy zal, van zee tot zee, de paelen
 
Des Rijx uitbreiden. 's weerelts endt
 
Bepaelt zijn Rijck, en stuit zijn straelen.Ga naar voetnoot31-32
 
 
 
Voor zijnen stoel zal 't Moorsche hof
 
Met zijn Moorjaenen knielen,Ga naar voetnoot33-34
35[regelnummer]
De vyant kussen hant, en stof.
 
Gekroonde en koningklijcke zielen
 
Van Tharsis, eilanden, en zee
 
Hem gaven offren. groote heeren,
 
Gekroonde Arabers, Saba me,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Dien Koning met schenckaedjen eeren.
 
 
 
Wat kroonen op den tulbant draeghtGa naar voetnoot41
 
Op d'aerde zal hem kennen,
 
Zoo wijt de Faem van hem gewaeght
 
Het woeste volck zich laeten mennenGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Van zijnen teugel. wat bedruckt
 
En onderdruckt zit, zal hy vrijen.Ga naar voetnoot47
 
Den hulpeloozen hals ontruckt
 
Hy 't ysren juck der dwinglandijen.
[pagina 404]
[p. 404]
 
Hy begenadight d'Arremoe,
50[regelnummer]
Behoedt de hulpeloozen,
 
En breeckt den woeckraer, nimmer moe
 
Van knaegen, en den vrecken boozenGa naar voetnoot52
 
Den woeckertant uit hunnen beck,Ga naar voetnoot53
 
En eert het bloet, dat van die wreeden
55[regelnummer]
Als slijm geacht, en op den neckGa naar voetnoot55
 
Met smaet getrapt wort, en getreden.
 
 
 
Hy zal lang leven, en gebiên.
 
Arabie hem wijden,
 
Arabisch gout op zijne knien,
60[regelnummer]
Den Koning eeren t'allen tijden,
 
En dancken 't gansche leven lang,
 
Al d'aerde milt haer vruchten baerenGa naar voetnoot62
 
Op hooge bergen, zonder dwang
 
Van Kouter, rijck van volle jaeren.Ga naar voetnoot63-64
 
 
65[regelnummer]
Het koren zal op Liban staen,
 
Daer cederboomen groejen,
 
En ruisschen. d'aerde levert graen.
 
De steden zullen heerlijck bloejen,
 
Gelijck 't bedaude gras op 't velt,
70[regelnummer]
Daer 't room en melck en honigh regent.Ga naar voetnoot70
 
De naem van dezen vredehelt
 
Zy eeuwighlijck van Godt gezegent.
 
 
 
Zijn naem verduurt de zon, gewent
 
Te schijnen op haere orden.Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Wat volck op d'aerde hem bekentGa naar voetnoot75
 
Zal in zijn' naem gezegent worden.
 
Al 't Heidendom ontvouwt zijn' lof.
 
Gelooft zy Jakobs Godt byzonder,
 
Die stam op stam verrijckt met stof
80[regelnummer]
Tot prijs, geschept uit 's hemels wonder.
 
 
 
De naem van deze Majesteit
 
Is waerdigh prijs t'ontfangen,
 
Te volgen 't spoor der eeuwigheit,
[pagina 405]
[p. 405]
 
Op onvermoeide lofgezangen.
85[regelnummer]
Dees Majesteit bestraelt alom
 
Den aerdtboôm, en 't geslacht der menschen.
 
Gelooft zy 't eeuwigh Koningsdom.
 
Het bloeje en groey, gelijck wy wenschen.Ga naar voetnoot88

voetnoot*
Ps. 71.
voetnootvs. 1
den Koning: Salomon, voor wiens gelukkige regeering deze Ps. een gebed is.
voetnoot2-3
om partyen te scheiden: om rechtsgedingen te beslissen.
voetnoot4
uw stijl van Recht: V: justitiam tuam, vs. 2; B: id est justitiam talem qualis est tua.
voetnoot6
klaghtige: zich beklagende.
voetnoot10
decken: bewonen.
voetnoot15
toevoegsel.
voetnoot17-18
V: Permanebit cum sole et ante lunam, vs. 5; Vondel zegt meer; ronden: omgangen.
voetnoot19
tekens zetten: Versta: en zoolang zon en maan de tijdsindeeling afteekenen; toevoegsel.
voetnoot21
van stam tot stam: in generationem et generationem, vs. 5.
voetnoot21-22
zijn Koningsdom Verquickt elx hart: toevoegsel.
voetnoot22-23
V: sicut stillicidia stillantia super terram, vs. 6.
voetnoot29
verslegen: verslagen.
voetnoot31-32
V: a flumine, vs. 8 is niet vertaald.
voetnoot33-34
V: Coram illo procident Aetiopes; alle Afrikanen noemt Vondel Mooren, Morianen of Moorelanders, vgl. Salomon, vs. 110.
voetnoot39
me: mede.
voetnoot41
De V spreekt van omnes reges terrae, vs. 11; onder invloed van de voorgaande vss. ziet Vondel al die koningen als betulbande Arabieren.
voetnoot44
Het woeste volck: de onbeschaafde, heidensche volkeren; V: Gentes, vs. 11.
voetnoot47
vrijen: bevrijden.
voetnoot52
vrecken boozen: aan de vrekke boosdoeners.
voetnoot53
toevoegsel.
voetnoot55
slijm: slijk.
voetnoot62
V: Et erit firmamentum in terra, vs. 16; B: id est, abundantia frumenti.
voetnoot63-64
zonder dwang enz.: toevoegsel.
voetnoot70
toevoegsel.
voetnoot74
op haere orden: naar vaste regelmaat.
voetnoot75
bekent: belijdt.
voetnoot88
gelyck wy wenschen: V: fiat, fiat, vs. 19.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius