Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 465]
[p. 465]

De XCVI. Harpzang.Ga naar voetnoot*

Dominus regnavit, exultet.

 
De Heer betoomt de weerelt uit den hoogen.
 
Het aertrijk juiche: elck eilant heff' zijn oogen
 
En hart met vreught naer d' Oppermajesteit,
 
Die 't al bestiert wat voor zijn voeten leit.Ga naar voetnoot2-4
 
 
5[regelnummer]
Al hangt Godts troon rondom met dicke wolcken
 
En duisternis voor 't aengezicht der volcken
 
Bedeckt, noch staet zijn recht en oordeel vast,
 
Dat op bedrogh op gunst noch ongunst past.Ga naar voetnoot8
 
 
 
Verslindend vier, trouwanten, snel als winden,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Vooruitgestiert, vernielen en verslinden
 
De vyanden der Godtheit, die zich wreeckt,
 
En straft al wat haer vierschaer tegenspreeckt.Ga naar voetnoot12
 
 
 
Al d' aerdtboôm scheen in brant te staen door 't flickeren
 
Van wederlicht en blixemen en blickeren:Ga naar voetnoot13-14
15[regelnummer]
Het aertrijck, dat de lucht ontsteecken zagh,
 
Wert doots van schrick, en dreunde slag op slag.Ga naar voetnoot16
 
 
 
't Geberghte, dat de starren pooght te trotsen,
 
Versmolt, als Was voor 't vier, en alle rotsenGa naar voetnoot18
 
Versmolten reis op reis voor 't wederlicht
20[regelnummer]
Van Godts gelaet, en grimmigh aengezicht.
 
 
 
De hemel zelf verkundight hoe rechtvaerdighGa naar voetnoot21
 
d'Almogentheit, alleen den scepter waerdigh,
 
Haer koningkrijck, de weerelt, hier gebiet,Ga naar voetnoot21-23
 
Daer ieder een Godts glori schijnen ziet.
 
 
25[regelnummer]
Beschaemtheit verf de wangen van hun allen,
 
Die voor het beelt des afgodts nedervallen,
 
En roemen op gelijckenissen van
 
Hunne ydelheit, die niemant helpen kan.Ga naar voetnoot27-28
[pagina 466]
[p. 466]
 
Gy Engelen, valt neder, om in 't midden
30[regelnummer]
Van 't hemelsch koor, het Eenighste aen te bidden:
 
Dat Sion dit verneeme, en zich verbly,
 
Als Godt verdelght de blinde afgodery.Ga naar voetnoot29-32
 
 
 
Judea, tot zijn Dochter uitgekooren,
 
Kon zonder vreught en huppelen niet hoorenGa naar voetnoot33-34
35[regelnummer]
Hoe 't hoogste Recht den snoden dienst verfoeit,
 
En d' afgoôn eischt vernielt, en uitgeroeit:Ga naar voetnoot36
 
 
 
Want Een, in top der hemelen gezeten,
 
En boven al die Godt of Godtheên heeten,
 
Ontluistert Goôn en ongoôn, van den trans
40[regelnummer]
Der hemelen, met zijnen stercken glans.
 
 
 
Wie hem omhelst met liefde, zonder maete,
 
Dat die met ernst de boosheit vliede, en haete:
 
Want Godt de ziel der Heiligen bewaert,
 
En vrijtze voor 't gewelt, dat heur bezwaert.Ga naar voetnoot44
 
 
45[regelnummer]
Het licht van vreught verschijnt, na vele smarten,
 
Rechtvaerdigen, en alle oprechten harten.
 
Rechtvaerdigen, verheught u in den Heer,
 
Ontvouwt zijn' naem, en heiligheit, en eer.
voetnoot*
Ps. 96.
voetnoot2-4
elck eilant enz.: V: laetentur insulae multae, vs. 1.
voetnoot8
toevoegsel.
voetnoot9
snel als winden: dit onder invloed van B, die spreekt van Gods allersnelste kracht en herinnert aan Ps. 103: Facit angelos suos spiritus.
voetnoot12
Toevoegsel.
voetnoot13-14
Barok-nabeelding van bliksemlicht; V: Illuxerunt fulgura ejus orbi terrae, vs. 4; blickeren: stralen.
voetnoot16
V: commota est terra, vs. 4.
voetnoot18
alle rotsen: V: omnis terra, vs. 5.
voetnoot21
verkundight: verkondigt.
voetnoot21-23
V: Annuntiaverunt caeli justitiam ejus, vs. 6.
voetnoot27-28
Versta: en die groot gaan op de beelden (gelijkenissen), uit hun ijdele en nuttelooze leer ontstaan; Vondel heeft hier B's uitleg op V: sculptilia, vs. 7: quae Dii sunt inanes et nec se neque alios juvare possunt onnauwkeurig gelezen.
voetnoot29-32
V: Adorate Deum omnes angeli ejus; audivit et laetata est Sion, vs. 7-8.
voetnoot33-34
Ook hier is Vondel slordig: V: Et exultaverunt filiae Judae, vs. 8.
voetnoot36
Versta: En eischt, dat de afgoden worden vernield en uitgeroeid.
voetnoot44
vrijtze: bevrijdt ze.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius