Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 645]
[p. 645]

Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Michiel Blok
en de E. Bruit Alide Ansloaant.Ga naar voetnoot*

Sap. 8. Krachtig en liefelijk

 
Zoo ergens in 't alwijs beleit
 
Beschiet met kracht en lieflijkheitGa naar voetnoot1-2
 
Zijn oogmerk in 't behoeden
 
Der schepselingen, dat blijft klaer
5[regelnummer]
In 't paeren van 't gewettigt paer,Ga naar voetnoot5
 
By Godt en alle vroedenGa naar voetnoot6
 
Met lof gekroont: want 's huwlijx stantGa naar voetnoot7
 
Zich tegens 't menschverslinden kant,Ga naar voetnoot8
 
Herstelt met weelige enten
10[regelnummer]
Het menschdom, dat groote afbreuk lijdtGa naar voetnoot10
 
Door krijgh en onderlingen strijt
 
Van strijdende elementen.
 
Gewont met eenen minnepijl
 
Van Godt, plukt Josef aen den Nijl,
15[regelnummer]
In 's rijks aertspriesters hoven,
 
De bloem der maeghden binnen On,
 
Waer aen hy bey de spruiten won,
 
Die hem veel heils beloven.Ga naar voetnoot14-18
 
De koning Faro, bly van geest,
20[regelnummer]
Kroont Rachels zoon op 't bruiloftsfeest
 
En helpt de staetsi vieren.Ga naar voetnoot19-21
[pagina 646]
[p. 646]
 
Het hoogh beleit was oirzaek vanGa naar voetnoot22
 
't Gezegent huwelijxgespan,Ga naar voetnoot23
 
Volvoert door Godts bestieren.
25[regelnummer]
Gelijk de zon de vorst ontdoit,
 
Het dorre lant met lover toit
 
En telge, in elk geweste;
 
Met kracht en lieflijkheit het groen
 
Te voorschijn brengt in zijn zaisoen;
30[regelnummer]
Zoo wort, tot 's menschdoms beste,Ga naar voetnoot30
 
Door 't gloeien van oprechte min
 
De minnaer en zijn bedtvriendin
 
Gezegent. geene tyen
 
Verdelgen 't menschelijk geslacht.
35[regelnummer]
De stammen bloeien in hun kracht,
 
Door d'afkomst, zoet op vryen.Ga naar voetnoot36
 
Het stoutste hart legt zijn geweerGa naar voetnoot37
 
Voor 's huwlijks troon gebuigzaem neêr,Ga naar voetnoot38
 
En smilt, als wasch door 't straelenGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Van dezen liefelijken brant.
 
De helt biet wapenloos de hant
 
Zijn gade en kust de kraelenGa naar voetnoot42
 
Van haeren opgeloken mont,
 
Verbint in 't eeuwigh trouverbont
45[regelnummer]
Zich zelven, en zijn zinnen,
 
Hoe wuft die weiden, zonder toom.Ga naar voetnoot46
 
Hy neemt dit juk op in dien droom.Ga naar voetnoot47
 
Geen zachter juk dan 't minnen.
 
Een orden ingewijdt van Godt,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Uitreiker van een ieders lot,
 
Een orden, aengeprezen
 
Ter bruiloft van Godts majesteit,Ga naar voetnoot52
 
Door zijne tegenwoordigheit,Ga naar voetnoot53
 
En 't wonderwerk, bewezen
55[regelnummer]
Ten troost van bruidegom en bruit,
 
Stapt met dees hantvest fier vooruit,Ga naar voetnoot56
 
En helpt Godts akker bouwen,Ga naar voetnoot57
[pagina 647]
[p. 647]
 
Op 't spoor der oud'ren, nimmer moe.
 
Geen nazaet geeft den voorzaet toeGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
In trouwen, en hertrouwen.
 
Zoo won de blaekende Michiel
 
Alide, zijne halve ziel,
 
Door kracht van trouwe liefde.
 
Nu trout de wellekome vreught
65[regelnummer]
Zijn blijde jeught aen haere deught,
 
Die hem zoo minzaem griefde.Ga naar voetnoot66
 
Gy speelnoots, zingt met blijde keel
 
't Gelukkigh paer naer 't bruitsprieel.Ga naar voetnoot68
 
Ay, zietze treckebekken,
70[regelnummer]
Als duiven, op dien bruiloftszangk.
 
Gelieven duurt dees wijs te langk.Ga naar voetnoot71
 
't Is tijdt dat wy vertrekken.Ga naar voetnoot72
 
 
 
M DC LVIII.
voetnoot*
Van 1658. Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682, I, blz. 752. Michiel Block (geb. 1635) was een broer van Agnes Block (zie dl. 5, blz. 458). Alida Anslo was een dochter van Gerbrand Anslo en Abigail Schouten, wier huwelijk in 1636 door Vondel bezongen was (zie dl. 3, blz. 484). Het huwelijk van het jonge paar had plaats op 28 September 1658. - Het motto is ontleend aan de Vulgaat: Liber Sapientiae VIII, 1: Attingit ergo a fine usque ad finem fortiter, et disponit omnia suaviter. (Zij gaat krachtig haar gang van het begin tot het eind en regelt alles liefelijkerwijze).
voetnoot1-2
Indien de Voorzienigheid ('t alwijs beleit) ergens in zijn doel treft (beschiet), dan is dat in het instandhouden van het menselik geslacht ('t behoeden der schepselingen).
voetnoot5
gewettigt: wettig verbonden.
voetnoot6
By: door.
voetnoot7
stant: staat.
voetnoot8
't menschverslinden: de grote sterfte onder de mensen.
voetnoot10
afbreuk: afbrokkeling.
voetnoot14-18
Van: door; Josef huwt Asnath, dochter van Pothiphera, de overste van On, en krijgt twee zonen, Manasse en Ephraïm (Gen. 46, vs. 20).
voetnoot19-21
Vlogens Gen. 41, vs. 45 gaf Pharao hem deze vrouw ten huwelijk; de staetsi: de plechtigheid.
voetnoot22
Het hoogh beleit: de macht van Pharao.
voetnoot23
huwelijxgespan: huwelijksverbond.
voetnoot30
beste: bestwil.
voetnoot36
afkomst: nakomelingschap; zoet op: verzot op.
voetnoot37
stoutste: dapperste; geweer: wapenen.
voetnoot38
gebuigzaem: inschikkelik, gedwee.
voetnoot39
't straelen: de gloed.
voetnoot42
de kraelen van haeren opgeloken mont: haar koraalrode geopende lippen.
voetnoot46
Hoe ongedurig zijn zinnen, als ze niet betoomd werden, zouden willen genieten.
voetnoot47
droom: verliefde stemming.
voetnoot49
orden: instelling; ingewijdt van: plechtig tot stand gebracht door.
voetnoot52
van: door.
voetnoot53
zijne tegenwoordigheit: zinspeling op de bruiloft van Kanaän en het daar geschiede wonder (vs. 54).
voetnoot56
Stapt fier vooruit: maakt krachtige vorderingen; dees hantvest: de vastgestelde huwelijkswet.
voetnoot57
Godts akker bouwen: Gods wereld in stand houden.
voetnoot59
geeft toe: blijft achter bij.
voetnoot66
minzaem griefde: de zoete liefdepijn veroorzaakte.
voetnoot68
bruitsprieel: de lusthof van de bruid.
voetnoot71
Het minnende paar heeft gauw genoeg van het lied waarmee de speelnoots (67) hun uitgeleide doen.
voetnoot72
In verbeelding heeft de dichter zich bij de zingende vriendinnen aangesloten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius