Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 666]
[p. 666]

Maeghdepalm
Ter kloosterstaetsie Van zuster Anna Bruining,
Bevestight In d'Orde van d'arme Klaerissen te Bethlehem.aant.aant.Ga naar voetnoot*

Sint Lukas.

Anna gingk noit uit den tempel, maer diende Godt nacht en dagh met vasten, en bidden.

In den Iaere M D CL VIII.



illustratie

[pagina 667]
[p. 667]

Maeghdepalm.

 
Weinigen heeft Godt gegeven
 
Al wat hart en oogh bekoort,
 
In de lente van haer leven,Ga naar voetnoot3
 
Af te snijden: 't eeuwigh Woort
5[regelnummer]
JESUS rechte hant te trouwen;Ga naar voetnoot5
 
Hem te volgen onder 't kruis,
 
Zonder omzien, en berouwen,
 
Stil, gehoorzaem, arm en kuisch:
 
's Nachts te bidden, en te waecken
10[regelnummer]
Op den bergh: geen leckernyGa naar voetnoot10
 
Met de kiesche tong te smaecken:Ga naar voetnoot11
 
Altijt godtgetroost, en bly,
 
Opgetogen met gedachtenGa naar voetnoot13
 
In het hemelsch heilighdom,
15[regelnummer]
Vol betrouwen in te wachtenGa naar voetnoot15
 
Aller zielen bruidegom:
 
Zulck een lot, het hooghst' van allen,
 
Zulck een kostelijck kleenoot
 
Is nu ANNA toegevallen,
20[regelnummer]
Uit des hemels rijcken schoot.
 
Cherubijnen, Serafijnen
 
Daelen om het staetigh feest
 
Van dees jongkvrouw t'overschijnen,Ga naar voetnoot23
 
Daerze, rustigh, bly van geest,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Op het spoor van Sinte Klaere,Ga naar voetnoot25
 
Naer Franciskus strengen stijl,Ga naar voetnoot26
 
Aenkomt treden ten altaere,
 
Als met eenen minnepijl
 
Van om hoogh in 't hart geschoten.
30[regelnummer]
Zoo verlaet de schoone maeght
 
Op de harpsnaer onverdrotenGa naar voetnoot31
[pagina 668]
[p. 668]
 
's Vaders huis. haer yver draeght
 
Lijf en ziel op aen den geenen
 
Dienze mint, en hy bemint
35[regelnummer]
Die van haere kintsche beenenGa naar voetnoot35
 
't Heillicht volght, zoo ras zy 't vint.
 
Al de weerelt jaeght naer schatten,
 
Vlamt op wellust, eer, en staet:Ga naar voetnoot38
 
ANNA laet de goutzucht vatten
40[regelnummer]
Naer het goet, dat haest vergaet:Ga naar voetnoot39-40
 
Zy, uit goddelijcken bloede
 
Weêrgeboren, als Godts zaet,Ga naar voetnoot42
 
Kust den mont der arremoede.Ga naar voetnoot43
 
Zuster ANNA, gy verlaet
45[regelnummer]
Alles om alleen te winnen
 
't Waertste goet, het eenigh Al.
 
Uwe schoonheit blinckt van binnen.
 
Gy verkiest een' armen stal
 
Met d'ootmoedige Marye,
50[regelnummer]
Kiest een kribbe, een stroien bedt.
 
Christus is uw hoovaerdye.Ga naar voetnoot51
 
Wat u hindert en belet
 
In de loopbaen, onder 't rennen
 
Naer den opgehangen prijs,
55[regelnummer]
Als met aengeschote pennen,Ga naar voetnoot55
 
Smijt gy van u, kloeck, en wijs.
 
Gy verwacht, als uw genooten,
 
Opgeschort, met brandend licht,Ga naar voetnoot58
 
Ingetogen, opgesloten,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Uwen bruidegom, en stichtGa naar voetnoot57-60
 
Door den spiegel van uw leven
 
Andren, die, noch zwack en teêr,
 
Zulck een kracht niet is gegeven:
 
Christus kruis is uw geweer,Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
En uw wapen, om te stryen
 
Tegens weerelt, vleesch, en bloet.
 
Uw godtvruchtige getyenGa naar voetnoot67
 
Onderhouden 't graêgh gemoedt,Ga naar voetnoot68
[pagina 669]
[p. 669]
 
Als met manna, dat van boven,
70[regelnummer]
Onder 't vasten, u versterckt,
 
Om den Oppersten te loven,
 
Die dit wonder in u werckt.
 
Snedigh weet gy t'onderscheidenGa naar voetnoot73
 
Godts geboden van Godts raet,Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Die u, als een hant, komt leiden
 
Naer een hooger trap, den staet
 
Van 't volkomen, onbeslommert,Ga naar voetnoot77
 
Vry van huiszorge, aerdschen last,
 
Daer zich Marta me bekommert,
80[regelnummer]
Gy met haere zuster vast,Ga naar voetnoot80
 
Voor Godts voeten neêrgebogen,
 
't Allerbeste deel verkiest,Ga naar voetnoot78-82
 
Dat geen vloeck, noch helsch vermogenGa naar voetnoot83
 
U berooft, hoe fel het briescht.
85[regelnummer]
Wilt gy in de renbaen loopen
 
Naer 't volkomen, sprack Godts zoon,Ga naar voetnoot86
 
Pas uw have te verkoopen:Ga naar voetnoot87
 
Deelze aen armen: volghme: uw kroon
 
Zult gy in den hemel erven:Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Maer de jongelingk, vol smert,
 
Kon zich niet hierin versterven.Ga naar voetnoot85-91Ga naar voetnoot91
 
Christus raet viel hem te hardt,
 
Om zijn' eigen wil te passenGa naar voetnoot93
 
Op de leest van 's hemels raet:
95[regelnummer]
Gy, hem over 't hooft gewassen,
 
Volght de les, die hy versmaet.
 
Stockoude Anna, die Godts tempelGa naar voetnoot97
 
Nacht en dagh bewaerde, en badt,Ga naar voetnoot98
 
Nimmer over Arons drempelGa naar voetnoot99
100[regelnummer]
Om een lucht naer buiten tradt,Ga naar voetnoot100
 
Hoort uw jeught, zoo vroegh te koore,Ga naar voetnoot101
 
Galmen rollen door den boogh,Ga naar voetnoot102
[pagina 670]
[p. 670]
 
Dat het in der Englen oore
 
Klinckt, daer zy u van om hoogh
105[regelnummer]
Groet in 't midden van de Nonnen,
 
Van de maeghden, vry van smet,
 
Die de weerelt overwonnen,
 
En het Lam, op zijnen tret,
 
Volgen, waer het haer wil leiden.
110[regelnummer]
Kon Sint Jan in wildernis,Ga naar voetnoot110
 
Vrolijck, eenzaem, afgescheiden,
 
Weigren 's konings gunst, en disch,
 
Hoofsche pracht, en zijde kleeren,
 
Met zijn kemels huit vernoeght,
115[regelnummer]
Op wat wilden honigh teeren,
 
Daer men zaeit, noch maeit, noch ploeght;Ga naar voetnoot116
 
Zou Godts dienstmaeght dan ontzeggenGa naar voetnoot117
 
't Niniveesche hairenkleet,Ga naar voetnoot118
 
Op een bulster neêr te leggen;Ga naar voetnoot119
120[regelnummer]
Met Elias, Godts Profeet,Ga naar voetnoot120
 
En met Christus veertigh dagen
 
Spijs t'ontbeeren, voor zoo veelGa naar voetnoot121-122
 
Haere teêrheit kan verdraegen?
 
Zou de lust van lijf en keel
125[regelnummer]
Meer vermogen dan de lusten
 
Van de ziele? ay, wie wil niet
 
Op den bergh van Tabor rusten,
 
Daer men JESUS klaerheit ziet,Ga naar voetnoot126-128
 
En bespiegelt? dat aenschouwen
130[regelnummer]
Is wat anders dan een blickGa naar voetnoot130
 
Van vermaeck, daer 't naberouwen
 
Flux op volght met smert en schrick.
 
Zoo gelijckt men Rechabs zoonen
 
Die, op 't vaderlijck gebodt,
135[regelnummer]
Slechts een arme hut bewoonen;
 
Wijn ontbeeren, en by Godt
 
Zoo gezien zijn, en gezegent,
 
Dat hy Rechabs afkomst spaert,
 
Als zijn gramschap plaegen regent,
140[regelnummer]
't Lant verwoest met vier en zwaert.Ga naar voetnoot133-140
[pagina 671]
[p. 671]
 
Dit zijn zuivre bybelspreucken.
 
Wie dit menschevonden schelt,Ga naar voetnoot142
 
Moet Godts zuiver bladt eerst kreucken.Ga naar voetnoot143
 
Dit 's het blancke Lelivelt,Ga naar voetnoot144
145[regelnummer]
Ons getoont in 't Euangeli.
 
Salomon, in al zijn pracht,
 
Magh 't niet haelen by een LeliGa naar voetnoot147
 
Van dit maeghdelijck geslacht.Ga naar voetnoot146-48
 
Sinaes wet is onvolkomenGa naar voetnoot149
150[regelnummer]
By de wet, die hooger draeftGa naar voetnoot150
 
In een ziel, die, opgenomen
 
Binnen Sion, rijck begaeft,Ga naar voetnoot152
 
Overvloeit in alle dingen.
 
Zy vermagh het al door een.Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
Eigenzinnigheit te dwingen,Ga naar voetnoot155
 
Evaes slang met voeten treên,Ga naar voetnoot156
 
Die het oogh door guichleryenGa naar voetnoot157
 
Aenlockt tot een snoot genot;Ga naar voetnoot158
 
Godt ter liefde, zich besnyen,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Zonder nootwet, en gebodt,Ga naar voetnoot160
 
Passen Christensche Amazonen,Ga naar voetnoot161
 
Schuw van 't mannelijck geslacht.
 
Dichters, stelt uw cytertoonen:
 
Spant uw snaeren uit haer kracht.Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Volght de maeghdelijcke standers,
 
d'Overwinsters van haer' lust,
 
Moediger dan Alexanders.
 
Alexanders sabel rust
 
Eer de weerelt is gewonnen,
170[regelnummer]
Eer de helt zich zelf verwint:
 
d'Oorlogh van mijn Kloosternonnen
 
Van zich zelve eerst streng begint.Ga naar voetnoot168-72
 
't Eilant van geen zeven voetenGa naar voetnoot173
[pagina 672]
[p. 672]
 
Zich bemaghtigen, is meer
175[regelnummer]
Dan al 't aerdtrijck om te wroeten
 
Met den degen, en de speer.
 
'k Zie de loutre zielen keerenGa naar voetnoot177
 
Uit dien slagh, en, boven 't zwerck,
 
In de starren triomfeeren,
180[regelnummer]
Ingehaelt van al de Kerck,Ga naar voetnoot180
 
Alle Heiligen, en geesten.Ga naar voetnoot181
 
'k Hoorze zingen aen den rey,Ga naar voetnoot182
 
Op onendelijcke feesten,
 
't Nieuwe liet, op fluit, schalmey,Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
Harp, en snaer, en schuiftrompetten,
 
En bekranst met maeghdepalm,
 
Aen geduurige bancketten,Ga naar voetnoot187
 
In sneeuwit gewaet, den galmGa naar voetnoot188
 
Van dien gouden tempel wecken;
190[regelnummer]
Daer heur zon noch maen verlicht,Ga naar voetnoot190
 
Geene schaduwen bedecken;
 
Maer Godts heilrijck aengezicht
 
Zalight zijn gekruiste bende.Ga naar voetnoot193
 
Godt is 't Kloosterslot en
 
 
 
ENDE.
 
J. v. Vondel.
voetnoot*
Van 1658. Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in 4o (Unger, no. 580). Anna Bruining was de oudste dochter van Vondel's zuster Catharina (zie Sterck: De Genealogie van Vondel in dl. 5, blz. 49-50).
Het titelblad, Kloosterstaetsie: plechtige inwijding, na de proeftijd van het noviciaat in 't klooster doorgebracht, waarbij vrijwillig worden afgelegd de voortaan bindende drie Geloften, door Vondel in vs. 8 genoemd met de drie woorden: ‘gehoorzaem, arm en kuisch’.
voetnoot3
de lente: Anna was of werd 34 jaar.
voetnoot5
rechte hant te trouwen: rechterhand als symbool van trouw te aanvaarden.
voetnoot10
Op den bergh: herinnering aan het gebed van Christus (Matth. 26, vs. 30 en 40).
voetnoot11
kiesche: fijnproevende.
voetnoot13
Opgetogen: omhoog gevoerd (als mystieke term sedert ME. taalgebruik).
voetnoot15
in te wachten: af te wachten.
voetnoot23
overschijnen: bestralen.
voetnoot24
rustigh: kloekmoedig.
voetnoot25
Blijkens 't titelblad werd Anna opgenomen in een Klarissen-klooster.
voetnoot26
stijl: kloosterregel.
voetnoot31
Op de harpsnaer: bij de muziek van de neerdalende engelen (vs. 20-22).
voetnoot35
van haere kintsche beenen: van kindsbeen, van jongs af.
voetnoot38
wellust: genot; staet: hoge positie.
voetnoot39-40
vatten naer: grijpen naar; haest: weldra.
voetnoot42
zaet: spruit, kind.
voetnoot43
Bemint de armoede.
voetnoot51
Uw enige trots is Christus.
voetnoot55
Alsof ge gevleugeld waart (aangeschote: aangetrokken).
voetnoot58
Opgeschort: met opgeschort kleed (om vlugger te kunnen lopen).
voetnoot59
Ingetogen: in overpeinzing.
voetnoot57-60
Evenals de wijze maagden in de gelijkenis (Matth. 25, vs. 1-12).
voetnoot64
geweer: wapen, uitrusting (Ned. Wdb. IV, 2021).
voetnoot67
getyen: voorgeschreven dagelijkse koorgebeden en -zangen.
voetnoot68
graêgh: begerig, verlangend.
voetnoot73
snedigh: met juistheid.
voetnoot74
De (R.-K.) Geloften van ‘eeuwige kuisheid, armoede, en gehoorzaamheid’ (zie vs. 8), heeten de drie evangeliese raden; raden in tegenstelling met geboden, die iedereen verplichten. De evangeliese raden worden vrijwillig aanvaard bij de plechtige kloostergeloften door personen, die zich tot die hogere religieuse staat geroepen achten en die door de overheid van het klooster daartoe geschikt worden geacht.
voetnoot77
't volkomen: de staat der godsdienstige volmaaktheid, die in 't klooster bestreefd en beleefd wordt. (Vgl. vs. 86); onbeslommert: onbelemmerd.
voetnoot80
vast: intussen.
voetnoot78-82
Vgl. Lucas X, 38-42.
voetnoot83
vloeck: duivel; vermogen: macht.
voetnoot86
volkomen: zie vs. 77.
voetnoot87
Pas: draag zorg.
voetnoot89
erven: verwerven.
voetnoot85-91
Zie Matth. XIX, vs. 16-22 over Christus en de rijke jongeling.
voetnoot91
zich versterven: zijn zucht naar aards bezit onderdrukken.
voetnoot93
passen op: voegen naar.
voetnoot97
Anna: de profetes, haar naamheilige (Lucas II, vs. 36-37).
voetnoot98
bewaerde: verbleef in.
voetnoot99
Arons drempel: de drempel van Jerusalem's tempel: Aäron was de eerste hogepriester.
voetnoot100
Om een lucht: om lucht te scheppen.
voetnoot101
te koore: in het koor.
voetnoot102
rollen: doen rollen.
voetnoot110
Sint Jan: Johannes de Doper (Matth. III, vs. 1-4).
voetnoot116
In de woestijn.
voetnoot117
ontzeggen: weigeren aan te nemen (Ned. Wdb. X, 2059).
voetnoot118
't Niniveesche hairenkleet: het boetekleed bij de boete der bewoners van Ninive, om de straffen, hun voorspeld door Jona(s), af te wenden (vgl. Jona(s) III, vs. 6).
voetnoot119
bulster: harde matras; neêr te leggen: te liggen.
voetnoot120
Met: evenals.
voetnoot121-122
Zie Matth. IV, vs. 1-2.
voetnoot126-128
Zie Matth. XVII, vs. 1-2.
voetnoot130
blick: glinstering (Ned. Wdb. II, 2843).
voetnoot133-140
Zie Jeremia XXXV, vs. 6-19.
voetnoot142
menschevonden schelt: uitmaakt voor menselike bedenksels.
voetnoot143
Moet eerst het gezag van de Bijbel als Gods heilig woord ontkennen.
voetnoot144
het blancke Lelivelt: het maagdelijke leven der Evangeliese raden.
voetnoot147
Magh 't niet halen: kan niet halen.
voetnoot146-48
Zie Matth. VI vs. 28-29.
voetnoot149
Sinaes wet: de wet van Mozes, gegeven op Sinaï.
voetnoot150
By: vergeleken bij; hooger draeft: een hogere vlucht neemt, verdere strekking heeft.
voetnoot152
Binnen Sion: 't kloosterlik heiligdom; begaeft: begiftigd.
voetnoot154
het al door een: alles door Christus.
voetnoot155
Eigenzinnigheit: eigenliefde (deze betekenis niet in Ned. Wdb.).
voetnoot156
Evaes slang: de verleiding.
voetnoot157
guichleryen: bedriegelike voorspiegelingen.
voetnoot158
snoot: minderwaardig, afkeurenswaardig.
voetnoot159
zich besnyen; zijn lusten bedwingen (vgl. zich versterven in vs. 91).
voetnoot160
nootwet: wettelike noodzaak.
voetnoot161
Christensche Amazonen: Christelike strijdsters (vgl. vs. 166).
voetnoot164
uit haer kracht: tot het uiterste van hun kracht.
voetnoot168-72
Alexander's overwinning was minder roemrijk, want hij had zich zelf nog niet overwonnen. De strijd van de nonnen begint daarmee!; Van: bij.
voetnoot173
't Eilant van geen zeven voeten: de mens zelf. Zinspeling op een bekend grafschrift van koning Alexander; gisteren was hij heer van de gehele wereld, nu moet hij genoegen nemen met een graf van zeven voeten (vgl. S.S. Hoogstra: Prozabewerkingen van het Leven van Alexander den Groote. blz. 31).
voetnoot177
loutre: reine.
voetnoot180
van al: door de gehele.
voetnoot181
geesten: engelen, zielen.
voetnoot182
aen den rey: in koor.
voetnoot184
op: met begeleiding van.
voetnoot187
geduurige: onafgebroken.
voetnoot188
galm: weergalm, echo.
voetnoot190
Daer: waar. Vgl. de beschrijving van het hemelse Jerusalem in Openbaring XXI, vs. 21-23.
voetnoot193
gekruiste bende: in nieuw-testamenties spraakgebruik: Christus het kruis nadragende, Hem in zijn lijden navolgende, gemeenschap.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Maeghdepalm voor Anna Bruining