Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.40 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
epos
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel
poëtica
leerdicht
hekeldicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

(1936)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 254]
[p. 254]

De bruiloft Van Den Teems en Aemstel t'Amsterdam.
Aen de doorluchtighste Hoogheden Maria Stuart en Willem van Oranje, Princen van Oranje &c.aant.Ga naar voetnoot*

Quoe surgere regna Conjugio tali!

 
Zou men geene bruiloft houwen,
 
Nu de godtheên van de zee,
 
Teems en Aemstel, t'zamen trouwen,
 
Lieflijck paeren, en dees twee
5[regelnummer]
t'Zamensmilten, rijck van zegen,Ga naar voetnoot5
 
Die van boven nederdout,Ga naar voetnoot6
 
Neêrdaelt in een' gouden regen.
 
Beide hooftsteên gaen in gout
 
Zich te prijck voor ieder zetten,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Daer de Moeder en de Zoon,
 
Op den klanck der zeetrompetten,
 
Bataviers en Britten noôn,
 
En de princeberckemeierGa naar voetnoot13
 
Omgaet op het staetgeluck.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Triton is de dans beleier.Ga naar voetnoot15
 
Nu zal geen tyrannigh juck,
 
Geene zeeplaegh hun braveerenGa naar voetnoot17
 
Op den grooten oceaen.
 
Rijcke vlooten gaen en keeren,
[pagina 255]
[p. 255]
20[regelnummer]
  Met al 's aerdtrijx oogst gelaên,
 
d'Onderzaten milt verrijcken.
 
Teemsstadt, 's konings ouden troon,
 
Aemstelsstadt, de wijck der wijcken,Ga naar voetnoot23
 
Houden eenen trant en toon,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Zingen hant aen hant te gader
 
Hoe de zeevaert bloeit en wast.
 
Noit heeft bontgenootschap nader
 
Twee op eene leest gepast.Ga naar voetnoot27-28
 
Alle stroomgoôn en godinnen
30[regelnummer]
  Groeten hen op 't vrolijck feest,
 
Offren, om hun hart te winnen,
 
Al het edelst dat elck leest:Ga naar voetnoot32
 
Arnus, Betis, Taegh, en Seine,Ga naar voetnoot33
 
Belt, en Wyssel, Elve, en Rijn,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Meer en minder, groot en kleine,
 
Niemant wil de leste zijn.
 
By 't geluck wort gunst gewonnen.Ga naar voetnoot37
 
Wat de joffers in den vlietGa naar voetnoot38
 
Oit borduurden, vlochten, sponnen
40[regelnummer]
  Wyden zy aen 't zeegebietGa naar voetnoot40
 
Der getrouden tot een gifte,
 
Root korael, en halskarkant,Ga naar voetnoot42
 
Gout en zilver: wat elck zifte,Ga naar voetnoot43
 
Parlemoerschulp onder 't zant,
45[regelnummer]
Parlen in het wier gevonden,
 
Moschtapijten, onder 't schuim
 
Schoon gebloemt op watergronden,
 
Beeldewerck van vogelpluimGa naar voetnoot48
 
Geschakeert, en waterverven,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
  Onbeschroomt voor zon en lucht,Ga naar voetnoot50
 
Vischbeenkokers, menighwervenGa naar voetnoot51
 
Omgekrult, met loof en vruchtGa naar voetnoot52
 
Overkleet, noch twee scheepskroonen,
 
Aen den Aemstelstroom, en Teems
55[regelnummer]
Toegewijt, en voor hun troonen
[pagina 256]
[p. 256]
 
Schoon gevlochten en uitheemsch:
 
Noch twee scepters, en juweelen.
 
Tweedraght ziet dit aen met smert,
 
Nu zy d'eendraght niet kan deelen.Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
  Dat 's een dootsteeck in haer hart.
 
Konze nu het twistzaet zaeien,
 
Eenen appel, root van gout,Ga naar voetnoot62
 
Om den wapenoogst te maeien,Ga naar voetnoot63
 
Daer Homeer zijn' zang op bouwt;
65[regelnummer]
Konze Europe en AsiaenenGa naar voetnoot65
 
Weder schenden tegens een;Ga naar voetnoot66
 
Zy ontzaegh noch bloet noch traenen,Ga naar voetnoot67
 
Achte kermen, noch gebeên,
 
Die, met 's afgronts geest bezeten,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
  Zwanger van veel ongevals,Ga naar voetnoot70
 
Gansch Europe een staele keten
 
Docht te slingren om den hals:
 
Maer dit roken d'Engelanders,
 
En de Bataviers, die trou
75[regelnummer]
Nu met onderlinge standersGa naar voetnoot75
 
Gaen gepaert, als man en vrou,Ga naar voetnoot76
 
Om de waterstraet te vaegenGa naar voetnoot77
 
Van het ongebonden schuim,Ga naar voetnoot78
 
Dat ter helle uit elck quam plaegen.
80[regelnummer]
  Tijt is 't dat de zeeplaegh ruim',Ga naar voetnoot80
 
En zich weder ga versteecken
 
In het onverlichte hol,Ga naar voetnoot82
 
Met haer grijns en valsche streecken.Ga naar voetnoot83
 
Hier staen liefde en eendraght vol.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Amsterdam omhelst nu Londen,
 
Beide aen een door trou verbonden.
 
 
 
J. V. Vondel.

t'Amsterdam, voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam. 1660.

voetnoot*
Van 1660. Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 609). Het motto, ontleend aan Aeneïs IV, 47, dat eigenlik aanvulling behoeft, wordt door Vondel (deel 6, blz. 548) vertaald: ‘Hoe wil dit Rijck toenemen door zulck een huwelijck!’
Amsterdam, dat met Engeland op goede voet wou geraken, nodigde na Karels vertrek Maria, de zuster van Karel II uit, met haar zoon de stad te bezoeken. Zij werden van 18-21 Juni met vorstelike eer ontvangen. De titel duidt aan dat de regeerders een nauw verbond met Engeland beoogden.
voetnoot5
t'Zamensmilten: zich innig verenigen.
voetnoot6
nederdout: als weldoende dauw nederdaalt. Die ‘dauw’ blijkt van goud te zijn (vs. 7).
voetnoot9
Zich te prijckzetten: gelijk een bruid placht te doen.
voetnoot13
princeberckemeier: vorstelike beker.
voetnoot14
omgaet op het staetgeluck: rondgaat om te drinken op het heil van de staat.
voetnoot15
dansbeleier: aanvoerder bij de dans, waarmee de verzoening gevierd wordt.
voetnoot17
braveeren: trotseren.
voetnoot23
de wijck der wijcken: het toevluchtsoord bij uitnemendheid.
voetnoot24
éénen: een zelfde.
voetnoot27-28
nader op eene leest gepast: in nauwere harmonie verbonden (eigenlik: gelijkvormiger, dus: meer gelijkgezind, gemaakt).
voetnoot32
leest: vergaart.
voetnoot33
Arnus: Arno; Betis: Guadalquivir, (vgl. de landstreek Betica).
voetnoot34
Elve: Elbe.
voetnoot37
gunst: blijken van genegenheid, geschenken (Ned. Wdb. V, 1290).
voetnoot38
de joffers in den vliet: de waternymfen.
voetnoot40
't zeegebiet: de gezamenlike heerschappij over de zee.
voetnoot42
halskarkant: halssieraad van goud met juwelen (Ned. Wdb. VII, 1621).
voetnoot43
zifte: uit het zand opdolf.
voetnoot48
vogelpluim: veren.
voetnoot49
Geschakeert: bont.
voetnoot50
Onbeschroomt voor: beveiligd tegen.
voetnoot51
Vischbeenkokers: kokers uit dikke visgraten gesneden.
voetnoot52
Omgekrult: sierlik gebogen.
voetnoot59
deelen: verbreken.
voetnoot62
appel: de gouden twistappel van Eris, de godin van de Tweedracht, op de bruiloft van Peleus en Thetis onder de gasten geworpen.
voetnoot63
den wapenoogst: de oorlogsbuit.
voetnoot65
Asiaenen: Aziaten.
voetnoot66
schenden tegens een: tegen elkaar ophitsen.
voetnoot67
ontzaegh: zou ontzien.
voetnoot69
Die: hangt af van Zy (67); 's afgronts: van de hel.
voetnoot70
Op het punt veel rampen voort te brengen.
voetnoot75
met inderlinge standers: met verbonden krijgsmacht.
voetnoot76
Gaen gepaert: samengaan.
voetnoot77
vaegen: zuiveren.
voetnoot78
ongebonden schuim: bandeloze zeerovers.
voetnoot80
ruim': verdwijne (vgl. het veld ruimen).
voetnoot82
hol: vgl. Vrye Zeevaert, vs. 3 (deel 5, blz. 567).
voetnoot83
grijns: valse gelaatstrekken (oorspr. masker).
voetnoot84
staen vol: blijven bestaan, houden stand (Mnl. Wdb. IX, 887).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Amsterdam