Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.06 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 187]
[p. 187]

Minnedeuntjes.aant.Ga naar voetnoot*

 
Schoone Leli, laet ons minnen,
 
Nu de zon schijnt van om hoogh.
 
Wilt ge u al te lang bezinnen,
 
Gy zult haest aen 's hemels booghGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Mist en onweêr op zien komen,
 
En voor donderslagen schroomen:
 
Want wie traegh zijn lief bemint,
 
Vangt in 't endt een hantvol wint.Ga naar voetnoot8
 
 
 
Min, een rover, stout in 't kampen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
  Zeiltme na met kracht en spoet
 
In de zee van mijn gemoet:
 
Als hy my aen boort komt klampen,
 
Baet geen wederstant noch strijt.
 
Och, ik raek mijn vryheit quijt.

Ander.

 
De dertele Sater,
 
De boxvoet vast hippelt,Ga naar voetnoot2
 
Langs d'oevers van 't water,
 
En beitelt, en trippeltGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Met alle zijn vrijsters,
 
Die zingen, als lijsters.
 
Het velt is vol vreught.
 
O vrolijk leven! o zoete jeught!
 
 
 
O wreede vriendinne,
10[regelnummer]
  Wie kan u bewegen?
 
Hoe trouw ik u minne,
 
In hagel en regen,
 
Gy vlught even vlugge,
 
En bietme den rugge.
15[regelnummer]
  Ik jammer ontstelt:
 
Geen klagten baeten: mijn leven smelt.
[pagina 188]
[p. 188]

Ander. Koridon.

 
Koom hier, o goelijk meisje.Ga naar voetnoot1
 
Gy ziet de velden groenen.
 
Vergun me slechts een reisje,
 
Dat ik uw mont magh zoenen,
5[regelnummer]
En uw wangen, uit lust en verlangen.
 
Ay koom wat nader:
 
Want uwe moeder en was niet vroeder.
 
Zy kuste vader.
 
 
 
De duiven trekkebekken.
10[regelnummer]
  De dieren in de weiden
 
Een lijn te zamen trekken.Ga naar voetnoot11
 
Wie kan de liefde scheiden
 
Van het leven, de jongkheit gegeeven
 
Om te gebruiken?Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Liefde moet bloeien. Door liefde groeien
 
De boom en struiken.

Narcissus.Ga naar voetnoot*

 
Toen Narcis het water kliefde,
 
Met de straelen van zijn oogen,Ga naar voetnoot1-2
 
Hy op zijnen schijn verliefde,Ga naar voetnoot3
 
En, van minnegloet bewogen,
5[regelnummer]
Om te blusschen den waterbrant,
 
Riep: ay troume toch hant aen hant.Ga naar voetnoot6
 
 
 
Zijne hant, zoo blank en teder
 
Bood hy aen den schyn op trouwe,
 
Die bood hem de hant ook weder:
10[regelnummer]
  Doch vergeefs, dies hy, vol rouwe,
 
Schreide: waerom versmaetge my,
 
Die u vierigh uit liefde vry.
[pagina 189]
[p. 189]
 
Als geen trou hem moght gebeuren,
 
En hy zijnen wensch most derven,
15[regelnummer]
Ging de vryer leggen treuren,
 
En verloor zijn schoone verven.Ga naar voetnoot16
 
Al de schoonheit, zoo groot van roem,
 
Werdt verandert in eene bloem.

Hippomenes.Ga naar voetnoot*

TRAHIT SUA QUEMQUE VOLUPTAS.

 
Hippomeen, door d'ingebeeldeGa naar voetnoot1
 
Schoonheit, toomeloos van weelde,
 
Schatte 't leven niet te dierGa naar voetnoot3
 
Om te blusschen 't minnevier
5[regelnummer]
Met de weêrmin van Atlante:Ga naar voetnoot5
 
Dies hy zich in 't renperk kante
 
Tegens haer, op Venus woort.Ga naar voetnoot7
 
Zy door appelglans bekoort
 
Koos den appel onder 't blaeken.
10[regelnummer]
Zoo quam elk zijn wit te raeken.Ga naar voetnoot10

Ander.Ga naar voetnoot*

DUXIT SUA PRAEMIA VICTOR.

 
Hippomeen, ontvonkt van gloedt,
 
Waegt, daer andre in 't renperk sneven,
 
Om de schoone Atlante 't leven.
 
Venus geeft hem raet en moedt.
5[regelnummer]
Hy, den schicht der schoone ontronnen,Ga naar voetnoot5
 
Wellekomtze, en kust haer hant,
[pagina 190]
[p. 190]
 
Het gewenschte minnepant,
 
In het minneperk gewonnen.
 
Zy wint d'appels, hy zijn lief,
10[regelnummer]
  Elk zijn gading, en gerief.

Ander.Ga naar voetnoot*

OMNIA VINCIT AMOR.

 
Vliegh met snelle zwaluvlogels:
 
Ren de winden zelfs voorby,
 
En de kracht van bussekogels:Ga naar voetnoot3
 
Min acht kogels, wint, noch vogels,
5[regelnummer]
  Als zy let op haer gety.Ga naar voetnoot5
 
Haere loosheit zal niet feilenGa naar voetnoot6
 
't Allersnelst voorby te zeilen,
 
Door een' appel twee of dry.Ga naar voetnoot8
 
Kloeke minnaers suffen nimmer.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Zoo verkloekt men 't Joffrentimmer.Ga naar voetnoot10

Concordes.Ga naar voetnoot*

 
Als d'Eenhooren ziet de Maeght,
 
't Liefste dat zijn oogh behaeght,
 
Blijft hy in gedachten hangen,Ga naar voetnoot3
 
Raest in 't endt van minnesmert,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
  En, die noit gevangen wert,
 
Geeft zich in haer schoot gevangen.
 
 
 
MDCLXV. den 29 in Wijnmaendt.
voetnoot*
Van 1665. - Volgens de tekst in Vondels Poëzy 1682 II, blz. 456, waar ze gedateerd zijn: ‘MDCLXV. den 29 in Wijnmaent.’ Dit was de verjaardag van Agnes Block, zie blz. 224. Heeft zij wellicht een feestje gegeven, waarop deze liedjes zijn gezongen ter ere van Agnes' stiefzoon, Peter de Wolf? Zie het volgende gedicht.
voetnoot4
haest: weldra.
voetnoot8
gaat met lege handen heen, wordt in de liefde teleurgesteld.
voetnoot9
Min: Amor.

voetnoot2
vast: onophoudelik.
voetnoot4
beitelt: vreemde bijvorm van buitelt, die het Ned. Wdb. III, 1782, niet kan lokaliseren.
voetnoot1
goelijk: vriendelik, lief.
voetnoot11
Een lijn te zamen trekken: werken alle samen,; hier: verenigen zich in liefde. Zie voor de verklaring van de uitdrukking Ned. Wdb. VIII, 2342.
voetnoot14
gebruiken: genieten.

voetnoot*
NARCISSUS: Zie voor het verhaal van Narcissus: Ovidius' Metamorphoses III, 402-512; in Vondel's vertaling deel 7, blz. 497-502.
voetnoot1-2
d.i. zijn eigen beeld in het water aandachtig beschouwde.
voetnoot3
schijn: spiegelbeeld (vgl. vs. 8).
voetnoot6
troume hant aen hant: schenk mij uw hand, als trouwbelofte; vgl. op trouwe in vs. 8.
voetnoot16
verven: gelaatskleur.

voetnoot*
HIPPOMENES: Het motto, ontleend aan Vergilius' Ecl. II, 65, betekent: ‘Ieder wordt door zijn biezondere neiging gedreven.’
voetnoot1
Hippomeen: Hippomenes was de zoon van de Boeötiese koning Megarius (vgl. Ovidius' Metamorphoses X, vs. 560-vlg.; in Vondel's vertaling deel 7, blz. 770-vlg.).
voetnoot3
dier: kostbaar; hij zette zijn leven gaarne op het spel.
voetnoot5
Atlante, Boeotiese, dochter van Schoneus, beroemd om haar schoonheid en snelheid, beloofde te zullen huwen wie haar in snelheid overwon.
voetnoot7
op Venus woort: Venus beloofde namelik hem te helpen door hem gouden appels te schenken. Toen Hippomenes die in het strijdperk wierp, raapte Atlanta ze op, (door appelglans bekoort, vs. 8) en verloor daardoor de wedloop.
voetnoot10
zijn wit te raeken: zijn doel te bereiken.

voetnoot*
ANDER: Het motto, ontleend aan Ovidius, Metam. X, 680 betekent: ‘De overwinnaar won zijn prijs’.
voetnoot5
ontronnen: ontlopen, ontkomen. Atlante doodde ieder die de wedloop verloor, met haar speer.

voetnoot*
ANDER: Het motto, ontleend aan Vergilius' Ecl. X, 69, betekent: ‘De liefde overwint alles.’
voetnoot3
bussekogels: kanonskogels.
voetnoot5
gety: het gunstige tijdstip.
voetnoot6
feilen: te kort schieten om.
voetnoot8
Zie hiervóór de list van Venus, die Hippomenes hielp.
voetnoot9
suffen: werkeloos zitten, dralen.
voetnoot10
vekloekt: verschalkt men door list; Joffrentimmer (germanisme): vrouw.

voetnoot*
CONCORDES: Opschrift: ontleend aan Aeneïs VI, 827; ook elders aangehaald als Concordes animae (zie deel 5, blz. 852; deel 8, blz. 199, 683, 728, 852). Op de oude overlevering van de eenhoren doelt Vondel ook in zijn Adam in Ballingschap, vs. 1072-77.
voetnoot3
in gedachten hangen: in. gepeinzen verdiept.
voetnoot4
raest: wordt dol.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank