Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

5. Het onweer.

Ze zaten stil bij elkaar in de kamer. Het was nu heel donker geworden. Maar telkens schoot buiten de bliksem neer, en dan werd de hele kamer verlicht. Daarna leek het nòg donkerder dan tevoren. En vlak er op ratelde de donder. De ramen dreunden er soms van.

'Het is noodweer,' zei oude Gijs ernstig.

Zus werd een beetje bang. Zij keek zo sip. En zij kroop dicht tegen Vader aan. Maar Vader nam haar op zijn knie en zei: 'Wees maar niet bang, hoor meisje!.... De lieve Heer zorgt wel voor ons. Bij Hem zijn we altijd veilig. Dat weet je toch wel?'....

Broertje Jan was niet bang. Hij was nog zo klein; hij begreep nog zo weinig. Hij zat te springen van pret op Moeders schoot en juichte bij iedere slag. En hij babbelde maar met zijn hoge stemmetje.

'Mamma, bom-bom-bom, hè Mamma?....'

'Ja, mijn jongen.'

'Poes op zolder, hè Mamma?'

'Nee Jan, dat doet de poes niet.'

'Mamma, mooie lichtjes, hè Mamma?'

'Ja kereltje, mooie lichtjes, hoor!'

Toen begon het te regenen. Het kletterde op het dak. Het ruiste in de tuin. Het regende met

[pagina 26]
[p. 26]

stralen. In een ogenblik stonden de paden blank, en nog steeds regende het door.

'Wat een geluk, dat wij ons koren binnen hebben!' zei Vader.

Jaap wou voor het raam kijken. Maar dat mocht niet van Moeder. Je moest bij een onweer altijd heel voorzichtig zijn.

Maar Jaap riep ineens: 'O, o, kijk dáár eens!... Wie komen daar aan?'

En toen kwamen al de anderen toch ook naar het raam lopen. Want wie zou er nu bij zo'n weer nog buiten zijn?'....

Er kwamen twee druipende meisjes de tuin inhollen, het ene met een parasol, het andere met een tas. Het waren Toosje van de dominee en Rie van de meester.



illustratie

[pagina 27]
[p. 27]

'Ach, die arme schapen!' riep Moeder en zij holde naar de deur. Zij trok de meisjes gauw naar binnen.

'Maar lieve kinderen,' zei ze, 'hoe komt dat nu toch?'

'Wij waren in het bos,' schreide Toosje, 'en toen.... en toen....'

'En toen begon het opeens te onweren en te regenen,' huilde Rie.

'En ik ben zo nat!'.... snikte Toosje.

Ja, nat waren ze, allebei. Alsof ze in de vijver gevallen waren, zó nat waren ze! Hun haren dropen en hun kleren plakten op hun huid. Waar ze stonden, kwam een plasje op de vloer, dat aldoor groter werd.

Moeder nam ze mee naar de slaapkamer. Maar even later stak zij haar hoofd weer om de deur.

'Vader,' vroeg zij, 'zou jij niet even naar de dominee en de meester kunnen gaan? Ze zullen daar zo ongerust zijn!'

Vader keek naar buiten. Het regende nog hard, het was alleen wat lichter geworden. Maar hij moest er toch maar door. Hij mocht die ouders niet langer in ongerustheid laten. Even later sprong hij al op de fiets en reed met een vaart door de plassen.

Intussen was Moeder bezig om droge kleren te zoeken voor Toosje en Rie. Dat was erg moeilijk, want zij had zelf geen meisjes van die

[pagina 28]
[p. 28]

leeftijd. Maar zij vond wel wat. Als de kinderen maar even wat aan hadden, tot hun ouders andere kleren zouden brengen....

Toen ze even later de kamer weer binnen kwamen, begon Jaap te schateren en allen lachten mee. Het was ook zo'n raar gezicht!.... Toosje had een deken om en werd door Moeder voortgeleid naar de leunstoel. En Rie was een jongetje geworden. Die had de Zondagse broek en de overjas van Jaap aan.

'Zó moeten jullie eens over straat gaan!' lachte Gerdientje.

'Ja!' riep Jaap. 'Zó moeten jullie naar huis!'

'Hè nee, juffrouw, dat hoeft toch niet, hè?' vroeg Rie verschrikt. Die slimme Rie, die geloofde het ook nog!

Moeder stelde haar gerust. Ze ging gauw wat lekkers

illustratie

klaarmaken. Voor de drenkelingen een beker warme anijsmelk. Voor de andere kinderen een glas limonade. En voor Gijs was er nog een kop koffie. Toen kwam Moeder ook nog met koek aandragen.

'Het lijkt wel feest!' riep Jaap.

'Het is ook feest,'

[pagina 29]
[p. 29]

zei Moeder. 'Oogstfeest!.... Wij hebben het koren immers in de schuur.'

De kinderen smulden. Buiten regende het nog steeds, maar het onweer was overgedreven. Moeder zette het raam open en een heerlijke frisse geur stroomde naar binnen.

'Nu moest Gijs nog es wat vertellen,' zei Jaap ineens.

'Hè ja!' riepen de anderen.

'Vertellen?' zei Gijs. 'Midden op de dag?'

Maar hij liet zich gemakkelijk overhalen. Hij kon buiten toch niet werken. En hij gunde de kinderen wel graag een pleiziertje. Hij stopte langzaam zijn pijp en vroeg: 'En waar moet ik dan van vertellen?'

'Van die twee rovers!' riep Jaap. 'Je weet wel, Gijs, die woonden in een hol. En toen hebben ze een verdwaald meisje gevangen en meegesleept. En dat is zeven jaar bij hen gebleven....'



illustratie

[pagina 30]
[p. 30]

Maar daar had Gijs geen zin in. Dat verhaal had Gerdientje ook al eens gehoord.

'Ik zal jullie wat anders vertellen,' zei hij. 'Van een rover, die de grootste schat van heel de wereld had gestolen....'

'Ha!' riepen ze en ze schoven wat dichter naar hem toe, met ogen vol verwachting. De grootste schat van heel de wereld?.... Dat zou een fijn verhaal worden!....

'Is het waar gebeurd, Gijs?'

'Van het begin tot het einde,' zei Gijs. 'Daar sta ik voor in.'

Hij stak zijn pijp aan en blies een paar dikke rookwolken voor zich uit. Hij kroop bijna weg achter de rook.

Nog even zat hij na te denken. Nog even stelde hij het geduld van Jaap en de meisjes op de proef. En hij glimlachte, toen hij het verlangen in hun ogen zag.

Toen zei hij: 'Luister dan maar....'


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken