Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]


illustratie

8. Kijk mij dan eens aan...

Het verhaal was uit. De kinderen zuchtten er van.

'Mooi, hè Moeder?' vroeg Jaap.

'Ja, het is een prachtig verhaal, Jaap,' zei Moeder. En toen zag Jaap, dat zij knipoogde tegen Gijs. Zo'n ernstig knipoogje was dat....

'Kijk eens naar buiten,' zei Gijs. 'Nou ga ik gauw aan 't werk, hoor!'

De regen was opgehouden. De zon brak weer door en schitterde op de natte heesters. En over het doorweekte tuinpad kwamen Vader, de dominee en de meester op het huis aanstappen. Ze hadden kleren meegenomen voor Toosje en Rie. Moeder ging de meisjes verkleden. Toen vertrokken ze met hun vaders.

[pagina 46]
[p. 46]

'U hebt heel wat drukte met ze gehad,' zei de dominee.

'Dat geeft niet,' zei Moeder. 'Dat u ze weer veilig terug hebt, dàt is de hoofdzaak.'

Even later kwam ook de boswachter om Gerdientje te halen. Jaap liep een eindje met ze mee. Het was nu zo heerlijk buiten. De lucht was koel en de bloemen geurden. In bijna iedere boom zat een vogeltje te zingen. De kippen dronken uit de plassen. De haan stond te kraaien op het druipende hek. En Puk was zo dol, als hij in geen dagen geweest was.

Toen Jaap terugkwam, stond Gijs op het erf. Hij wilde het straatje van de stal naar de schuur schoonvegen, maar hij scheen zijn werk vergeten te hebben. Hij stond stil op zijn bezem geleund en keek peinzend voor zich uit.

illustratie

En zó diep was hij in gedachten, dat hij niet eens merkte, dat Jaap bij hem kwam staan.

'Gijs!' zei Jaap.

Toen schrok Gijs op. 'O,' zei hij, 'ben jij daar, jongen?'..

'Wat stond je te dromen, Gijs!.... Je zag mij niet eens.'

'Ik stond nog aan dat verhaal te denken,' antwoordde Gijs.

Dat kwam goed uit, vond

[pagina 47]
[p. 47]

Jaap. Want hij wou er nog juist wat over vragen.

'Gijs,' zei hij, 'die andere Gijs, leeft die nog?'

'Ja jongen, die leeft nog....'

'En woont hij hier nòg in de buurt?' vroeg Jaap.

'Ja,' knikte Gijs, 'hij woont hier niet ver vandaan.'

Jaap keek hem verwonderd aan. Hij kende alle mensen in de omtrek, maar hij had nog nooit van die Gijs gehoord.

'Dan moest ik hem toch kennen!' zei Jaap.

Toen glimlachte Gijs. Hij zette zijn bezem neer en trok Jaap naar zich toe.

'Ik wil het je wel zeggen,' zei hij, 'maar je moet mij beloven, dat je er met niemand over praten zult. Beloof je me dat?'

'Ja Gijs, natuurlijk.'

'Ken jij dan geen man, die Gijs heet en die knecht is bij een boer, heel dicht in de buurt?'

Jaap dacht lang na.

'Nee,' zei hij tenslotte.

'Kijk mij dan eens aan,' lachte Gijs.

'Jij?' riep Jaap en hij deed verschrikt een stap terug. Hij vertrouwde zijn oren niet.

'Was jij het zelf, Gijs?' vroeg hij nog eens.

'Ik was het,' zei Gijs ernstig. 'Ik was die arme, ongelukkige man, die dacht dat geld iemand gelukkig kon maken. En nou heb ik geen geld en tòch ben ik rijk.... Dat had je niet gedacht, hè jongen, dat ik het was.'

[pagina 48]
[p. 48]

'Nee,' zei Jaap, 'daar zou ik nooit aan gedacht hebben!'

'En nou houd je zeker niet meer van die oude Gijs, hè?.... Nou je dàt van hem weet?'

Toen lachte Jaap en hij drukte even de ruwe rimpelige hand van de oude knecht stijf tegen zich aan. Hij gaf hem ook een klap op zijn kromme rug. Gijs greep naar hem. Jaap dook nog net op tijd weg. Ze stoeiden een poosje en Puk begon er plezierig aan mee te doen. Maar eindelijk joeg Gijs ze allebei met de bezem naar binnen.

O, Jaap voelde het: nu hij dàt wist, nu hield hij nog veel meer van oude Gijs!



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken