Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]


illustratie

10. Vliegeren.

De volgende morgen bleek het, dat de storm nog niets in kracht was verminderd. Van vliegeren kon dus niets komen. Gerdientje en Polleke kwamen wel, maar de kinderen speelden verstoppertje in de schuur. En Jaap vertelde in geuren en kleuren het avontuur van die nacht.

Na de middag moest Polleke voor zijn vader in de tuin werken en Gerdientje ging bij Toosje op verjaarsvisite. Jaap mocht ook mee, maar hij wou liever niet. Wat had je nou aan een verjaarsvisite en aan al die flauwe meisjesspelletjes?.... Nee hoor, hij ging veel liever in een oud pakje met Gijs naar het aardappelland. Gijs ging aardappels rooien en Jaap ging al het dode loof op een hoop dragen en dan verbranden. Het werd een vuur, zo groot als hij nog nooit

[pagina 57]
[p. 57]

gestookt had. De wind blies hard in de vlammen en de rook dreef ver over het land. Hij ging ook aardappels bakken in de gloeiende as en toen hij 's avonds met Gijs naar huis kwam, was hij zo zwart als een schoorsteenveger. Gelukkig, dat het Zaterdag was! De badkuip stond al klaar.

 

De vliegers bleven liggen tot Woensdagmiddag. Toen trokken de kinderen er mee naar de hei.

Jaap en Gerdientje hadden samen een vlieger gemaakt, zo groot als zij zelf waren; een rode met groene en blauwe sterren. Die van Polleke was kleiner, maar toch ook erg mooi. Polleke was zo 'n handige knutselaar!.... Die had er een vogel van gemaakt, met uitgespreide vleugels en staart en met de kromme snavel wijd open

'Het is een havik,' vertelde Polleke.

Ze moesten langs de bosrand, om op de hei te komen. De bomen waren nu zo mooi! Het stervende blad was bruin of geel of rood gekleurd, of in allerlei tinten daartussen. De grond was bezaaid met beukenootjes en grote troepen vinken zaten er lustig van te pikken.

De kinderen raapten elk een handvol op en liepen etend verder. Onder de bomen stond het vol met paddestoelen. De vergiftige vliegenzwam was er ook bij. Die was rood met witte stippen en zó mooi, dat je hem meteen mee zou willen nemen. Maar ze raakten hem niet aan. De meester had ze op school al gewaarschuwd.

[pagina 58]
[p. 58]


illustratie

Plotseling riep Jaap: 'O, kijk daar eens, jongens!.... Kijk eens, wat een vogels!'....

Langs het bos liep een telefoonlijn naar het huis van de boswachter. De twee draden zaten vol met vogeltjes. Jaap zag, dat het zwaluwen waren. Ze sjilpten en kwinkeleerden, alsof ze elkaar wonderveel te vertellen hadden. Maar plotseling vloog er één op, de anderen volgden en de hele troep vloog weg, de zon tegemoet, het Zuiden in.

'Die gaan de verre reis weer beginnen,' zei Polleke.

'Ja,' zei Gerdientje, en zij bleef staan om ze na te kijken, tot ze niet meer te zien waren.

'Als die terugkomen,' zei ze, 'dan zijn mijn vader en moeder ook al terug. En kleine Wim....'

En zij liep verder met de jongens, maar zij was nu erg stil geworden en er was een groot verlangen in haar ogen.

Maar op de hei fleurde zij weer op. Zij moest

[pagina 59]
[p. 59]

de jongens helpen met de vliegers. Eerst hield ze die van Polleke vast, toen die van Jaap. De jongens trokken ze snel tegen de wind in omhoog.

Statig steeg de vlieger van Polleke naar boven. Het leek, alsof een echte grote roofvogel boven de heide zweefde. Maar de vlieger van Jaap wou niet zo goed. Hij schoot wel snel omhoog, maar lang niet zo rustig als de vogel. Wild sprong hij heen en weer in de lucht en plotseling dook hij met een boog naar beneden. Vlàk bij de grond richtte hij zich nog weer op, steeg een poosje, nam wéér een duik en sloeg toen met een klap tegen de grond.

'Hij is te licht!' riep Polleke. 'Je moet hem een bos hei aan zijn

illustratie

staart binden!'....

Dat deed Jaap en nu was het in orde. Stil en rustig stond de rode vlieger even later te glanzen naast de havik. Steeds hoger lieten de jongens ze stijgen. Gerdientje zat er bij en at beukenootjes.

Boven hun hoofd vloog weer een troep trekvogels voorbij.

En hoger nog ronkte een vliegmachine.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken