Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]


illustratie

11. Een noodlanding.

De jongens hadden hun vliegers vastgestoken en keken naar de vliegmachine. Iets bijzonders was het niet om een vliegmachine te zien. Bijna iedere dag ging er wel een over het dorp. Maar deze keer was het toch wèl iets bijzonders, want dit vliegtuig deed zo vreemd!.... Het bleef maar boven de heide cirkelen en kwam in grote kringen steeds lager zweven. En steeds luider ronkte de motor.

'Hij wil dalen!' schreeuwde Jaap en haastig duwde hij Gerdientje het touw van de vlieger in handen.

'Blijf hier!' schreeuwde Polleke, 'hier achter deze wal zitten wij veilig. Ik haal mijn vlieger in, hoor!'

Maar zijn laatste woorden waren niet meer te verstaan, want het vliegtuig daverde nu vlak

[pagina 61]
[p. 61]

boven hen langs. Laag scheerde het over de grond. Even raakten de wielen de aarde.... Even nog verhief het zich weer.... Toen huppelde de mooie blinkende vogel over het veld en stond na een poosje stil.

De kinderen holden er heen. Ze hadden nog nooit een vliegtuig van dichtbij gezien en wisten niet, dat het zo groot was. Toen ze er bij gekomen waren, zagen ze een deurtje opengaan, opzij in de romp. Een man wipte met een vrolijke sprong uit het vliegtuig. Een ander volgde hem. Ze lachten tegen elkaar.

'Die staat,' zei de een.

'Het is best afgelopen,' antwoordde de ander.

Toen kwam er één van hen op de kinderen af.

'Zo jongelui,' zei hij, 'wonen jullie hier in de buurt?'

'Ja meneer,' zei Jaap.

'Weten jullie dan misschien hier dichtbij een huis, waar ik telefoneren kan?'

'Ja, bij mijn grootvader,' antwoordde Gerdientje.

'Waar woont die?'

'In het boswachtershuis,' zei Gerdientje. 'Kijk, daar heel in de verte staat mijn grootvader al te kijken, aan de rand van het bos. Zal ik u even naar hem toebrengen?'

Dat wilde de vlieger graag. Hij stapte met Gerdientje weg. Maar de jongens bleven bij de machine en bekeken die vol bewondering van alle

[pagina 62]
[p. 62]

zoeken. Hij had een tas vor tangen en schroevendraaiers. En hij gaf er niets om, dat zijn handen vuil werden.

'Is ie kapot?' vroeg Jaap nieuwsgierig.

'Niet erg,' zei de man. 'Er is een lekje in de benzineleiding gekomen en daardoor is bijna alle benzine weggelopen. Toen moesten wij wel een noodlanding maken.... Wat een mooie vliegers hebben jullie, zeg! Die éne leek net een vogel! Ik was er vlàk bij....'

'Die is van mij,' vertelde Polleke. 'U vloog er bijna tegenaan!'

Jaap vroeg: 'Kunt u nou niet meer weg vandaag?'

'Jawel,' zei de vlieger. 'Mijn vriend belt immers op naar de stad. Straks wordt hier weer nieuwe benzine gebracht....'

'Waar gaat u dan naar toe?' vroeg Jaap weer.

'Naar Schiphol,' zei de man. 'Je weet toch wel, dat grote vliegveld bij Amsterdam.... We hebben maar een klein tochtje gemaakt. We wilden even het hele land rondvliegen, snap je?'

De vlieger lachte.

'Goeiendag!' zei Jaap. Het hele land rond! En dat noemde die meneer een klein tochtje!

O, hij had nog zoveel te vragen, maar hij kon niet meer rustig met de man praten. Want van

[pagina 63]
[p. 63]

alle kanten waren reeds mensen en kinderen toegestroomd. Die stonden nu allemaal in een kring om de vliegmachine en nog steeds kwamen er meer. Sommige jongens konden er niet afblijven, hoe vaak de vlieger ze ook waarschuwde. Eén moest hij een oorvijg geven, want die was op de staart geklommen. Die jongen liep daarna rond met een zwarte glimmende wang en iedereen lachte hem uit. Maar spoedig kwam de veldwachter ook en die zorgde, dat alle mensen op een afstand bleven. Jaap en Polleke werden ook teruggedrongen. Jammer, hoor!....

Opeens, daar liep Gerdientje midden in de kring, aan de hand van de vlieger. De boswachter was ook meegekomen. Ja, háár joeg de veldwachter niet weg, natuurlijk niet!.... Jaap

illustratie

keek jaloers toe.

'Jij wilt zeker wel eens even in het vliegtuig zitten, hè kleine gids?' vroeg de vlieger.

'Gaat u dan omhoog?' vroeg Gerdientje bang en alle mensen lachten.

'Nee,' zei de man, 'alleen maar kijken.'

Nou, dàt wou Gerdientje graag. Maar toen zij al bij het deurtje stond, keek zij plotseling rond

[pagina 64]
[p. 64]

en vroeg: 'Mag Jaap dan ook even?.... En Polleke?'

Jaap wou haar wel om de hals vliegen. Een echte beste meid was Gerdientje toch. Altijd dacht zij aan haar vrienden!....

Het mocht. Ze werden één voor één door de vlieger in de cabine getild. Wat was daar veel te kijken!.... Het was net een klein leuk kamertje met mooie leren stoelen en allerlei vreemde instrumenten.

'Kijk,' zei de vlieger tegen Gerdientje, 'er is nog wel een plaats over. Zal ik jou even naar Indonesië brengen?'

Daar lachte Gerdientje om.

'Als dat eens kon!' zei ze.

Jaap had een kleur, toen hij weer buiten kwam. Want alle jongens in de kring keken hem bewonderend aan. Jaap had in een vliegmachine gezeten. Dat zouden ze ook wel op school vertellen!....

De motor was weer hersteld. Een auto met bussen benzine kwam aanrijden.

Het vullen duurde niet lang. Toen namen de vliegers afscheid van Opa en de kinderen. De motor ronkte, de schroef begon te draaien. Droog zand stoof in wolken achteruit.

'Daar gaat ie!' riep Jaap, maar hij hoorde zijn eigen stem niet.

Een hand wuifde achter het raampje. Het vliegtuig rolde over het veld, sneller.... nòg sneller....

[pagina 65]
[p. 65]

Toen was het plotseling los van de grond en steeg snel omhoog.

Nog even kwam het boven de mensen zweven. Toen zette het koers naar het Westen, waar de zon al bijna onderging en verdween als een kleine stip aan de horizon.

'Het was een sportvliegtuig,' zei de veldwachter.

De mensen verspreidden zich. De jongens zochten hun vliegers op en gingen ook naar huis met Opa en Gerdientje.

Ze raakten over dit avontuur de hele avond niet uitgepraat.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken