Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturenToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.35 MB)

Scans (7.58 MB)

ebook (7.26 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 5. Een herfst vol avonturen

(1951)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

12. Naar Indonesië.

Gerdientje sliep bijna. Maar op het laatste ogenblik, toen ze juist weg zou reizen naar dromenland, kwam er een vlieg aanzoemen en prikte haar in haar neus. Daar werd Gerdientje weer helemaal wakker van.

Ze greep naar haar neus, maar het was te laat. De vlieg zoemde al weg.

Gerdientje ging weer slapen. Even later zat het beest bij haar oor te brommen. Ze greep! Mis.... Ze sloeg om zich heen in het donker, maar ze raakte de plaaggeest niet. En toen ze weer bijna in slaap was, prikte de vlieg haar in haar hals. Een greep!.... Nog eens mis!....

Wel, die lelijke lastpost! Gerdientje stond op en knipte het licht aan. Ze nam de handdoek van de wastafel. En nu begon een wilde jacht op de vlieg, de hele kamer door. Nu eens zat het beest op de muur, dàn op de zoldering, dàn weer op de rand van het bed. Gerdientje sloeg naar hem met de handdoek. Pats!.... Klets!.... Maar telkens was het mis.

De vlieg werd hoe langer hoe wilder. Hij botste een paar keer tegen de lamp en bromde hoe langer hoe harder. Maar plotseling was hij verdwenen.

[pagina 67]
[p. 67]


illustratie

Hoe Gerdientje ook zocht, ze kon het beest niet meer vinden. Het was zeker het raam uitgevlogen.

Gerdientje schoof het gordijn opzij, deed het raam nog wat verder open en keek naar buiten. Het was stil en donker. De bomen ruisten zacht in de avondwind. In de verte blafte een hond; het leek Puk wel. En grote wolken dreven voorbij de maan.

'Zou Moeder die maan nu ook kunnen zien in Indonesië?' dacht Gerdientje.

Daar stond zij lang over te peinzen. Maar eindelijk kroop ze haastig weer in bed, want ze voelde, dat ze koud werd. Het raam bleef open staan. De lamp brandde. Gerdientje dacht alleen aan haar ouders.

 

En zie, nauwelijks was zij ingeslapen, of dáár was de vlieg weer. Hij zat op de rand van het bed, maar hij was nu veel groter geworden en bromde ook veel harder. Zijn vleugels trilden. Het waaide er van. Gerdientje voelde de koude wind over haar gezicht strijken. En opeens begon de vlieg te praten.

[pagina 68]
[p. 68]

'Zo Gerdientje,' zei hij, 'ga je mee naar Indonesië? Ik ga naar je vader en moeder toe....'

'Dat kàn toch niet?' zei Gerdientje verbaasd.

'Dat kàn niet?' riep de vlieg verontwaardigd. 'Dat kan best!.... Ik ben geen gewone vlieg! Ik ben eigenlijk een vliegmachine. Wil je het zien?....'

En opeens werd het gebrom nog veel sterker en de vlieg groeide.... groeide en zijn mooie blinkende vleugels werden zo lang als de hele kamer.

'Stap maar op,' zei de vlieg.

Toen klom Gerdientje in haar pyama boven op de rug van de vlieg.

En opeens waren ze buiten. Ze vlogen over het bos en de bomen ruisten. Ze vlogen over de boerderij van Jaap, en Jaap zat boven in de pruimeboom en stak zijn hand op. Ze vlogen ook over de school en de meester stond op het plein te kijken.

En toen zweefden ze over steden en dorpen, over rivieren en bergen, en eindelijk over de grote zee. En heel in de verte lag Indonesië, en Gerdientjes vader en moeder stonden al aan het strand met kleine Wim. Die wisten het zeker al, dat Gerdientje komen zou. En een hele schare bruine mensen stonden er ook.

'Vader, Moeder!' juichte Gerdientje. 'Ik kom er aan, hoor!.... Ik kom er aan!'

Maar ze moesten de maan nog voorbij. De

[pagina 69]
[p. 69]


illustratie

[pagina 70]
[p. 70]

maan was net een grote lamp, die aan een koord aan de hemel hing. En opeens vloog de vlieg er.... pats!.... tegenaan. Gerdientje rolde bijna van zijn rug.

'O vlieg!' riep zij, 'wat doe je nou?'....

Maar de vlieg gaf geen antwoord. Hij bromde maar. Het klonk heel nijdig. En plotseling botste hij weer tegen de maan, zó hard alsof hij er dwars doorheen wou. 'Krak!' zei er iets.

Toen zonken ze snel naar beneden.

'Ik moet een noodlanding maken,' zei de vlieg somber. 'Mijn rechtervleugel is kapot....'

Ze vielen hoe langer hoe sneller. De wind waaide Gerdientje om de oren. De zee met haar bruisende golven kwam steeds dichterbij. En in de verte, op het strand, stonden Vader en Moeder en staken de handen naar hun meisje uit.

'O Vader, help me toch!....' gilde Gerdientje.

Toen viel zij met een plons in de grote, diepe zee.

 

Maar plotseling grepen twee sterke handen haar vast. Een zware stem zei: 'Maar kindje, wat scheelt er aan?'

'Opa?' vroeg Gerdientje verwonderd.

Ja, het was Opa, die haar vastgepakt had. En Grootmoeder was ook in de kamer.

'Wie heeft het licht aangeknipt?' vroeg ze. 'En wie heeft het raam opengezet?.... Kijk eens, het waait en het regent naar binnen!'

'Dat.... dat heb ik gedaan,' stamelde Ger-

[pagina 71]
[p. 71]

dientje. 'Ik heb even naar buiten gekeken....'

Grootmoeder stopte haar lekker onder.

'Droomde je, liefje?' vroeg ze.

'Ja,' lachte Gerdientje, 'ik droomde, dat ik naar Indonesië vloog. Helemaal alleen in een vliegmachine. Maar die vliegmachine, dat was eigenlijk....'

Grootmoeder liet haar niet uitspreken.

'Kijk eens, wat een grote vlieg daar op het behang!' riep ze. 'Waar komt die nu nog vandaan, zo laat in de herfst? Maak hem eens gauw dood, Opa!'

'Och nee,' zei Gerdientje. Maar het was al gebeurd.

Toen kreeg Gerdientje van Grootmoeder nog een zoen. En Opa maakte nog een grapje. Hij vroeg: 'Weet je, wat het verschil is tussen een vlieg en een mug?.... Nee?.... Een mug kan wèl vliegen, maar een vlieg kan niét muggen.... Goed begrepen?'

'Flauw, hoor!' zei Grootmoeder. 'Vooruit, ga maar gauw naar beneden. Het kind moet nodig slapen....'

Zij knipte het licht uit. Nog even hoorde Gerdientje haar stem op de trap. Toen werd het stil.

'Het is hier toch óók goed, bij Opa en Grootmoe,' dacht ze. 'En mijn vader en moeder komen tòch gauw.... Lekker!'

En rustig sliep zij in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken