Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereldToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.34 MB)

Scans (5.87 MB)

ebook (6.14 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld

(1953)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

12. Sapoeri.

De dagen vlogen voorbij en ze waren allemaal even heerlijk. Jaap had bijna geen tijd om aan huis te denken. 's Avonds in bed verlangde hij wel eens een beetje naar zijn moeder en naar al de anderen, maar dan sliep hij al gauw in en droomde, dat hij bij hen was. En toen hij een brief gekregen had, met ook een paar regels van Gijs er bij, waar in stond, dat Janneman al alleen op het paard kon zitten en dat zijn postduiven weer eieren hadden, was hij een poosje erg stil. Maar toen gingen ze de vuurtoren beklimmen en dat was zo mooi, dat Jaap zijn verlangen weer helemaal vergat. Ze gingen ook de reddingboot bekijken en op een andere dag gingen ze ezeltje-rijden langs het strand. Zo was er elke dag weer wat nieuws.

Jan-Pieter, de soldaat, kwam ook nog een keer. Hij had weer een paar dagen verlof en bracht een hele Zondag in Roodkapje door. Op die dag gingen ze niet met de tent naar het strand. 's Morgens gingen ze samen naar de kerk en Jaap kreeg een plaatsje naast een vissersvrouw met een mooie, witte muts. Die gaf hem twee maal een pepermuntje en ook een keer wat eau de cologne op zijn zakdoek, omdat het zo warm was in de kerk.

's Middags maakten ze een lange wandeling door de duinen en Maart je ging ook mee. Jan-Pieter

[pagina 62]
[p. 62]

stoeide met Jaap en Gerdientje, alsof hij zelf nog een jongen was. Hij kon allerlei kunstjes: fluiten op een schelpje, op zijn handen lopen, blaffen als een echte hond en kraaien als een haan. En hij kon kopje-duikelen met zo'n vaart, dat je niet meer zag, dat het Jan-Pieter was.

's Avonds zaten ze gezellig te schemeren in de veranda van Roodkapje en Wim was naar bed. Maart je was naar haar ouders; die woonden in het dorp. Puk lag te slapen in het zand voor de stoep; Mevrouw schonk thee en limonade in; Meneer en Jan-Pieter praatten over Indonesië.

Jan-Pieter vroeg: 'Konden die bruine mensen dat nu wel begrijpen, wat u hun vertelde uit de bijbel? Het zijn toch maar erg domme mensen?.... U hebt nu al zoveel met mij gepraat en ik begrijp ook nog lang niet alles....'

Meneer zei: 'Dat behoeft ook niet, Jan-Pieter. We behoeven niet alles te begrijpen. Als wij de Here Jezus maar lief hebben, dàn zijn wij tòch gelukkig. Daar is niemand te klein of te dom voor. En wie Hem liefheeft, die begrijpt Zijn woorden steeds beter. Zelfs die bruine kinderen begrepen ze wel. Daar zou ik je veel van kunnen vertellen....'

'Hè ja, vertellen!' riep Gerdientje. 'Toe maar, Vader!'

'Hè ja, Meneer!' zei Jaap.

En Jan-Pieter drong ook al aan: 'Ja, vertel eens wat van uw werk daarginds, Meneer.'

[pagina 63]
[p. 63]

'Goed,' zei Vader, 'dan zal ik jullie vertellen van de kleine Sapoeri....'

'Drink eerst je kopje leeg,' zei Moeder. 'Anders staat je thee maar koud te worden.'

Dat deed Vader. En toen begon hij:

'Het dorpje waar wij woonden, lag dicht bij de zee. Wij hadden daar een kerkje, waar ik 's Zondags tot de mensen sprak. En ook een schooltje, waar de bruine kinderen lezen en schrijven konden leren. En dan nog een hospitaal, voor de zieke mensen.



illustratie

Niet ver daar vandaan, vlak bij het strand, lag nòg een dorpje, een vissersdorpje. En toen ik daar eens kwam, zag ik een heleboel mensen bijeen staan bij een klein huisje en een paar kwamen mij hard tegemoet lopen.

'O Toewan,' riepen ze, - Toewan betekent Meneer - 'o Toewan, kom toch gauw. Sapoeri wordt weer zo geslagen!'

Ik liep er snel naar toe en ging de hut binnen. Daar lag een jongen kermend op de grond, een jongen van een jaar of veertien, en een man stond er bij met een stok in zijn hand. Ik kende ze beiden wel; ik had door de schoolkinderen al eens van ze gehoord. De man heette Oendámi en was een vreselijk ruwe en onverschillige kerel. Die jongen, dat was Sapoeri. Die was bij deze man in huis

[pagina 64]
[p. 64]

gekomen, toen zijn ouders gestorven waren, maar hij had het er vreselijk slecht. En dat was een grote schande, want meestal zorgen de inlanders heel goed voor hun kinderen.

Oendámi was wel wat verrast, toen ik daar plotseling binnenkwam. Ik nam hem de stok af en gooide die naar buiten. Ik vroeg: 'Waarom sla jij jouw zoon zo?'



illustratie

'Het is mijn zoon niet,' antwoordde de man nors.

'Jij zou toch voor hem zorgen,' zei ik. 'Dan ben je toch zijn vader!'

'Ik ben zijn vader niet,' schreeuwde hij weer. 'En de jongen wil niet werken.'

[pagina 65]
[p. 65]

'Hij is ziek,' zei ik.

'Nee,' riep hij, 'hij is lui! Ik moest hem doodslaan, dat varken! Ik wou, dat ik hem maar kwijt was....'

'Dat is goed,' zei ik, 'dan neem ik hem mee.'

En toen heb ik Sapoeri naar huis gedragen. Een zware vracht was het niet, want het kind was zo mager als een latje. Het had meer slaag dan eten gehad.

Wij wasten hem en wij verzorgden zijn builen en schrammen, wij gaven hem te eten en legden hem in een lekker fris bed. En toen moest je zijn ogen zien, hè vrouw?'

'Nou,' zei Mevrouw, 'ze straalden!'

'De volgende dag,' ging Gerdientjes vader verder, 'ben ik naar die Oendámi toegegaan en heb in orde gemaakt, dat de jongen voor altijd bij ons blijven zou. Sapoeri knapte al gauw op en toen hij een half jaar bij ons was, zou je hem misschien niet meer herkend hebben, zó was hij veranderd. Als ik hem zag lopen in zijn nette, witte pakje of als ik hem in de schoolbanken zag zitten, kon ik zelf haast niet geloven, dat dit nu dezelfde jongen was, die ik daar eens zo vuil en mager in die hut op de grond had zien liggen.

Maar de mooiste verandering, die kon je niet zien. Die gebeurde heel stil in zijn hart. Sapoeri hoorde iedere dag uit de bijbel vertellen, op school en bij ons thuis en hij kreeg de Here Jezus lief.

[pagina 66]
[p. 66]

Op een Zondagmorgen had ik in de kerk over de barmhartige Samaritaan gesproken en over de woorden van Jezus: 'Hebt uw vijanden lief.'

's Middags kwam Sapoeri bij mij en vroeg: 'Toewan, als ik Christen word, moet ik dan ook mijn vijanden lief hebben?'

'Ja Sapoeri,' zei ik, 'daar moet je je best voor doen.'

'Moet ik dan Oendámi óók liefhebben?' vroeg hij.

'Ja,' zei ik, 'Oendámi ook.'

'Ik zal het nooit kunnen,' zuchtte hij.

'Luister Sapoeri,' zei ik, 'dan zullen we er iedere dag om bidden, of de Here Jezus je helpen wil om Oendámi lief te hebben.'

En dat deden wij toen. Er ging geen dag voorbij, dat wij er niet om vroegen. En niet veel later - Sapoeri was toen misschien een jaar bij ons geweest - kwam hij vragen, of hij gedoopt mocht worden.

'Sapoeri,' vroeg ik, 'heb je de Here Jezus lief?'

'Ja Toewan,' zei hij.

'En zou je nu ook Oendámi lief kunnen hebben?'

'Ja,' zei hij, 'Oendámi is een ongelukkig man. Ik geloof, dat ik hem lief kan hebben, als de Here Jezus mij helpt.'

Toen werd Sapoeri gedoopt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken