Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter
Afbeelding van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groterToon afbeelding van titelpagina van Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter

  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.45 MB)

Scans (5.50 MB)

ebook (5.16 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaap en Gerdientje. Deel 8. Jaap wordt groter

(1952)–Anne de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

2. De eekhoorns.

Terwijl de jongens teleurgesteld stonden na te mopperen bij het hek, rende Kees Verkuil plotseling terug naar de plaats, waar ze naar de noteboom hadden staan gluren. Daar stond een jonge lindeboom, één van de grootste in de rij langs de weg, waarvan de takken bijna die van een groep berken in de tuin van de notaris raakten. Onder die boom sprong Kees, zwaaiend met zijn armen, op en neer.

'Hei, ksss, prrr!' schreeuwde hij. Toen stootte hij een triomfkreet uit, bukte zich en hield een noot in de hoogte.

'Ik heb er al één!' riep hij. 'Ha-ha, jongens, ik heb er tòch één! Dat moest de notaris eens weten!'

'Hoe kom je dáár nou aan?' vroeg Jaap verbaasd.

'Ik zag een eekhoorn met een noot in zijn bek,' vertelde Kees. 'Die wou langs de stam naar beneden klauteren, hij was al op de onderste tak. Maar toen ik schreeuwde, klom hij terug en liet de noot vallen van de schrik. Kijk, daar zit hij. O jongens, daar is er nog één, die heeft ook een noot!'

Hij wees naar boven. Op de hoogste takken sprongen twee eekhoorns zenuwachtig om elkaar

[pagina 12]
[p. 12]


illustratie

heen en een er van had nog een noot in zijn bek. Ze maakten boze geluidjes en hun staarten waren dik van boosheid of van angst. De jongens begrepen het allemaal; de diertjes hadden van tak op tak springend deze boom kunnen bereiken, maar nu moesten ze naar beneden om de weg over te steken, teneinde in het bos te komen. Daar wilden ze natuurlijk die noot bij hun wintervoorraad brengen. Maar ook deze zou er niet komen. De jongens sprongen en schreeuwden, Kees schudde aan de boom en Wim gooide met een stok. De eekhoorn sprong er haastig voor opzij, maar liet de noot vallen en Jaap raapte die op.
[pagina 13]
[p. 13]

'Die moet ik hebben!' riep Wim. 'Hij heeft hem voor mij laten vallen!'

'O ja?' vroeg Jaap. 'Heeft hij dat gezegd?'

Wim wou nog veel beweren, maar Kees legde hem het zwijgen op.

'Kom mee, jongens,' zei hij. 'Wij gaan daarginds staan, op een flinke afstand. Kijk, de eekhoorns gaan al terug naar de boom, ze halen natuurlijk een nieuwe noot. Laten we daarginds stil wachten, tot ze terug komen!'

Ze deden het. Ze zagen, hoe de eekhoorns de noteboom weer bereikten, daar even rondsprongen en toen terug kwamen met nieuwe buit. Soms rustten ze even en gluurden naar alle kanten, dan sprongen ze weer verder, van het ene boompje in het andere, tot ze in de berken kwamen. Van een dunne tak, die diep doorboog onder hun gewicht, waagden ze toen de sprong in de linde. Op het zelfde ogenblik echter kwamen de jongens aanstormen en maakten zo'n vreselijk lawaai, dat de diertjes zich verschrikt vastklemden aan een tak en de noten meteen lieten vallen.

Polleke greep de een en Jaap ving de ander in de lucht. Maar hij stond die grootmoedig af aan Wim van de dominee.

'Ze zeiden daarboven, dat deze voor jou was,' lachte Jaap.

'Vooruit, jongens, geef ze de ruimte!' waarschuwde Kees. 'Dan bedienen ze ons nog wel een keer!'

[pagina 14]
[p. 14]

'Zullen we 't wel doen?' weifelde Polleke. 'Voor een keer is 't wel leuk, maar om ze nu aldoor te plagen...'

'Jô, ze hebben de hele dag rust, als wij in de school zitten,' zei Kees. 'Ze halen genoeg, hoor!'

'Maar nu zullen ze wel niet meer terug komen,' meende Jaap. 'Ze zullen wel wijzer wezen...'

'Wedden?' vroeg Kees.

En hij bleek gelijk te hebben. De diertjes schenen niet te begrijpen, dat ze beter een poosje konden wachten met hun werk, want nog een paar keer bracht er één een noot voor de jongens mee. De andere scheen wijzer te zijn en kwam niet terug. Toen ging de schoolbel en mochten ze beiden voor zich zelf gaan zorgen.

'Met niemand over praten,' spraken de jongens nog haastig af. Die leuke bron van inkomsten moest het geheim van hun kleine groepje blijven.

Ze kwamen als laatsten bij de school. De meester moest voor hen nog eens extra in de handen klappen, om ze tot wat meer spoed aan te manen. Hij keek ze onderzoekend aan, toen ze langs hem liepen, de gang in. Hij zag misschien wel aan hun glinsterende ogen en aan hun blikken van verstandhouding, dat er iets bijzonders gebeurd was, maar hij vroeg gelukkig nergens naar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken