Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het rad der fortuin (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het rad der fortuin
Afbeelding van Het rad der fortuinToon afbeelding van titelpagina van Het rad der fortuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.91 MB)

Scans (20.45 MB)

ebook (4.20 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Roelofsz



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het rad der fortuin

(1948)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

V

De avond sloeg een kille rouwende huif over het stilgevroren landschap. De kou greep Tjalling in de borst. Tegen de laatste rosse onderlucht stond de spits van de kerk, en, wat lager,

[pagina 36]
[p. 36]

de balkenbouw van het klokkenhuis. Tjalling schrok er van. Daar lag Jarig onder de winter-aarde. Jarig met het gezicht van overrompelden harddraver, het oude gezicht, dat Tjalling niet had gekend. Jarig, die met hem in de bedstede op de Wiarda-zathe geslapen had, voor de veldwachters kwamen, om hem weg te halen. Jaren en jaren her. Tjalling's forse lange rug kromde zich. Jarig was dood. En nu zou het zijn beurt worden, om te wachten - het leven was voorbij, voorbij.

Tjalling haastte zich weg. Hij wist, dat hij hier nooit terug zou kunnen of willen keren. Hij liep de polderdijk af onder de snelvallende nacht, tastend en gehaast. In de stad brandden de lantaarns als rosse harten in hun lichtkrans; met zoeken en vragen vond hij het station weer. Hij zat in de stikkenswarme wachtkamer, zonder zich te bewegen, de handen in de zak, de beheerste boer van voorheen. Maar er was iets in hem veranderd, rampzalig; hij wist niet, wat het was. In de trein voelde hij de overmachtige uitputting, hij dommelde als beschonken in met nijgend hoofd, schrok telkens op, sperde de ogen wijd in nadrukkelijke opzet, bang om in te slapen en het station te missen, waar hij uit moest stappen.

Tegen de nacht kwam hij terug aan de Zomerweg. De sterren hingen ver en rosgloeiend in een ijzige zilverhemel. De winterlucht was geselend scherp, ze wekte Tjalling nog eenmaal. Hij waadde met lange voetstappen door de sneeuw. Hij kon nergens meer aan denken. Toen hij de kamer binnenkwam, bleef hij staan, bijna ontsteld. Achter de tafel zat Reinou, het smalle strenge gezicht in de smetloze neepjesmuts waaronder wat grijs haar kwam gegleden; de lippen stonden ingevallen, fijne rimpels kruisten het gezicht. Tjalling's hart kromp samen; hij zag voor het eerst, dat zij een óude vrouw geworden was.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken