Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

3



illustratie

Byrge, de jonge hoofdling der Jutten, was machtig in het smijten met de speer en hij schoot als de beste, maar hij had een grote mond en moest door Hrod voortdurend in toom worden gehouden, zodat het ons duidelijk was dat de Juttenkoning de priester niet in het minst had meegestuurd om zijn zoon te leiden. Byrge zei herhaaldelijk dat hij afstamde van de grootste der goden, Odin, dat is Wodan, maar deze noordelingen zwetsen, als zij niet stom en karig met woorden zijn, dikwijls mateloos en uit een hoge nek. Ten slotte stammen wij allemaal van de goden af: hoe waren wij anders op aarde gekomen? Slecht waren de Jutten ook weer niet, en wij Friezen bleven hoe dan ook tegenover hen in de meerderheid zodat wij niet bang voor hen waren. Het scheen trouwens dat Hrod de jeugdige hoofdling met de grote voeten van het begin af aan geraden had het gezag van onze hertogen te erkennen.

Het bestaan op het eiland Thanet was ongestoord, maar saai. Wij hielden onze schepen zorgvuldig zeilree, de bijlen en zwaarden die wij ook als werktuigen gebruikten scherp. Wij brouwden een draaglijk gerstebier en vulden de tijd die wij niet aan kamp-

[pagina 15]
[p. 15]

spelen besteedden - worstelen, polsstokspringen, stenen tillen, boogschieten op vliegende vogels - met drinken en dobbelen, waaraan ook onze aanvoerders duchtig meededen, al verbood Hengist ons om onze wapens, laat staan lijf en vrijheid te verdobbelen; die roekeloosheid zat er bij sommigen van ons en ook bij de Jutten wel in. Byrge en Hengist daagden elkaar dikwijls uit, zij gaven elkaar in het krachtspel zo min als in zuipvermogen veel toe. Horsa was terughoudender. Het moet worden gezegd dat de mannen van koning Vortigern hun belofte nakwamen wat voedsel en drank betrof, want ons bier kwam van het graan dat zij ons toestuurden en wij aten het vlees van de runderen die zij per vlot naar Thanet overbrachten, geen vette dieren weliswaar, maar als slachtvee toereikend.

Wij begonnen ons verstrooiing en drank ten spijt te vervelen; ik kon aan onze hoofdlingen merken dat het hun verging als ons. Skene hield ons des avonds ten dele bezig. Hij had ondanks zijn kale schedel zware snorren en was vechtlustig als de beste. Het leek mij steeds of zijn liederen en sproken uit die knevel kwamen, ze hadden iets ruws en harigs over zich. Hij wist veel te vertellen en ik geloof dat hij zelf verhalen verzon of althans vermooide wanneer de mannen in de schemering bij de wachtvuren en het bier verzochten om meer en betere. Hij was met al zijn verbeeldingskracht niet half zo vertelrijk als de Jutlandse priester Hrod, die bovenal vertrouwd bleek met de kennis omtrent de geheime toedracht van het geschapene.

Wij Friezen kenden niet zoveel goden, de Grote Vader en Raven-

[pagina 16]
[p. 16]

god, de Donderaar met zijn hamer en de Eenhandige Zwaardgod die de oorlogen bestiert, Hel van de doodsbeenderen met haar huilende waakhond, Ran in de diepten die wij zo gunstig waren ontsnapt, en nog een handvol. Wij hadden dwergen en spooksels en voor de nachtmerrie ben ik steeds op mijn hoede geweest zodat ik nooit op mijn hartzijde slaap, maar bij Hrods verhalen gingen mij ogen en oren open voor ongehoorde dingen. Hij kende niet alleen een aantal asen, wanen en joten dat het hoofd mij duizelde van hun verwikkelingen en strijd, maar hij had op zijn vele reizen door de landen van de noorderzon horen gewagen van wat is en wordt en waaraan geen ontkomen is. Ik kwam vaak bij de Jutten om het vuur zitten, gelokt door zijn vertelsels en spreuken: de diepste indruk maakte op mij wat hij berichtte van de Nornen, spinsters van het lot, het stille knagen van de onderwereldslang, de honger van de Grote Wolf die godendom en mensdom zal verslinden bij de laatste wereldbrand. Hrod sprak op zachte, schorre toon - in tegenstelling tot onze kale snorreman Skene, die bazig en hard placht te bekken en al harder schreeuwde naarmate hij in wetenschap van de verborgen dingen de mindere bleek van de oude priester - maar elk woord dat de Jutlander zei bleef met levende weerhaken in mij hangen.

Als ik des avonds alleen aan zee stond, leek het mij of het geweldige water en de duisternis paarden om nieuwe monsters voort te brengen. Het noorden stond koud befloerst, bij de verkwijnde bloedschijn uit het westen leverden reuzen in de wolken slag. De willekeur van de elementen en het wereldbestel gingen hoog

[pagina 17]
[p. 17]

over menselijke hoofden heen. Ik hoorde de eenzame vraag uit mijn binnenste opkomen wat ons eigenlijk naar dit land gedreven had, alsof wij ons lot konden ontlopen of veranderen door de zee over te steken en ons zwaard uit te lenen aan onbekenden. En ik kroop bij vallende nacht weg in de mannenhut van Hengist, tegen de aarden zijwal, diep in mijn mantel gewikkeld als in een grafdoek, om het fluisteren, het hoongelach en de ongure vogelkreten van gestorvenen of schendgeesten niet te horen wier uur was aangebroken. Omringd met onzekerheden!

Zo'n gedachtengang, ik besefte het, was de bittere vrucht van een wachtend, dadenloos bestaan, en voegde mannen niet. Ik bemerkte dat het ettelijken verging zoals mij. Friezen en Jutten spraken al vaker over vrouwen, Skene zong vol schorre droefenis van haar. En het is waar: wie zijn legerstee niet alleen beslaapt, heeft in de liefde een afweermiddel tegen vrezen en toverij. Thuis had het ons, krijgsvolk van de hertog, zelden aan liefde ontbroken als ons de lust er naar stond; op Thanet waren wij maar mannen alleen die zich suf begonnen te staren op elkaar, om niet te zeggen wrevelig en twistziek. Hier en daar wierp iemand het denkbeeld op van een strooptocht naar het vasteland, een duchtig gevecht met de inheemsen, een goede vrouwenroof. De hertogen zeiden op zulke voorstellen niet ja en niet nee; zij waren naar mijn smaak te lijdzaam. Het moest de wantrouwige Horsa zijn die de voortvarende Hengist alsnog terughield, zoals Byrge door Hrod werd ingetoomd.

Wij kregen een kortstondige afleiding, toen er zich in de rivier-

[pagina 18]
[p. 18]

mond een haai vertoonde die gevaarlijke watervoren rondom ons eiland begon te trekken. Wij besteedden een dag of wat met het jagen op dit zwarte, puntbekkige monster, maar toen het een keer met speren doorboord en op de oever achter de schepen gesleept was, begon bij de meesten van ons de verveling al haast opnieuw.

Tot ons geluk verschenen er onverhoeds weer Britse boodschappers op Thanet met hun bevlagd bootje. Zij deelden ons mee dat koning Vortigern zich in zijn hof te Lundunwike bevond en de hoofdlingen van de bondgenoten ten snelste bij zich verzocht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken