Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het zwaard, de zee en het valse hart (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart
Afbeelding van Het zwaard, de zee en het valse hartToon afbeelding van titelpagina van Het zwaard, de zee en het valse hart

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.19 MB)

ebook (3.60 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het zwaard, de zee en het valse hart

(1966)–Theun de Vries–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

10



illustratie

Wij spraken lang na over het vruchtbare en milde land dat wij gezien hadden, tot Hengist bevel gaf hem naar Lundunwike en het hof van koning Vortigern te roeien. Ook nu vergezelde ik hem. Wij hoefden aan de meerplaats niet lang te wachten; Vortigern liet ons op slag naar zijn burcht brengen; hij overlaadde Hengist met welkomstwoorden en onderscheiding, maar ik zag wel dat hij niet goed wist wat hij met ons aan moest. Hij nodigde ons aan tafel en ook de prinsen Guorthemir en Cantigern verschenen en begroetten ons, zij het met het onbehaaglijk voorkomen van mensen die vermoeden dat er iets onhebbelijks broeide.

Hengist talmde niet met spreken. Hij zei dat zijn Friezen zo goed als de Jutten van Byrge voldaan waren met de geschenken die zij na de overwinning op de Pikten hadden ontvangen; maar velen van ons, zo zette hij uiteen, waren niet alleen krijgers, maar van boerenbloed, zodat hun de zin naar het bezit en het bewerken van de aarde stond. En daar geen man altijd en enkel de wapens hanteren kan, verzocht hij de koning als zichtbaar teken van gunst om een eigen gebied voor zijn volgelingen.

[pagina 43]
[p. 43]

Vortigern en de prinsen hadden aandachtig geluisterd; de prinsen schudden al dadelijk het hoofd. Vortigern zat met de hand in zijn baard, loosde eindelijk een zucht en zei dat hij de dapperheid van de bondgenoten graag zou lonen, zelfs op de wijze die hertog Hengist voorsloeg, maar dat de wetten van het land hem verboden grond af te staan aan vreemdelingen. Hengist antwoordde dat hij van deze wetten nooit vernomen had, waarop de twee koningszonen om het hardst betoogden dat deze wetten oud en onveranderlijk waren, en dat Brittannië sinds onheuglijke tijden verdeeld was onder eigen koningen en edelingen. Vortigern Het zijn zonen begaan en het was mij duidelijk dat hun opbruisend wezen hem op dit ogenblik niet onwelkom was, want zo goed als ik het besefte kon voor hem en de zijnen het verzoek van Hengist niet anders betekenen dan dat wij het Brittenland niet weer dachten te verlaten.

Hengist schudde het hoofd na de taal der prinsen. ‘Wij vragen niet veel; wij vragen niet meer grond dan men met een ossehuid bedekken kan.’ Guorthemir en Cantigern gaapten hem aan en lachten daarna als groene knapen; Vortigern lachte niet en nam Hengist vorsend op, en ook wij lijfwachters van onze Friese hertog lachten niet, want wij waren zo goed als de Britse koning verwonderd en zelfs verontrust over Hengists uitspraak. De koningszonen riepen nog steeds lachend dat hij althans bescheiden was in zijn eisen; de koning zelf antwoordde na enig denken: ‘Het eiland Thanet is u in bruikleen gegeven.’ Hengist zei: ‘Het eiland Thanet is een goed jacht- en visgebied. Het bergt onze

[pagina 44]
[p. 44]

kielen voortreffelijk en wij hebben er onze onderkomens. Maar grond om te bewerken heeft het niet.’ Vortigern hees zich traag op van zijn zetel. Hij zag er ondanks zijn wijde, lange vrouwelijke kleren niet armgeestig of bedompt uit, integendeel, er speelden hem ongetwijfeld vele overwegingen door het hoofd. Het leek mij vrijwel of hij en Hengist op dit ogenblik een verstolen spel speelden waarvan zij beiden de niet-onschuldige gevolgen beseften.

De koning lachte onverwacht met zijn zonen mee en zei dat hertog Hengist hem kortstondig in verwarring had gebracht met zijn verzoek, maar dat een grondstuk zo groot als een ossehuid geen onbetamelijke, zelfs een uiterst matige eis moest heten die men niet anders dan inwilligen kon. Hierop wisselden Vortigern en Hengist de handslag; zij keken elkaar er bij in de ogen. Ik bespeurde in mijn hart voldaanheid, maar niet zo groot dat ze mijn verbazing of zelfs mijn onbehagen verdringen kon.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken