Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eric (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eric
Afbeelding van EricToon afbeelding van titelpagina van Eric

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.58 MB)

Scans (4.65 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eric

(1931)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

XIII.

Maar hij lacht niet als Nonkel Oscar ook maar in den omtrek is, want die bespiedt hem. Die wil weten wat in hem omgaat en of hij nu nog aan dat van dien brief denkt. En Eric zegt neen, dat het over is. Ge moet goed oppassen, hoor ventje, en het niet te licht opvatten, het is serieus. En vooral nooit met iets blijven loopen, alles rechtuit zeggen, nooit dubben. Eric vreest en verafschuwt hem. Eens vliegt hij de trap op als hij Oscar in den winkel hoort, op den zolder zit hij hijgend muisstil en laat hem roepen. Maar een beetje later roept bonpapa, en streng. Eric voelt zijn bloed wegtrekken, dat is die woede van vroeger, en hij zegt dat hij Nonkel Oscar niet kan uitstaan. Altijd zinspeelt hij op mama en dat hij zijn best moet doen om niet zot te worden. Mais enfin, sakkert bonpapa, schiet in Verhaeghensche colère zijn jas aan, vergeet zijn stok, slaat de winkeldeur toe.

Zooals altijd laat Oscar hem uitrazen en:

[pagina 78]
[p. 78]

‘Goed papa, goed, ik zal wel zwijgen, voor mijn plezier doe ik het niet.’

Hij schrijft ook niet voor zijn plezier, zonder iemand iets te zeggen, nog eens naar den superior, ditmaal twaalf groote bladzijden.

Eric's professor en een subregent die den brief te lezen kregen, konden toch niets aan hem merken dan dat zijne verandering ernstig was. Hij was nooit een kwaje jongen geweest maar nu was hij voorbeeldig. Men mocht hem op de proef stellen in de klas en overal, er was niets abnormaals te merken. De subregent ging zelfs 's avonds toen de studenten sliepen, Eric's boeken en cahiers nazien. Hij vond een onafgemaakten brief aan bonpapa en in een klein cahier een opstel dat geen klaswerk was. Dat nam hij mee en las het 's anderendaags in den refter voor aan al de professoren. Het was een opstel over een hij die niet genoemd of bepaald werd, alle voorwerpen en dingen leefden.

Die ‘hij’ wipte uit het bed, het deksel blies walgend den reuk uit. Zijn broek was blij van weer een heelen dag warm te hebben, maar zijn schoenen waren kwaad. Ze waren

[pagina 79]
[p. 79]

nog niet uitgelucht. Ze trokken tegen als hij de nestels aantrok en een nestel brak. Daarmee waren ze voor een dag gered, hij deed een ander paar aan. Hij zag zijn bed liggen snakken naar adem, wierp het deksel open. Ook het venster. De wind sprong binnen en riep: ik kom al van Arabië! Op allemaal, slapers! Al degenen die in de kamer waren fleurden op. De handdoek waaide en riep: ik zal de vlag zijn, maakt een stoet! En ze vierden een orgie in de kamer.

De professoren schaterden. Een korte dikke stond recht en deed na hoe Eric ging. Ziet ge hem orgieën vieren? De subregent las.

Hij ging naar beneden en rap spraken de treden. ‘God! God! God! God! God! God! hij heeft die kapotte schoenen weer aan.’ Hij ging over de steenen en telkens hij trapte riepen ze hetzelfde. De kerkdeur stond open. Hij ging er door en het gat zei: dien heb ik weeral binnen. Hij ging verschrikt weer buiten en zag op de trapleuning daar tegenover, het gegoten ijzeren leeuwken zitten blaffen naar de kerk die haar groote muil openzette. Weer ging hij binnen, maar nu waren al de heiligen op de pilaren gekropen

[pagina 80]
[p. 80]

en stonden daar te gesticuleeren, en te roepen. Twee, drie zagen achterdochtig naar omhoog of het gewelf nog wel in orde was, een ander klemde kruis en kerkboek aan de borst om daarmee te sterven als alles inviel. Een keek naar den uitgang, wees er met den vinger naar en riep: kom niet binnen! Gevaar! Een ander hield zijn armen open: tot hier en niet verder.

De subregent en al de professoren schaterden nog altijd. Eindelijk zei een der oudsten: mij dunkt dat daar niet mee te lachen valt. De directeur, die scrupuleus was, vond dat die jongen te veel met zichzelf was ingenomen. Hij beschouwde zichzelf als het middelpunt der wereld, alles ziet naar hem en spreekt tot hem. De boer declameerde: ‘Hij is een god in 't diepst van zijn gedachten. Het is toch dat wat ge wilt zeggen, he Suske.’

Zij wisten niets van Eric's nachten. Hij lag op zijn knieën en schreide tot mama. Dan weer bekeek hij zichzelf; grijnslachte zijn tanden bloot van begeeren naar wellust en schrikte voor het priesterschap waarvan hij droomde. Soms lag hij ontroerd te weenen: hij vertrok als missionaris naar de Congo,

[pagina 81]
[p. 81]

bonpapa stond op de kade te wuiven. Terwijl de makkers sliepen leidde hij zoo een vreemd en wild tweede leven en fluisterde ‘Lizy, kom eens hier bij mij.’ Hij zocht naar zijn roeping en het waren hartstocht, waanzin en wanhoop die hem mishandelden. Toen zijn plan vast stond, een lijn in zijn leven, hield het nog niet op. Hij schepte er behagen in overdag een gansch andere Eric te zijn.

Hij werd koster benoemd, een vertrouwenspost, later perfect van de Congregatie. Allen waren er zeker van dat hij zou priester worden. Maar den derden trimester van zijn rhetorica-jaar, te Sinxen, wanneer al de rhetoricanen in pitteleer op de koer verschenen en zeiden wat ze gingen worden, waren ze nog niet haastig om het Eric te vragen, ze wisten het toch allemaal. Misschien wel trappist. De subregent vroeg het hem dan eindelijk en Eric zei: ‘Apotheker.’

Apotheker. En hij zal kalm, kalm, kalm zijn studies doen in Leuven. Dan zal hij eenvoudig, zonder lang verkeeren, zonder dwepen, met Lizy trouwen. Hij zal in datzelfde huis wonen waar papa en mama.... Hij zal kindjes krijgen en het gezin waarop

[pagina 82]
[p. 82]

een vloek rustte zal nieuw en gezond uit hem herboren worden. Dat zal de vrucht zijn van den strijd dien hij zal gestreden hebben en de belooning. Hij hoort de anderen dwepen, de priesters, de missionarissen. De slechtste student van zijn klas wordt opeens een held: aspirant-trappist. Cyriel wordt priester, zoo zegt hij tenminste. Ook in hem zat ideaal om iets hoogs aan te durven en kruim genoeg om het te bereiken, maar de vloek die in zijn eigen hersens zit dwingt hem tot een leven in schijn banaal. Toch heeft hij meer gestreden dan al deze gelukkige enthousiasten en tienmaal meer geleden. Nu lachen de studenten, ze doen zijn gang na, wrijven de handpalmen over elkaar en zeggen: ‘Pillekensdraaier, Geitekeutelkensmaker.’ ‘Apotheker,’ zegt Eric. ‘Zoo,’ zegt den boer, draait zich om naar den trappist en schudt dien hartelijk de hand. Nu moet Eric het altaar gaan gereed maken voor de plechtige hoogmis. Er is nog niemand als hij het dekkleed afrolt. Hij legt zijn voorhoofd tegen het tabernakeldeurken: Bescherm deze 1400 gram hersenen.

En nog eenmaal mocht bonpapa naar de prijsuitdeeling komen, ostentatief niet in de

[pagina 83]
[p. 83]

handen klappen en voor den laatsten keer zeggen: C'est le petit de mon fils. ‘Ik bedank Ons Heer, zegde hij, dat ik dat nog heb mogen beleven,’ en hij kuste Eric. Hij deelde in den tram de prijsboeken uit aan vier jonge Antwerpenaarkens die niet veel gekregen hadden. Scheurt er het briefken uit, dat zien ze thuis toch niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken