Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tor (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tor
Afbeelding van TorToon afbeelding van titelpagina van Tor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (9.69 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

André Billen



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tor

(1943)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 66]
[p. 66]

13

Haar eerste vlaag van verliefdheid is Vera in het gezicht gezweept toen zij na de eerste uitvoering tusschen Tor en Theo aan de feesttafel zat. Rechts blufte Theo over concerten dirigeeren in de Vereenigde Staten, zich daarmee een reputatie maken en dan vast dirigent worden in New-York, Chicago of zoo. Een vriend van hem is er ook zoo gekomen en die bereidt nu de rondreis voor met een manager, want ginder gaat dat allemaal met managers. Die sturen u een contract, zooveel concerten voor honderd tot honderdvijftig duizend frank, reis en hotel vrij en ge moet gij u van de rest niets aantrekken. Links zit Tor, vereerd als zij hem wil aanspreken en die cantate, ja, dat zou hij alleen op verre na niet gekund hebben. Enfin, ne champetter. Opeens wordt zij ontroerd, wat een mannelijke stem. Verwonderd kijkt zij in vriendelijke, zeediepe, grijsgroene oogen. Wat een schoon, rustig, sympathiek man. Haar bloed, ontsteld, golft op. Maar van een veldwachter houden, dat kan niet. Ze keert zich naar Thoo. Dat gaat niet meer. Vast, nog vóór het bloed uit haar gezicht is weggetrokken, weet ze dat ze van dien niet houdt. Verwonderd monstert ze zijn bleek gezicht, zwart snorretje, lange artistenharen. Hoe

[pagina 67]
[p. 67]


illustratie

[pagina 68]
[p. 68]

heeft ze dat schoon kunnen vinden, het is papachtig, belachelijk, dweperig.

Ik houd dus van niemand. Ze wordt moedeloos. De villa verveelt haar. Uit mismoed laat ze zich aflikken door Michelleken, in zijn bureel in het gemeentehuis, op geen zes meter afstands zit Tor in de gang te lezen, wachtend op een bevel.

Tor zit te lezen ‘Mathilde’ door Jacques Perk, een van de boeken volgens Theo onmisbaar en die hij van Mieke heeft moeten bestellen, allemaal ineens, een groot pak, veel geld, Gezelle, Vondel, ‘Verzen’ van Willem Kloos, ‘Persephone’ van Verwey, ‘De kleine Johannes’ van Van Eeden, ‘Eenzame bloemen’ van Hélène Swarth, ‘Mei’ van Gorter, ‘Eline Vere’ van Coupurus, ‘Proza’ van Van Looy. Zij heeft alles trotsch betaald. Als ge dat noodig hebt voor uw studies, op geen kosten zien.

Het is geen verloren geld. Tor ondervindt wat hooge kunst doet. Gelijk Jacques Perk zal hij een bundel sonnetten wijden aan de Kunstenares die hem heeft gezoend. Eén blik van Beatrijs en Dante schreef de ‘Goddelijke Komedie’. Een dame in 't hotel en Perk schreef ‘Mathilde’. Hoeveel meer redenen heeft Tor die kussen kreeg.

Hij ontwerpt den cyclus zooals Michelleken met hem de cantate. Wat kunnen wij over burgemeester Celis zeggen, ten eerste als burgemeester, ten tweede als geneesheer, ten derde als Belg? Hij verdient den dank van de gemeente. De gemeente, dat zijn ten eerste de mannen, ten tweede de vrouwen, ten derde de kinderen. Wat kan Tor over Vera zeggen? Ten eerste als een kind heeft zij hem gekust, ten tweede als een sprookjesfee hem gelukkig gemaakt, ten derde

[pagina 69]
[p. 69]

als een Beatrijs zal zij hem veredelen zooals Dante. In ‘Mathilde’ is veel natuurbeschrijving. Tor deelt zijn cyclus in seizoenen in: Winter, zijn kinderjaren bij de Muyzen; Lente, zijn leven bij Mieke; Zomer, zijn ontmoeting met Vera; Herfst, zijn dichterschap, vrucht van de Vera-vereering.

De goeie Sebedeus dicht, in de gang van het gemeentehuis, de wenkbrauwen gefronst, op acht dagen eet hij een potlood op. Langs hem heen gaat Vera naar Michelleken. Na een groote kunstmanifestatie is er veel te regelen, niet waar. Nu en dan moeten Theo, Tor en twee inrichters ook op het secretariaat komen. Die knullen vermoeden natuurlijk niets.

Maar Tor is de grootste knul. Hij raadpleegt Michelleken over de eerste sonnetten en krijgt nog geen achterdocht als die hem uitvraagt of het niet opgedragen is aan Vera. Ge kent immers geen ander meisje, ge gaat toch geen sonnetten maken voor Suzanne Dhert, die amper kan lezen. En anders is er niemand. En zijn ze niet voor Vera, dan laat ge ze Vera toch lezen.

Als Tor hem volledig gerustgesteld heeft, is hij ver genoeg. 't Werd tijd, een vrouw is geen champetter, zij doorziet de leegheid van een man en dat hij maar wat wil scharrelen. Ge moet een artiste weten te boeien met een nieuw geestesleven dat zij wekt, een jongen scheppingsdrang, een cyclus sonnetten ingedeeld zus en zoo. Haar naam zal misschien in de vlaamsche literatuur... enfin we zullen het vel van den beer nog niet verkoopen. Papier geeft hij haar niet in handen, scripta manent, maar hij citeert Tor's sonnetten. Midden in een tweede stroof schuift zijn hand waar ze niet zijn moet. Zij zegt hem zijn

[pagina 70]
[p. 70]

waarheid zooals hij ze nooit heeft gehoord van zijn schoonmoeder. Tot hij benoemd is zit hij met een ei. Zoo'n artiste is tot alles in staat en een benoeming kan van zoo weinig afhangen.

Tor moet kost wat kost dichter worden, twee bundeltjes en zij trouwt met hem. Er staat vandaag in de gazet dat een van de rijkste amerikaansche meisjes trouwt met een bokser, dat is waarschijnlijk toch ook maar een beenhouwer of metser. Zij tracht Tor geestdriftig te maken voor een sonnettencyclus waaraan hij al lang werkt en het komt uit dat de secretaris met Tor's pluimen heeft gepronkt, die vieze vent met zijn zweethanden. Maar dat moet u zelfvertrouwen geven, ge kunt, jongen, geloof dat nu eens, ge zijt dichter. Van nu af zal ik u helpen. Om hem vertrouwen te geven schrijft ze nu en dan een minder bekend gedicht af en geeft hem dat als eigen werk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken