Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tor (1943)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tor
Afbeelding van TorToon afbeelding van titelpagina van Tor

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

Scans (9.69 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

André Billen



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tor

(1943)–Gerard Walschap–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 143]
[p. 143]

29

Daar mocht hij zijn wie wilde, de Priestmans, de Celissen die er nu de dood van den ouden burgemeester veel bleven komen, de Roeckxen of n'importe wie. Vera zei dat de communisten gelijk hebben. Als ge leest hoe de arme rijstboeren in China, Japan, Indië leven van niets, nu en dan met duizenden sterven van hongersnood en toch content zijn en ik zie hoeveel plezier ik heb van mijn leven, ik die alles hebben kan, dan beken ik dat ik niet waard ben dat ik leef. Dan lachten de anderen zoo eens. Een echte artiste die Vera. Zingen al lang niet meer, maar de eigenaardige gedachten blijven er in zitten.

Tor echter overweegt haar woorden serieus. Als zij zoo mag spreken hoeveel te meer hij. Zij heeft wettelijk geërfd, van haar ouders, ik heb niets verdiend, de gunst van witten Dhert, de liefde van Mieke, die van Vera, haar fortuin, niets, alles cadeau.

Hij staat zich 's morgens te scheren. In den spiegel ziet hij Vera herinslapen. Zoo lag Mieke dood: de oogen niet heelegansch toe, de mond opengezakt. Hij schrikt, hard roept hij haren naam. Ze vliegt recht als een kind, angstig, de handen voor den mond. Dat verteedert hem. Het is een

[pagina 144]
[p. 144]

steek in zijn hart dat hij sinds maanden een moord beraamt op haar, de eenige van zijn drie weldoeners die nog leeft. En dat vond hij gewoon, een beetje ongesteld, 't is te zeggen malcontent, François, als kleine jongen had ik dat ook. Hij staart in den spiegel, het mes wacht in de lucht. Daar staat een man die gezondheid te koop heeft. Hij beziet zich moedeloos en met verachting. Menschen kent hij, geel als een peer, mager als een hout, hol van den hoest, die alleen nog hun oogen moeten toe doen om dood te zijn en die toch het leven liefhebben en eerbiedigen. Zoo genomen zijn zenuwen zijn aangetast, ik geef dat nog toe. Is dat een excuus? Neen, hij is slecht, zijn moeder zei het van kleinsaf. Nooit heeft een kind gebreken gehad in de oogen van zijn moeder, hij wel. Moeder leeft nog. Ze heeft in jaren niet naar hem gevraagd. Broer noch zuster zien naar hem om. Zij kennen hem. Tor Muys krimpt ineen onder hun jarenlang zwijgende verachting. Soms zweept hem de scherpe, schelle stem van Nel. In het gemeentehuis moet hij soms vijf minuten zijn deur op slot doen om eens te weenen van berouw en verdriet, hij, Tor de commissaire, de braafste mensch van heel het dorp. En dan gaat dat weer over en dan komt dat weer terug.

Maar jongens van zwingelaars zijn geen labbekakken, dat is taai ras. Ze zeggen vallen en opstaan, maar bij hem is het maar stronkelen. Hij staat al op als hij er nog niet ligt. Op ne Zondagavond komt dat verlangen weer eens op. Het is zoo schoon als ne jongensdroom over een meisje, zoo zoet als de melodie van zijn kleine stroofkens. Hij ziet het zoo min als grondwater dat welt, hij kan er zoo min iets tegen doen als tegen dorst, hij wordt er toe getrokken

[pagina 145]
[p. 145]

sterker dan met zes paarden. Een klein slaapdranksken en 't is gedaan. Tor haalt de flesch malaga en het fleschken digitaline dat hij altijd in voorraad heeft. Op het buffet achter den rug van Vera vult hij de glazen. Hij neemt de digitaline uit zijn bovenste linker vestzaksken. Ieder de helft, het is zoo simpel als 't groot is. Vera ziet het niet, ze zal er niets van proeven.

Halt, zegt Tor. Zijn geweten schiet wakker gelijk een chauffeur die een seconde is ingedommeld en rakelings langs nen boom schiet. Hij wordt zoo streng en hard als vroeger voor een koetspeerd dat op den loop geschoten was. Ik zal van nu af mijn eigen vergeten. Ik moet voor Vera leven en voor de anderen. Een ideaal moet ik hebben.

Toen hij een maand of vier bij Mieke was, kreeg hij een negenoog vlak boven den neus. Dat komt van het goed eten, zei Mieke, maar volgens Nel, die kwam juist op bezoek, was het de deugnieterij die hij bij Witten niet had kunnen uitwerken en dat moet er toch ieverans uit. Hij is zoo ziek als nen hond. Opeens barst de buil, een tas etter en Tor is genezen. Precies zoo gevoelt hij zich nu.

Wilskracht is een schoon affaire, hij wordt onuitsprekelijk zacht en goed. Vera kirt van verliefdheid gelijk hun titelduifkens, tortels zeggen ze in Holland. Moest ik u ooit komen te verliezen, dan wil ik geen uur meer leven. Tor spitst zijn ooren. Wat doet ge dan, lieve? Sterven natuurlijk. Jaja, maar hoe? Dat is mij eender, als ik maar weer bij u ben.

Dat zijn woorden die niet verloren klinken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken