Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen, tevens een illustratie van het translatio-imitatio-aemulatio-principe. Deel 2 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen, tevens een illustratie van het translatio-imitatio-aemulatio-principe. Deel 2
Afbeelding van Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen, tevens een illustratie van het translatio-imitatio-aemulatio-principe. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen, tevens een illustratie van het translatio-imitatio-aemulatio-principe. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

Scans (15.70 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bacchus. Lyrisch leesboek over de god Bacchus, met aantekeningen en vertalingen, tevens een illustratie van het translatio-imitatio-aemulatio-principe. Deel 2

(1971)–L.Ph. Rank, J.D.P. Warners–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

3. Giorgio Anselmo

Anselmo, bijgenaamd Nepos, is in het midden van de 15e eeuw te Parma geboren en in ± 1528 aan de pest gestorven. In 1526 verscheen in zijn geboortestad zijn bundel Epigrammaton libri septem.

Anselmus' korte Bacchusgedicht, hendekasyllabisch van versbouw, is een strak, eenvoudig gedicht, dat de dichter nooit geschreven zou kunnen hebben als hij Horatius niet gekend had: de voetnoten geven de belangrijkste inlichtingen op dit gebied.

De eerste vijf regels geven de angst weer van de aan Bacchus overgeleverde dichter; omgeving en eigen innerlijk zijn daar de getuigen van. De dichter, vol van de god, is bang voor wat gaat gebeuren in woeste streken.

De aanspraak tot de god gaat (vss. 6 vv.) voort met de bede niet al te verschrikkelijk tegen de dichter te woeden en deze bede gaat gepaard met een aantal namen en mytologische gegevens, die de grootheid van Bacchus onderstrepen en dit alles kulmineert in de aanroep: alle goden samen en éen enkele tegelijk: Bacchus, de machtigste god, Bacchus, de meest uitzonderlijke.

In de verzen 13 en 14 vinden we éen mytologisch gegeven over twee regels verdeeld en het is niet toevallig dat juist dit ovidiaanse verhaal hier een plaats krijgt: tegenover de bezeten dichter de dochters van Minyas, die de god geen geloof hebben willen schenken.

Vanaf vers 15, na de veelvuldige aanroepingen, het eigenlijk gebed van de dichter, die heul en heil zoekt bij de gevreesde god, omdat deze hem de eeuwige jeugd kan schenken en hem behoeden kan voor dood en ouderdom. Als teken van de eeuwige jeugd is er weer het klimop. Natuurlijk is Bacchus hier wel de wijngod in de eerste plaats, omdat wijn en jeugd van oudsher innig samenhangen. Ook Themis, de godin van recht en gerechtigheid, wordt mede aangeroepen. Mocht de inleiding van het gedicht ons meer dan reden geven er op te wijzen dat Anselmus zich inspireert op Horatius, de afloop, natuurlijk geenszins nieuw, is de in dit gedicht eigen variant van de dichter.

[pagina 148]
[p. 148]

Ad Bacchum

 
Euoe quid mihi Bacche, Bacche, Bacche,Ga naar voetnoot1
 
In praecordia adest furoris? Euoe
 
Euoe cor trepidat metu recenti.Ga naar voetnoot3
 
Quo plenum rapis ò tui? remotosGa naar voetnoot4 Ga naar voetnoot4-5
5[regelnummer]
quosnam mente agor in specus furenti?
 
Ne saevi metuende Bacche thyrso,Ga naar voetnoot6
 
Proles aetherei Iovis perustae
 
direpte ex utero puer parentis.
 
Bacche Naiadum patrone, Bacche.Ga naar voetnoot9-10
10[regelnummer]
Potens Bassaridum, bimater alme,Ga naar voetnoot10
[pagina 149]
[p. 149]

Aan Bacchus

 
Euoe, wat voor razernij, Bacchus, Bacchus, Bacchus
 
is er in mijn hart? Euoe,
 
euoe, onder de indruk van juist opgekomen vrees trilt mijn hart.
 
Waar sleurt ge me, vol van u, heen? Naar wat
 
voor afgelegen holen word ik met razend gemoed heengevoerd?
 
Woed niet, o Bacchus, door uw thyrsus geduchte,
 
gij kind van Jupiter, in de hoge lucht,
 
knaap aan de schoot van uw verbrande moeder ontrukt.
 
Bacchus, beschermheer der Najaden, Bacchus,
 
machthebber over de Bassariden, tweemoederlijke,
[pagina 150]
[p. 150]
 
Idem Aedonidum et incitator Euan,Ga naar voetnoot11
 
Idem numina numen omnia unum.
 
Te Mineides impiae, impiae illaeGa naar voetnoot13
 
dum spernunt, fugiunt fuga cita actae.
15[regelnummer]
Tibi perpetuum viret iuventas,
 
Deorum omnipotens paterque, rexque;Ga naar voetnoot16
 
Liber, Euchie, multinomie adsis.Ga naar voetnoot17
 
Et me ore eripe saevientis orci,Ga naar voetnoot18
 
evinctis hedera comis virenti.
20[regelnummer]
Adsis laetitiae dator Tyoneu.Ga naar voetnoot20 Ga naar voetnoot20-21
 
Adsis, et Themide hinc favente pelleGa naar voetnoot21
 
languentem procul, et procul senectam.
[pagina 151]
[p. 151]
 
tevens Euan, aanzetter der Edoniden,
 
alle goden samen en éen enkele tegelijk.
 
Terwijl de dochters van Minyas, die onvromen, onvromen
 
u versmaden, vlieden ze in snelle vlucht opgedreven, heen.
 
Voor u groent de jeugd voor immer,
 
almachtige vader én koning der goden;
 
Liber, Euhius, veelnamige, sta me bij.
 
En ontruk me aan de muil van de woedende Orcus,
 
mijn hoofdhaar met groen klimop omwonden.
 
Sta bij, schenker van vreugde, Thyoneus
 
sta bij, en verdrijf, terwijl Themis dit begunstigt,
 
van hier verre de slappe ouderdom.

Bibliografie

Wij gebruikten: Georgii Anselmi Nepotis Epigrammaton libri septem, 1526, zonder paginering.

voetnoot1
Bacche, Bacche, Bacche: Deze trits en het bezigen van ‘bimater’ in vs. 10 maken het, dunkt ons, aannemelijk dat Anselmus voor de geest gezweefd heeft het gedichtje bij Caesius Bassus (Gramm. Latin. deel vi, pp. 255-256 Keil) overgeleverd:
 
huc ades, Lyaee
 
Bassareu bicornis
 
Maenalie bimater,
 
crine nitidus apto.
 
luteis corymbis
 
hedera te, coronis
 
hasta viridis armet.
 
placidus ades ad aras,
 
Bacche Bacche Bacche.

Hierbij komt nog (afgezien natuurlijk van het andersgeaarde metrum) het woordgebruik en de repetitio: ades... ades cf. Ans. 20-21: adsis... adsis. Bij Anselmus staat de trits aan het begin.
voetnoot3
Euoe cor trepidat metu recenti: Hor. Od. ii, 19, 5: Euoe recenti mens trepidat metu.
voetnoot4
Quo plenum rapis ò tui: Hor. Od. iii, 25, 1-2: Quo me, Bacche, rapis tui // plenum?
voetnoot4-5
remotos... furenti: Hor. Od. ii, 19, 1: in remotis... rupibus; iii, 25, 2: quae nemora aut quos agor in specus.
voetnoot6
Hor. Od. ii, 19, 7 en 8: Euoe parce, Liber, parce, gravi metuende thyrso.
voetnoot9-10
Naiadum patrone... // Potens Bassaridum: Hor. Od. iii, 25, 14-15: potens Naiadum Baccharumque.
voetnoot10
bimater: natuurlijk zie men ook Ov. Met. 4, 12. De verbinding ‘bimater alme’ is bijzonder gelukkig. Wel een vondst van Anselmus?

voetnoot11
incitator: laat Latijn; Fronto p. 146, 4 Naber: Fauni vaticinantium incitatores.
voetnoot13
Voor de Minyaden zie men Ov. Met. 4, 1-42; 4, 389-415.
voetnoot16
cf. Nysaeus pater omnipotens: Statius, Theb. 4, 383.
voetnoot17
multinomie: al klassiek; Thesaurus linguae Latinae (in het vervolg afgekort: Th.I.L.) i.v. geeft als enig voorbeeld Apuleius, Met. xi, 22, 6: Isidis deae multinominis.
voetnoot18
De hel voorgesteld als mensenvretend monster. Orcus = fr.: ogre.
voetnoot20
laetitiae dator T(h)yoneu: geslaagde combinatie van Verg. Aen. 1, 734: Laetitiae Bacchus dator en Claudian. Append. vi, 3: laete Thyoneu; Anth. Lat. Bü.-Rie. nr. 1504 C vs 44: atque laetitiae dator Lyaeus. Voor Thyoneus zie men Hor. Od. I, 17, 22-23; Stat. Theb. 5, 265.
voetnoot20-21
adsis - adsis: zie boven.
voetnoot21
Themis op het slot als bij Marullus. Bacchus (= wijn) als ouderdomsverdrijver.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken