Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Aars]

AARS, z.n., m., van den aars; meerv. aarzen. Het achterste deel des onderlijfs, of dat deel des dierlijken, en bijzonderlijk menschlijken, ligchaams, waardoor de natuur zich van het overblijfsel der verteerde spijzen ontlast; - ook alleen het achterste genoemd. Veelal wordt dit woord, verkeerdlijk, met eene n voorop, uitgesproken, en zelfs geschreven: naars. Huydecoper beschouwt dit als eene uitvinding van onze oude Blijspeldichters, die de ge-

[pagina 87]
[p. 87]

woonte hadden, om narm, voor arm, nelleboog voor elleboog, neglantier voor eglantier, noom voor oom, naars voor aars te schrijven.

De Taaloefenaars verschillen in de bepaling van de afkomst van dit woord niet weinig van elkander. Martinius leidt het af van het gr. ἀρχος - Scheller, in navolging van anderen, van ὄρρος - Ihre van οὐρὰ, staart, (dewijl dit deel, bij de dieren, tegelijk de zitplaats des staarts is) - Frisch. van het fransche arriere. Adelung en anderen brengen het tot het oude ar, dat hoog, verheven beteekent, naardien dit deel des menschlijken ligchaams eene aanmerklijke verhevenheid heeft. In het hoogd, is het arsch, in het angels. ears, in het engel. arse, in het deen. en zweed. ars.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken