Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Aas]

AAS, z.n., o., van het aas; zonder meerv. Spijs, voedsel, bijzonderlijk van de dieren. De vogelen zoeken het aas voor hunne jongen. Figuurlijk: men gaf dat aas van ijdele hope. Hooft. Ook voor lokaas, of de spijs, waarmede men de dieren lokt. Overdragtiglijk gebruikt men het voor alles, wat begeerlijk in het eerste voorkomen, maar schadelijk in zijne gevolgen is. Zoo wordt de verliefdheid aas genoemd: die haar genoegzaam te kennen gaven, dat zij het aas reeds ingezwolgen had. Guardiaan. Iemand het aas voorleggen, middelen in het werk stellen, om hem te verleiden. Wijders, voor een dood ligchaam, kreng, als een aas voor de dieren: de raven zaten op het aas - hij stonk, als een aas. Overdragt., van een slecht vrouwspersoon: zij is een regt aas. Waartoe, misschien, ons, in den gemeenen spreektrant, gebruiklijk kataas behoort, als niet meer waardig, dan om van de katten gegeten te worden. Zoo ook galgenaas, als niet meer waardig, dan om tot aas der vogelen, aan de galg gehangen te worden.

Dit aas (oul. aat, ate) staat, ten aanzien van zijne afkomst, in de naauwste betrekking tot het frankd. en

[pagina 90]
[p. 90]

hoogd. as, van ezan, essen, eten; en het komt overeen met het latijnsche esus en esca, het armenische haz, brood, en het turksche as, allerhande spijs. Van dit ons aas komt het werkw. azen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken