Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Arend]

AREND, z.n., m., des arends, of van den arend; meerv. arenden. Een roofvogel: met eenen arent. Hooft. Ook het afbeeldsel van eenen arend in een wapen: de pruisische arend, de poolsche arend; en, in den verhevenen schrijftrant, het rijk zelf, welk zulk eenen arend in zijn wapen voert, inzonderheid het roomsche rijk, welks voornaamste krijgsteeken, reeds in de oudste tijden, een arend was. Eindelijk een gesternte aan den hemel.

Om de vurigheid der oogen van dezen vogel, wordenscher-

[pagina 250]
[p. 250]

pe, glinsterende oogen arendsoogen genoemd. En hiervan is de spreekwijs afkomstig: met arendsoogen rondzien. Zie adelaar.

Om de snelle vlugt van den arend, wordt de schielijke voordgang eener zaak dikwerf verbeeld, als op arendsvleugelen te geschieden, vooral bij de Dichters: de tijd vliegt op arendsvleugelen voorbij.

Weleer schreef men ook aren, in plaats van arend: oft sal die aren opvaren. Bijb. 1477.

 
Doe was die vossinne gram
 
En liep tes si ten bome quam
 
Daer die aren op sat enz. Fab. v. Esop.

Arenen, duyven enz. Florian.

Angels. earn, ijsl. ern, zweed. örn. Bij Notker. leest men geniuuot uuird din jugent samo so aren, d.i. uwe jeugd zal vernieuwd worden, als die eens arends. Junius en anderen meenen, dat arend, aren, germ. ar, arn, van het gr. ὀρνις, avis, afkomstig is, zijnde de arend een vogel, bij uitnemendheid, of de voornaamste onder de vogelen. Wachter. leidt dit woord, met meer gronds, van het oude eren, d.i. vangen, rooven, af, omdat de arend de voornaamste onder de roofvogelen is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken