Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Arg]

ARG, erg, bijv. naamw. en bijw., arger, erger, argst, ergst. In de meeste beteekenissen, het tegendeel van datgene, wat goed is. Als bijv. naamw., voor hevig, gevaarlijk: dat is eene arge ziekte. Als bijw., voor slecht: de wond ziet er zeer arg uit. - Zedenlijk kwaad, ons en anderen nadeel aanbrengende: arge gedachten van iemand hebben - iets ten argste duiden - hij meent het zoo arg niet - de tijden worden hoe langer hoe arger - het argste van alles is enz. - de menschen zelven zijn der menschen argste vijanden. - Scherp, gestreng: hij had nog wel een arger verwijt verdiend. - Groot, gewigtig: gij maakt alles arger, dan het is. Eischt gij daarvoor tien guldens? dat is te arg. Arg genoeg. Ook wordt arg als een zelfst. naamw. gebezigd, voor snoodheid, bedrog: ik heb het zonder arg of list gedaan - hij heeft er geen arg in. - Arg denken, d.i. kwaad, of bedrog vermoeden.

Van arg laat zich, door achterplaatsing van loos, zeer gevoeglijk het bijv. naamw. argloos vormen, in den zin van zonder arg, of erg; even als bij de Hoogduitschers arglos.

Voor arg, in al de boven opgegevene beteekenissen, gebruikt men thands, meestal, erg; doch in arglist,

[pagina 251]
[p. 251]

arglistig, arglistigheid en argwaan, wordt het behouden. - Volgends Kil., die arg, argutus, heeft, is de grondbeteekenis van dit woord loos. Maar omdat deze gaaf, veeltijds, misbruikt wordt, zoo bezigde men arg ook in eenen kwaden zin. - Wachter. geeft nog eene andere beteekenis van arg op, naamlijk die van traag, lui, in welke het, echter, bij ons, niet in gebruik is.

De hooge ouderdom van dit woord maakt deszelfs afkomst twijfelachtig. Wachters afleiding van a (intens.) en rug, (arug, perversus,) is niet zeer waarschijnlijk. In zoo ver arg traag, lui, beteekent, komt het met het gr. ἀργος, welk men, gemeenlijk, van de ἀ privat. en ἐργος, werk, afleidt, zeer duidlijk overeen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken