Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Dat]

DAT, voegwoord, welk of de aantoonende, of aanvoegende wijs der werkwoorden bij zich heeft.

Aantoonende wijs, wanneer het onderwerp, waarvan gesproken wordt, zeker is, of, ten minste, als zeker voorgesteld wordt: ik zie, dat hij komt. Ik hoorde, dat hij zeide enz. Ik weet, dat het onwaar is. De Hemel weet, dat ik alleen om uwen wil bedroefd ben. Ik zie wel, dat ik het niet verkrijgen zal. - Ook met dat vooraan: dat hij een schelm is, heb ik lang geweten. Somwijlen laat men dat weg; in welk geval de volgende woorden eenigzins veranderd worden: ik hoor, hij zal komen, voor dat hij komen zal. Ik weet, gij zult het doen, voor dat gij enz.

Aanvoegende wijs, wanneer het onderwerp nog onzeker is, of, ten minste, als onzeker voorgesteld wordt: ik vrees, dat hij het reeds gedaan hebbe - hij wilde, dat ik met hem ginge - ik bad hem, dat hij het mij gave.

Ook heeft dit voegwoord de aanvoegende wijs bij zich, wanneer het dient, om driften en gemoedsbewegingen uittedrukken, b.v. eenen wensch: ach, dat dit maar niet geschied ware! dat ik uwen naam nimmer gehoord hadde! dat hij, voor altoos, uit mijn gezelschap gebannen zij! dat God het geve! - Eene klagt: o, dat ik hem niet terstond mijn woord gave! - Eene waarschouwing: dat men ons hier maar niet beluistere!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken