Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Die]

DIE, dat, aanwijzend en betreklijk voornaamwoord, diens, of van dien, van dat, - dier, of van die; meerv. die.

Aanwijzend: die man heeft het gedaan - hij was van die grootte - het behoorde aan dat kind. Die menschen zijn daaraan niet schuldig. Ook zonder naamw., en op zich zelf staande: dat had ik niet gedacht. Gij hebt eene groote verwachting van Karel, en die schijnt mij de minste te zijn. Oul., plagt het lidwoord de, somwijlen, voor die geplaatst te worden: de die; gelijk ook voor deze en sommige: de deze, de sommige; doch dit is geheel buiten gebruik.

Het onzijd. dat kan ook voor alle geslachten en getallen gebruikt worden: is dat uwe vrouw? Zijn dat uwe kinderen? En dat achteraan geplaatst: is mijne zuster niet juist dat, wat uwe vrouw is?

Dikwerf wordt het voornaamw. die, dat, verkeerdlijk gebruikt, b.v. in de spreekwijzen: mijne ongeregtigheden die hebben mij bestreden - zijne trouw die zal niet wankelen - uw huis dat zal verkocht worden, alwaar die, dat, volstrekt niet te pas komen. Somwijlen echter, kan zulks, om zekeren nadruk te geven, gevorderd worden: de onwaardige, welken ik zoo vele weldaden bewezen heb, die is mijn verrader geworden.

Die werd oul. ook gebruikt, even als thands het lidwoord de: want si saghen die pijne enz. Byb. 1477.

Betreklijk. En als zoodanig heeft het betrekking op personen, of zaken, van welken te voren gesproken is. Dan, hierbij moet ik terstond aanmerken, dat het voornaamw. die, dat, als betreklijk, bijna niet anders, dan in den eersten naamval gebruikt wordt, terwijl in de overige naamvallen, de verbuigingen van wie en welke plaats hebben: de man, die gisteren met mij sprak - mijn broeder, wiens (niet diens) tuin ik gekocht heb - uw vriend, wien (niet dien) ik mijn vertrouwen geschonken had - de knecht, dien, of welken, ik gehuurd heb. En zoo ook in het vrouwlijke en onzijdige geslacht: bemin de deugd, die u gelukkig maakt - deze is de vrouw, wier schoonheid wij weleer bewonderden, enz.; ik heb het boek gekocht, dat,

[pagina 527]
[p. 527]

ook welk, mij door u is aangeprezen, enz. Zie verder Inleid. bl. 123.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken