Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Dief]

DIEF, z.n., m., des diefs, of van den dief; meerv. dieven. Verkleinw. diefje. Die iemand iets ontsteelt. De gelegenheid maakt eenen dief, spreekw. Elk is een dief in zijne nering, spreekw., elk past op zijn eigen voordeel. Figuurl., een dief aan de kaars, een vonkje, of vlammetje, dat de kaars doet afloopen, in het zweed. tiuf. Het vrouwlijke woord van dief is diefegge, voor het oude diefigge. In Zeeland zegt men nog naaisterigge, voor naaister. Zamenstellingen zijn: diefhanger, diefhenker, beul, diefijzer, diefkelder, diefleider, dievenleider - dieflijk, diefsch, diefachtig, dievenrot, enz.

Dief, hoogd. Dieb, bij Ottfr. en Tatian. thiob, Notk. dieb, Ulphil. thiubs, angels. diof, eng. theefe, deen. Tiuff, zweed. tiuf. Wacht. en anderen beweren, dat dief, oorspronglijk, eenen knecht beteekend heeft, en naderhand in den tegenwoordigen zin gebruiklijk geworden is. Ihre stelt daartegen, dat dief van een onbekend werkwoord afstamt, welk verbergen beteekende, waarvan thiubjo, bij Ulphil., voor heimlijk, gevonden wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken